Interne validiteit

13 belangrijke vragen over Interne validiteit

Een belangrijk doel van een onderzoeksopzet is ervoor zorgen dat eventueel gevonden effecten alleen worden veroorzaakt door de onafhankelijke variabele en niet door andere factoren in de onderzoekssituatie. Deze andere factoren staan bekend als externe variabelen. Wat is externe variabele en wat betekent een hoge en lage interne validiteit?

- Externe variabelen (extraneous variables) = deze variabelen bieden alternatieve verklaringen voor het waargenomen effect. Als deze aanwezig is, kan de onderzoeker niet concluderen dat de onafhankelijke variabele de afhankelijke variabele veroorzaakt.
- Een hoge interne validiteit = wanneer we kunnen concluderen dat de resultaten van een onderzoek alleen het gevolg zijn van de effecten van de onafhankelijke variabele.
- Een lage interne validiteit = wanneer er aannemelijke alternatieve verklaringen zijn voor het effect van een onafhankelijke variabele.

De aanwezigheid van alternatieve verklaringen voor een effect kan op twee manieren worden uitgesloten, licht deze twee toe

- Soms kan logica aantonen dat het onwaarschijnlijk is dat een externe variabele een effect heeft gehad.
- Door de alternatieve verklaring te includeren als extra factor in het design, als onafhankelijke variabele in het factoriele design.

Een confounds is als twee variabelen zodanig overlappen dat het effect van de ene niet kan worden gescheiden van het effect van de ander. Welke vier dingen kan je doen als je een confound vermoed?

- Includeer als extra factor
- Factorieel design
- Boundary condition
- Replicatie en extensie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het verschil tussen interne- en theoretische validiteit?

- Interne validiteit = zegt iets over de kwaliteit van de onderzoeksopzet van je onderzoek. Een onderzoek is intern valide als je vanuit de gekozen onderzoekmethodes de juiste conclusies kunt trekken
- Theoretische validiteit = verwijst naar het feit dat de experimentele condities die in de studie worden gebruikt moeten overeenkomen met de condities die werden voorgesteld door de theorie --> Dit is een belangrijk aspect van de interne validiteit.

Interne validiteit zegt iets over de kwaliteit van de onderzoeksopzet van je onderzoek. Een onderzoek is intern valide als je vanuit de gekozen onderzoekmethodes de juiste conclusies kunt trekken. Wat zijn bedreigingen van de interne validiteit? Noem er minimaal drie en lees de rest door!

- Geschiedenis
- Rijping
- Testing
- Verandering van instrument
- Statistische regressie naar het gemiddelde
- Volunteer bias
- Pre-existing groups
- Uitval

De bedreigingen van de interne validiteit worden onderverdeeld in twee categorieen: tijdgerelateerde bedreigingen en selectie bias. Licht toe wat tijdgerelateerde bedreigingen inhouden en welke twee dingen we kunnen zeggen over de pre-test

De tijdgerelateerde bedreigingen = hierbij wordt vooral gekeken naar problemen die kunnen optreden bij pretest-posttest-ontwerpen. Bij deze ontwerpen wordt gekeken naar het verschil na de test tussen de gemiddelde scores van de experimentele en controlegroepen, dit vertegenwoordigt het effect dat de experimentele behandeling heeft boven de effecten van tijdgerelateerde bedreigingen voor de interne validiteit.
- Pretest-posttest onderzoek moet altijd een controlegroep bevatten.
- Pretest is in de meeste onderzoeken niet nodig, omdat er voornamelijk gekeken wordt naar
de score na behandeling.

De tijdgerelateerde bedreigingen van de interne validiteit bevatten vijf punten, zoals geschiedenis, rijping, testing, verandering van instrument en statistische regressie. Deze vijf bedreigingen kun je vermijden door een controlegroep te nemen, je kunt het ofwel random indelen of gebruik maken van bestaande groepen. Wat houdt een solomun 4 group design in?

Solomon 4 group design = om alle dingen (test reactiviteit, test sensitization en instrument verandering) te onderzoeken.

Wat houdt reactiviteit in? Wat bedreigt het?

Reactiviteit = wanneer het proces van het meten van een variabele in plaats van de inhoud van de maat de scores op de afhankelijke variabele beïnvloedt.
- Dit bedreigt de interne validiteit van onderzoek omdat de scores van de deelnemers op metingen het resultaat zijn van de reactieve situatie en niet van de effecten van de onafhankelijke variabele.

Reactiviteit (wanneer het proces van meten van een variabele in plaats van de inhoud van de maat de scores op de afhankelijke variabele beinvloedt) kan voortkomen uit twee bronnen, welke zijn dit?

- Vrees voor evaluatie (evaluation apprehension) = de nervositeit die mensen voelen als ze denken dat iemand hun gedrag beoordeelt. Een hoge mate van waardering voor evaluatie motiveert mensen om de negatieve oordelen van anderen te vermijden door zich te gedragen op een manier die volgens hen tot positieve oordelen zal leiden.
- Nieuwigheidseffecten (novelty effects) = deze effecten vloeien voort uit het besef van de deelnemers over het omgaan met het onbekende en aandacht schenken aan de nieuwe kenmerken van de situatie in plaats aan de taak die voorhanden is.

Wat zijn oplossingen om de reactiviteit te beperken? Noem er 4

Oplossingen om de reactiviteit te beperken:
- Goede manier kennismaken met proefpersonen
- Oefening
- Misleiding
- Anonimiteit.

Wat houden vraagkenmerken (demand characteristics) in?

Vraagkenmerken (demand characteristics) = de in de onderzoekssituatie aanwezige informatie waarmee deelnemers hun eigen hypothesen vormen over de doelstellingen van het onderzoek. Ze kunnen vervolgens naar deze hypothesen handelen en zich doelbewust gedragen op een manier die de uitkomst van het onderzoek beïnvloedt.

Vraagkenmerken (demand characteristics) is de in de onderzoekssituatie aanwezige informatie waarmee deelnemers hun eigen hypothesen vormen over de doelstellingen van het onderzoek.  Er zijn een aantal procedures die kunnen worden gebruikt om te controleren op demand characteristics en reactiviteit helpen verminderen, welke drie dingen zijn dit?

- Cue-reductie = vraagkenmerken bestaan uit aanwijzingen voor de onderzoekshypothese die vervat zijn in de onderzoeksprocedures, het verminderen van die aanwijzingen verminderd de kans op kunstmatige resultaten.
- Motivatie = idealiter intrinsiek.
- Timing van de afhankelijke variabele = vraagkenmerken zijn gekoppeld aan de hypothese van een onderzoek zoals die door deelnemers wordt waargenomen, dus als mensen denken dat hun deelname aan een onderzoek is beëindigd, is het onwaarschijnlijk dat vraagkenmerken hun gedrag beïnvloeden. Als en afhankelijke variabele wordt gemeten buiten de context van een onderzoek, zouden de door het onderzoek geïnduceerde vraagkenmerken dus geen effect moeten hebben.

Verwachtingen van de onderzoeker zijn de verwachtingen van de experimentatoren over hoe deelnemers zouden moeten presteren bij de onderzoekstaak, kunnen van invloed zijn op de manier waarop ze zich tegenover de deelnemers gedroegen. Dit gedrag kan dan van invloed zijn op de reacties van de deelnemers op de taak, waardoor data worden vertekend. Er zijn twee mogelijke bronnen van verwachtingen van de onderzoeker, welke zijn dit?

- De onderzoekshypothese = onderzoekers verwachten over het algemeen gegevens te vinden die hun hypothese ondersteunen.
- De gegevens die vroeg in een onderzoeksproject zijn verzameld = als er een patroon zichtbaar is in vroege gegevens, verwachten onderzoekers over het algemeen dat latere gegevens consistent zijn met dat patroon.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo