Samenvatting: Microbiologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Microbiologie

  • 1 Cel

    Dit is een preview. Er zijn 39 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de samenstelling van een celmembraan?

    1. Dubbele fosfolipidenmembraan (vetzuurstaarten = hydrofobe staarten zijn naar binnen gericht en hydrofiele staarten = fosfaatgroepen zijn naar buiten gericht)
    2. Eiwitten (verankerd in het celmembraan, receptoren met als uitsteeksel een suiker = glycoproteinen) en ionkanalen, enzymen en transporteiwitten.
    3. Cholesterol (maakt het glijden van de vetzuurstaarten over elkaar mogelijk en zorgt voor stabiliteit)
  • Hoe werkt het transport binnen het celmembraan?

    1. Passief (diffusie volgens concentratiegradiënt) 
    2. Gefaciliteerd (door transportkanalen)
    3. Actief (vereist energie ATP)
    Na+ moet continu van in de cel naar buiten worden gepompt
    K+ komt de cel binnen
    (= niet afhankelijk van concentratiegradiënt)
  • Leg de functies uit van het endoplasmatisch reticulum.

    1. Synthese (eiwitten, vetten, koolhydraten)
    2. Depot (opslagplaats)
    3. Transport (buisjessysteem)
    4. Detoxificatie (ontgiften van bijv. Geneesmiddelen, schadelijke stoffen worden afgebroken)
  • Wat is het verschil tussen het ruwe en het gladde endoplasmatische reticulum?

    Ruw: Mét ribosomen en hier vindt de synthese van eiwitten plaats. 
    Glad: Zonder ribosomen en hier vindt de syntese van vetten en koolhydraten plaats.
  • Wat bevat en doet de celkern (nucleus)?

    Opgebouwd uit een netwerk van chromatinedraden een aaneenkoppeling van ons DNA. Celkern heeft ook een kernmembraan en die heeft poriën (openingen) en door die openingen kunnen kleine fragmenten MRNA naar buiten treden richting de ribosomen voor de eiwitsynthese. Elke celkern heeft ook 1 of 2 nucleoli (= kernlichaampjes) en deze bevatten RNA.
  • Wat zijn de pyrimidinebasen (kleine stukken)?

    Thymine en cytosine

    Combinaties: A - T en G - C
  • Wat is de bouwsteen van het DNA?

    Een enkel basepaar gekoppeld aan een suikerfosfaatgroep = mononucleotide
  • Hoe beschrijf je de genetische code?

    1 kant van de touwladder aflezen (dus halve trede) bijv. A-T-G-C-G-C-T-A
    Maar let op: elke triplet (groepje van 3) van stikstofbasen vormt de code voor een 1 aminozuur (bouwsteen voor eiwitten) 
    Zo hebben we 20 aminozuren.
  • Hoeveel mononucleotiden of bouwstenen zitten er in het genetisch materiaal?

    3 miljard schakels
  • Wat zijn voorbeelden van afwijkingen in een gen?

    Afwijking in een structuureiwit = mucoviscidose (aangeboren stoornis in het water- en zouttransport die leidt tot taaie slijmen)
    Afwijking in een enzym = metabole stoornissen, bijv. Fenyketonurie = PKU

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart