Samenvatting: Methodologie 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Methodologie 2
-
1 Week 1
-
1.1 Hoofdstuk 1: Gedragswetenschap
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is gedragswetenschap? De wetenschap is opgebouwd uit drie aspecten, licht deze aspecten toe
Gedragswetenschap = hiermee willen wevalide uitspraken doen over menselijk gedrag met een wetenschappelijkefundering , dus uitspraken die kloppen en juist zijn.
De wetenschap is opgebouwd uit drie aspecten:
- Onderzoek = het verzamelen van data, dusgenereren van kennis.
- Theorie = het organiseren van kennis,verbanden tussenconcepten vinden.
- Toepassing = de verzamelde kennis wordttoegepast . -
De wetenschap is opgebouwd uit onderzoek, theorie en toepassing. Wat zijn de vier doelen van de wetenschap?
Vier doelen met wetenschap:
- Beschrijven (describe )
- Begrijpen (understand)
- Voorspellen (predict )
- Controleren (control) -
Vier doelen van de wetenschap zijn beschrijven, begrijpen, voorspellen en controleren. Wat wordt bedoelt met beschrijven? Licht tevens 3 kenmerken toe
Beschrijven = hetdefinie ̈ren vanfenomenen , dat is het precies beschrijven van defenomenen om misverstanden te voorkomen.
Drie kenmerken van beschrijven:
- We willenfenomenen onderscheiden.
- Gegevens bijhouden (meten).
- Relaties tussenfenomenen beschrijven. -
Vier doelen van de wetenschap zijn beschrijven, begrijpen, voorspellen en controleren. Wat wordt bedoelt met begrijpen? Licht tevens de 3 criteria toe van causaliteit (heel belangrijk!)
Begrijpen = weten waarom dingen gebeuren ensamenhangen . We beginnen vaak met een hypothese, een vermoeden. Dat gaat overcausaliteit .
De 3criteria voorcausaliteit :
-Covariatie = de veronderstelde oorzaak moet verband houden met, ofgecorreleerd zijn
met het effect.
- Juistetijdsvolgorde = de oorzaak gaat vooraf aan het gevolg.
- Geen alternatieve verklaringen = dehypothetische oorzaak moet de enige mogelijke
oorzaak zijn die aanwezig is tijdens de test van de hypothese. -
Vier doelen van de wetenschap zijn beschrijven, begrijpen, voorspellen en controleren. Wat wordt bedoelt met voorspellen? Licht hierbij tevens het verschil uit tussen toegepaste versus onderzoeksvoorspelling
Voorspellen = op grond van onze kennis willen we een voorspelling kunnen doen.
Twee soortenvoorspellingen :
-Toegepaste voorspelling = we willen gedrag kunnen voorspellen entoepassen . Hierbij neem je bijvoorbeeld een test af en wil je weten of de persoon ergens geschikt voor is.
-Onderzoeksvoorspelling = in onderzoek vormen we eenhypothese , dezeonderzoeks - vraag is een voorspelling. -
Er zijn vier waardes in de wetenschap: welke zijn dit en licht toe.
Vierwaardes in de wetenschap:
-Empirisch = data verzameling gebaseerd opobjectieve evidentie in plaats van in plaats vanintui ̈tie ,ideologiee ̈n ofabstracte logica.
- Sceptisch = we stellen vragen en geloven niet alles, we bekijken dus wat het bewijs is en hoe goed is het bewijs.
- Voorlopig (tentative ) = kennis is voorlopig, het kan veranderen naarmate er nieuweonderzoeksresultaten beschikbaar komen.
- Openbaar (public) = iedereen moet het onderzoek kunnen controleren, de resultaten en methode moeten daarom openbaar zijn door het publiceren hiervan. -
Een waarde van de wetenschap is dat het openbaar moet zijn: iedereen moet het onderzoek kunnen controleren, de resultaten en methode moeten daarom openbaar zijn door het publiceren hiervan. Wat zijn hiervan de drie gunstige effecten?
Drie gunstige effecten van openbaarheid:
- Mensen kunnen de resultaten van het onderzoek gebruiken
- Wetenschappers kunnen de validiteit van het onderzoek en van anderen controleren door te onderzoeken hoe het onderzoek is uitgevoerd.
- Wetenschappers hebben alle informatie die ze nodig hebben om het onderzoek te repliceren. Repliceren van onderzoek is belangrijk voor het controleren van de kwaliteit. -
Al deze eerder genoemde begrippen hebben te maken met waarheid. Er is een tak in de filosofie die zich bezig houdt met wanneer iets waar is: hoe noemen we deze tak en wat houdt het in?
Epistemologie , ofwelkennistheorie .
- Een epistemologie = eenreeks overtuigingen over de aard van wetenschap (en van kennis in het algemeen).
- Ook alspsycholoog enpedagoog hebben we te maken met deze tak, want wij willen weten wanneer we iets als waar aan kunnen nemen. -
Het weten van de verschillen tussen logisch positivisme en humanisme is belangrijk omdat het bepaald welke theorie, welk soort onderzoek en welke methode je moet gebruiken en hoe de resultaten geïnterpreteerd worden. Heel veel onderzoek is fundamenteel, maar er wordt ook heel veel onderzoek gedaan naar hoe we dergelijke kennis toepassen. Wat is een theorie? En uit welke 4 dingen maken we onderscheid?
Een theorie = een verzameling van uitspraken (=statements ) over relaties tussen variabelen. Op grond vantheoriee ̈n leiden we onze voorspellingen af.
Onderscheid maken tussen:
-Componenten
-Karakteristieken
- Doelen
- Criteria -
Een theorie is een verzamelijk van uitspraken over relaties tussen variabelen. We maken hierbij onderscheid tussen componenten, karakteristieken, doelen en criteria. Wat wordt bedoeld met componenten? Licht hierbij de volgorde toe en beschrijf drie kenmerken
1. Componenten: dit loopt van abstract naar steeds concreter: algemene aannames > hypothetischeconstructen >proposities > definities > variabelen.
- Algemene aannames
- Definities van zowelnarratieve als hypothetische constructies
- Proposities
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden