Samenvatting: Microbiële Fysiologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Microbiële Fysiologie

  • Bacteriën

    Dit is een preview. Er zijn 40 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 13/09/2017
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de processen van een levend wezen?

    - Groei
    - Vermenigvuldiging
    - Reactievermogen
    - Metabolisme
  • Zijn virussen levende wezens?

    Nee,
    - Geen groei
    - Alleen vermenigvuldiging via een gastheer
    - Geen reactievermogen (gebruiken die van de gastheer)
    - Geen metabolisme (gebruiken die van de gastheer)
    - Geen cytoplasmatisch membraan, celwand of ribosomen en andere celorganellen
  • Welke vormen bacteriën kun je tegenkomen?

    - Coccen: streptococcen (in een keten), staphylococcen (in trosjes), duplococcen
    - Staven
    - Coccobacillus
    - Spirillen
    - Spirocheten
  • Wat is de vorm van een coccobacillus?

     Een coccobacillus is meestal gram-negatief: lijkt op een coc, maar is een staaf
  • Hoe groot is een bacterie ten opzichte van een virus?

    De kleinste bacterie (Mycoplasma pneumoniae; 0,2 micrometer) is iets groter dan een virus.
    - De Mycoplasma bacterie bevat als enige geen celwand
  • Welke bacterie kan men met het blote oog zien (grootste bacterie)?

    De grootste bacterie: Thiomargarita namibiensis (750 micrometer).
    De bacterie leeft voor de kust van Namibië en kan maximaal 1 mm groot worden.
  • Wat voor voordeel heeft het om zo klein te zijn?

    - Hoe kleiner je bent, hoe een grotere verhouding oppervlak/volume.
    - Dit is efficiënt, want voedselopname via diffusie over het celmembraan wordt gemakkelijker bij een grotere verhouding.
    - Grote bacteriën lossen dit op door voedsel op te slaan in een vacuole.
  • Wat zijn de kenmerken van de celwand bij bacteriën?

    - Zorgt voor structuur en karakteristieke vorm
    - Beschermt tegen osmotische druk: behoud van de vorm in een hypertone/hypotone oplossing.
    - Target voor veel antibiotica, maar speelt ook een rol bij de antibiotica resistentie.
    - Bestaat uit peptidoglycaan en verschilt bij gram-positieve en gram-negatieve bacteriën.
  • Wat is peptidoglycaan, waar de celwand uit bestaat?

    - Peptidoglycan is een complex polysaccharide.
    - Het bestaat uit twee elkaar afwisselende suikers, N-acetylglucosamine (NAG) en
    N-acetylmureine zuur (NAM)
    - Ketens van afwisselend NAG en NAM zitten aan elkaar bevestigd door kruisverbindingen bestaande uit 4 aminozuren (tetrapeptiden). Deze tussenverbindingen zitten alleen tussen NAM-delen.
    - Veel antibiotica voorkomen dat de tussenverbindingen kunnen worden gevormd.
  • Wat zijn de kenmerken van een gramnegatieve celwand?

    - Dunne laag peptidoglycaan
    - Bevatten naast het cytoplasmatich membraan (celmembraan) binnen de celwand, ook een buitenmembraan (2 celmembranen met daartussen de celwand).
    - Ruimte tussen celmembraan en dunne peptidoglycaan laag wordt de periplasmatische ruimte genoemd.
    - Het buitenmembraan buiten bevat een dubbele laag fosfolipiden, eiwitten en lipopolysacchariden (LPS).
    - Het Lipide A is onderdeel van de LPS en is toxisch. Dit onderdeel kan koorts, ontstekingsreacties, shock en bloed klontering veroorzaken.
    - Kleuren roze bij gram kleuring. Ethanol kan wel door dunne laag peptidoglycaan, waardoor kristalviolet wordt weggewassen. Door nakleuring met fuchsine kleurt de cel rood/roze.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart