Samenvatting: Microbiologie Tentamen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Microbiologie tentamen
-
234 gdsgdf
Dit is een preview. Er zijn 173 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 234
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een van de belangrijkste redenen die verklaart waarom prokaryoten de meest voorkomende organismen op aarde zijn?
De eigenschap van prokaryoten die ze in staat stelt om zich aan te passen op het overlevingsmilieu van heel veel verschillende habitats. -
Wat zijn de drie meest voorkomende celvormen van prokaryoten?
- Circulair
- Staafvormig
- Spiraalvormig
- Kommavormig (vibro) -
Welke functie van de celwand komt een prokaryoot ten goede in een milieu met een lage osmotische waarde? Wat gebeurt er in een milieu met een hoge osmotische waarde?
De celwand zorgt ervoor dat de prokaryotische cel niet snel zal barsten wanneer er sprake is van een toevoer van water bij een milieu met een lage osmotische waarde (t.o.v. De osmotische waarde in de prokaryoot zelf). Bij een milieu met een hoge osmotische waarde zal de prokaryoot volgens de osmose wetten water verliezen, wat de reproductie van de cel kan inhiberen. Zo kan zout worden gebruikt bij voedselconservatie om voedselbedervende bacteriën uit te drogen, zodat ze zich niet kunnen delen. -
Wat is het verschil in celwanden tussen eukaryoten en prokaryoten?
Celwanden van eukaryoten (zoals planten en schimmels) zijn gewoonlijk opgebouwd uit cellulose of chitine. De celwanden van prokaryoten daarentegen, bevatten peptidoglycaan: een polymeer bestaande uit gemodificeerde suikers die cross-linked zijn door middel van korte polypeptiden (één molecuul). Arcahaeale cellen bevatten geen peptidoglycaan, maar hun celwand bevat wel een varïeteit aan polysachariden en proteïnen. De functie van het peptidoglycaan is het bewerkstelligen van een goede vorm en stevigheid van de cel. -
De celwand van veel prokaryoten is omgeven door een "kleverige" laag van polysacchariden of proteïnen. Er zijn hierin twee verschillende types te onderscheiden. Beschrijf de twee types.Waartoe stelt deze betreffende laag prokaryoten in staat?
Capsule: de betreffende laag is dicht, compact en goed gedefinieerd.
Slime layer: de betreffende laag is niet goed georganiseerd.
De betreffende laag zorgt ervoor dat de prokaryoten blijven "plakken" aan het substraat waar ze zich op begeven of aan andere individuele prokaryoten als een kolonie.
Sommige capsules of slime layers bieden bescherming tegen dehydratie en sommigen vormen een schild tegen het afweersysteem van hun gastheer (dit geld voornamelijk voor pathogene prokaryoten). -
Naast het hebben van een buitenst (sticky) laagje (capsule en slimy layer) hebben sommige bacteriën ook nog een ander mechanisme wat ze in staat stelt om aan hun substraat te blijven kleven. Beschrijf dit mechanisme.
Sommige bacteriën beschikken over haarvormige aanhangsels waarmee ze aan elkaar en aan het betreffende substraat kunnen blijven kleven. Deze structuren worden ook wel fimbriae genoemd. Een oude naam hiervoor is pili (ook wel sex pili genoemd), waarvan bekend is dat mannelijke bacteriën vrouwtjes vangen, waarna ze hun DNA kunnen overdragen (maar niet door de pilus heen). Dit proces heet conjugatie. (betwijfel of bacteriën geslachten hebben, de uitleg is afkomstig uit de syllabus) -
Wat betekent taxis wanneer het betrekking heeft op prokaryoten?Noem een bekende vorm van taxis.Met behulp van welk structuur bewegen bacteriën zich het meest voorkomend voort?
Een directe beweging richting of weg van een bepaalde stimulus.
Een bekende vorm van taxis is chemotaxis. Hierbij veranderen prokaryoten hun bewegingspatronen op basis van chemicaliën. Ze zullen voorwaarts beweging richting voedingsstoffen en zuurstof (positieve chemotaxis), maar ze zullen weg bewegen van giftige substanties (negatieve chemotaxis).
De meest voorkomende structuur waarmee bacteriën in staat zijn zich voort te kunnen bewegen zijn flagella (enkelvoud: flagellum). -
Welk feit over flagella kan als argument worden gebruikt dat flagella in archaea/bacteriën en flagella van eukaryote cellen zich onafhankelijk van elkaar hebben geëvolueerd?
Flagella in archaea en bacteriën zijn minder breed (1/10e deel) en niet gecoverd met een uitbreiding van het plasmamembraan. Ook hebben flagella bij archaea en bacteriën een ander draaiingsmechanisme dan flaggella bij eukaryote cellen. Omdat ze op verschillende manieren tot stand zijn gekomen om een zelfde functie uit te kunnen oefenen worden deze structuren analoge (niet homologe) structuren genoemd. -
Welke bevindingen suggereren dat bacteriële flagella zijn geëvolueerd doordat proteïnen die de bacteriën niet zelf konden maken gecombineerd werden met proteïnen die bacteriën wel zelf konden maken?
Van de 42 verschillende ontdekte proteïnen van waaruit flagella zijn opgebouwd is maar de helft nodig voor de uitvoerende functie van de flagella. De rest zijn niet nodig voor het functioneren of kunnen niet worden gecodeerd door het genoom. Van de 21 eiwitten betrokken bij het functioneren zijn er 19 gemodificeerde versies van eiwitten die betrokken zijn bij andere taken binnen de cel. De essentiële eiwitten die betrokken zijn bij de flagella zijn aan elkaar gerelateerd en zijn voortgekomen uit een voorouder eiwit. -
Prokaryoten zijn gebrekkig in de compartimentalisatie betrokken bij de membraan omgeven organellen in eukaryote cellen.Is er in prokaryoten sprake van organel-achtige structuren waarbij omgeving van een membraan betrokken is?Wat voor verschil kan de grootte tussen ribosomen in pro- en eukaryoten maken?
- Sommige prokaryote cellen hebben gespecialiseerde membranen die metabolische functies kunnen vervullen. Meestal zijn deze membranen vouwingen van het plasmamembraan.
- Prokaryotische ribosomen zijn kleiner dan die van eukaryoten. Dit verschil zorgt ervoor dat sommige antibiotica kunnen binden aan de kleinere ribosomen in prokaryoten en zo transcriptie kunnen blokkeren, terwijl deze betreffende antibiotica niet hetzelfde effect kunnen bewerkstelligen bij eukaryote ribosomen. Hierdoor kunnen mensen sommige bacterie-infecties behandelen met deze betreffende antibiotica zonder zichzelf in het proces te beschadigen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden