Samenvatting: Mg
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MG
-
3 HC 3 Genome structure
Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat ligt er in de celkern/nucleus en hoe lang is dit?
In de nucleus ligt DNA en dit is twee meter lang. -
Op welke 6 levels wordt het DNA compact gemaakt, waardoor het toch past in de nucleus?
Dubbele helix (2 nm)Nucleosomen (11 nm)- 30 nm
chromatine fiber - 300 nm
chromatine coil - 700 nm
chromatine coiled coil 1400 nm methapase chromatid
-
Op de afbeelding is een normale vorm van DNA te zien tijdens de interphase. Wat zijn de donker en licht gekleurde gedeeltes?
De donker gekleurde gedeeltes zijn heterochromatine in de nucleus.
De licht gekleurde delen zijn euchromatine. -
Stap 2 in het compacter maken van DNA omvat nucleosomen. Wat is een nucleosoom?
DNA dat gebonden is aan een histoncomplex. Je kunt DNA compacter maken door het te laten binden aan heel positief geladen eiwitten; histonen. -
Wat zijn histonen? Uit welke 4 eiwitten bestaan ze?
Dit zijn eiwitten die speciaal zijn ontwikkeld voor DNA binden. Het is positief geladen. Ze vormen samen een eiwitcomplex, 8 subunits. Ieder eiwit is er 2x.
-H2A, H2B, H3 en H4 vormen samen een core complex. -
Hoe vaak vouwt het nucleosoom om het DNA heen? En wat steekt uit het nucleosoom?
DNA wordt twee keer omwonden. Uit het nucleosoom steken de positief geladen staarten (N-terminus) van de histonen. -
Wat is het nut van het uitsteken van de histonstaarten uit het nucleosoom?
Dit is belangrijk voor transcriptie. Het zorgt namelijk voor meer DNA toegankelijkheid doordat histon modificatie plaats kan vinden. -
Welk soort modificaties kunnen plaatsvinden aan Histon staarten? Hoe worden deze histon modifying enzymen genoemd?
-> acetylatie (HATs)
-> methylatie (HDACs)
-> fosforylatie (H3 Kinase)
-> ubiquinatie = defosforylering (PP)
Deze processen zorgen ervoor dat de staarten negatiever worden, waardoor het DNA vrijer komt te liggen. -
Stap 3 in het compacter maken van DNA heeft te maken met een chromatinefiber (30 nm). Welk histon eiwit speelt bij deze stap een belangrijke rol? Wat zijn de functies van dit histon?
Het 5e histoneiwit: H1.
H1 stabiliseert het DNA-histon complex.
H1 kan binden aan andere H1 eiwitten, waardoor er een soort wentelachtige structuur ontstaat en krijg je uiteindelijk een chromatine fiber. -
Welke 2 theorieën zijn er bekend over supercoiling?
Theorie 1: plectonemic coiling -> langwerpig.
Theorie 2: solenoidal coiling -> telefoondraad, kleiner complex.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden