Samenvatting: Mgk Flahcards | mgk
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van mgk flahcards | mgk
-
1 cla
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Functie politiek: Uitdrukken wil v/d staat. Functie bestuur: uitvoeren wil v/d staat. Tweedeling politiek – bestuur als alternatief voor trias politica. Harmonie tussen uitdrukking en uitvoering, dus 1 moet onderdanig zijn aan ander. Grondlegger PA. Trias politica geldt niet meer: de overheid is complexer geworden, hierdoor puurheid v/d machtenscheiding niet meer het geval. Partijen zijn verbindende link: vertegenwoordigen, bevolken administratieve functies.
Goodnow
-
Ontwikkeling science of administration. Wetenschappelijke voorschriften voor besturen en het bestuur. POSDCORB. Ook ‘unity of command’ en ‘span of control’. Ingenieursvisie: organisatie als machine, met nadruk op formele organisatie. 1 blauwdruk die toepasbaar is op alle organisaties. (blauwdrukmanagement) Specialisatie/werkverdeling. Menselijke/fysieke beperkingen, dus werkproces opdelen. Autoriteitsstructuur om verwarring te voorkomen. One-best-way-benadering. Span of control op gespannen voet met specialisatie en afplatting.
Gulick -
Kritiek op orthodoxie (‘proverbs’ zijn nietszeggende algemeenheden die conflicteren, kritiek op Gulick.) Studie van Administrative situations en besluitvorming: criteria wegen en condities aangeven (logisch positivisme). Beperkingen aan rationele besluitvorming (BOUNDED RATIONALITY) ‘Specialisatie’ zeg niets, er is altijd specialisatie, de vraag is welke specialisatie doelmatig is. Span of control op gespannen voet met specialisatie en afplatting. Specialisatie vereist deskundigheid. Organization by purpose, process, clientèle, place Kan nooit alle vier. Bounded rationality: De menselijke rationaliteit is beperkt door de complexiteit en onzekerheid van informatie en door beperkingen in de menselijke informatieverwerkende capaciteit. Descriptieve principes ipv prescriptief.
Simon -
2 Week 4 Minnowbrook + Frederickson
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Vier processen NPA
- Distributive (verdelingsvraagstuk; rechtvaardige verdeling overheidsuitgaven)
External (ex post facto) -> internal (ex ante)
- Integrative (alternatieve interne coördinatie; minder hiërarchisch, meer decentralisatie)
- Boundary-exchange (responsiever, meer cliëntparticipatie)
- Socioemotional (trainingen)
-
3 Week 4 Moore
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Moore constateert dat new public managers te maken hebben met veel verschillende eisen. Hij probeert dat onder 1 noemer te brengen: public value (daar streeft een new public manager naar). Met welke verschillende eisen moeten new public managers omgaan?
Resultaatgerichtheid, efficiënt, verantwoording en verantwoordelijkheid, klantvriendelijkheid, en betrouwbaarheid (responsiviteit) en legitimiteit -
Waarom is het volgens Moore belangrijk om het doel van publiek management vast te stellen?
Voordat je kunt zeggen of een public manager zijn werk wel goed doet, moet je weten wat het doel is van een public manager. -
Publieke waarde kan je afzetten tegen private waarde.
Private waarde is: het draait om het maken van zoveel mogelijk winst, aandeelhoudersvermogen vergroten.
Publieke waarde: het bevorderen van het algemeen belang.
Uiteindelijk zegt Moore: publieke waarde is wat door de politiek als belangrijk wordt gezien. Politiek bepaalt wat publieke waarde is.
"Politics remains the final arbiter of public value"
-
Wat zijn de verschillen tussen publieke en private waarde?
- Eigen belang en belang van het collectief
- Private waarde is individueel en vrijwillig (je kiest zelf of je een bepaald product koopt). Publieke waarde is collectief, je kan je er niet aan onttrekken.
-
Wat is het probleem en wat is de oplossing?
Probleem: publieke waarde is heel moeilijk te definiëren.
Oplossing: degene die bepaalt wat publieke waarde is, is de politiek. Die is democratisch gelegitimeerd, die doet als het goed is wat het volk wil en weet dus wat publieke waarde zal creëren.
-
4 Week 5 Lewis
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
3 manieren waarop je een ethische keuze kunt maken volgens Lewis:
1) Common sense
2) Deontologisch
3) Teleologisch
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden