Samenvatting: Microbiologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Microbiologie

  • 2 Pathologische specimens

  • 2.4 soorten biologische specimens

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Bacteriemie en bloedafname hemocultuur:

    Bacteriemie en bloedafname hemocultuur:
    ·      Volwassen:  2 sets hemoculturen ( 2 aerobe en 2 anaeroob) 30-40 ml bloed per hemocultuur
    ·      Kinderen (minder bloed nodig, want meer bac per ml en bijna nooit anaeroben oorzaak van infectie dus geen anaerobe flessen.) 2 tot 5 ml in aerobe hemocultuurfles worden geïnoculeerd.
    ·      Tijdstip afname bloed: voor toedienen AB. Beste tijdstip is bij begin van koortsopstoot. Meerdere bloedmonsters nemen. 
  • Weefsel materiaal en etters:

    Weefsel materiaal en etters:
    ·Stukjes weefsel in cultuur brengen bij verdenking bacteriële infectie. Bv osteomyelitis (ontsteking botweefsel- door trauma of hematogene osteomyelitis bac in bloedcirculatie. Bac = Staphylococcus aureus)
    ·Staphylococcus aureus veroorzaakt meeste infecties bij mens
    ·Biopsie voor diagnose, stukje weefsel wegnemen
    ·Biopt in steriel afgesloten potje met kompres met steriel fysiologisch water om uitdroging tegen te gaan. Anders sterven micro-organismen
    ·Of arts ent staal in rijke vloeibare voedingsbodem, voedingsbodem die gebruikt wordt is TSB = Tryptic Spy Broth of BHIB = Brain Heart Infusion Broth. 
  • Naam etter naar plaats voorkomen

      ·Pus /etter heeft verschillende namen naar gelang plaats van infectie.
    ·Etter is op slijmvlies en op de huid
    1.Furunkel – steenpuist = etter collectie thv huid.
    vb bij mannen in baardstreek veroorzaakt door staphylococcus aureus.
    ·Sommige mensen drager van S. Aureus in de neus
    2.Abces: afgesloten etter ophoping, in de diepte van de weefsels. Bacteriële infectie waarrond zich een fibrine kapsel bevindt. Drainage langs fistel. Fistel is verbinding tussen abces en slijmvliezen.
    3.Empyeem =  Etter in natuurlijke lichaamsholte, pleuraholte, pericard, gewricht.
    4.Fistel = traject waarlangs een abces zich chronisch ledigt§
  • Keel en neus specimen:

    Keel en neus specimen:
    ·Angine – pharyngitis = is acute keelontsteking, om te ontdekken welk bacterie of virus ontsteking veroorzaakt dan met wisser over keelslijmvlies. Kan gebeuren met droge wisser want bacteriën resistent tegen uitdroging. Meestal bac: Streptococcus Pyogenes
    ·Neusslijmvlies bemonsteren: Staphylococcus Aureus , bij recidiverende infecties dan gekeken of patiënt drager is van S. Aureus. Wisser over neusslijmvlies.
    ·Of bij gehospiliseerde patiënten of MRSA bacterie op te sporen. MRSA= ziekenhuisbacterie. Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus. Om omgeving van patiënt te beschermen. Patiënt in isolatie
    ·Sinusitis = acute ontsteking van een sinus, is neusbijholte. 
  • 3 Microbiologisch onderzoek

  • 3.2 gramkleuring

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • resutaat gramkleuring + waakzaamheid

    ·Gramkleuring: gram + = bacterie die kristal violet vast houdt door de dikke peptidoglycaan laag
    ·Gram negatief:  ontkleurd door de alcohol. Gram-negatief heeft een complex buitenmembraam opgebouwd uit fosfolipiden.
    Sommige gramnegatieven ontkleuren heel moeilijk.
     Vb: acinetobacter, morscella lijken net G+
    Bacillus en Clostridium zijn gram positief maar ontkleuren gemakkelijk waardoor ze gram negatief lijken
  • 5 Identificatiemethoden

    Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Gevoeligheid chemische stoffen:

    Gevoeligheid chemische stoffen:
    Sommige bacteriën zijn resistent tegen stoffen die voor andere bacteriën inhiberend werken. Deze gevoeligheid is typisch voor bepaalde genera of species. Bacteriën kunnen hierdoor geïdentificeerd worden.
    Antibiotica
    Optochine
    Bacitracine
    Kaliumtelluriet
    Biljartgroen
    Cetrimide
    ØAangewend als groei-inhiberende stof
    ØVaak als schijfje of filterpapier op bodem gebracht. 
  • Welke aminozuren worden gedecarboxyleerd door het enzym decarboxylase?

    Welke aminozuren worden gedecarboxyleerd door het enzym decarboxylase?
    (deze az hebben 2 amino groepen)
    -Lysine
    -Ornithine
    -Arginine
    -Geen chemische structuur/reacties kennen maar wel weten wat een decarboxylase test is. COOH groep kan afsplitsen ter vorming van CO2 en gedecarboxyleerde aminogroep. Gevolg bodem wordt basisch, aangetoond met indicator. Procersolpurper. Bodem afgesloten met paraffine laagje zodat geen contact is met omgeving. 
  • Nitraat reductase test (nitraat bouillon)

    Nitraat reductase test (nitraat bouillon)
    Principe: nagaan of er nitraat wordt gereduceerd tot nitriet zonder O2.
    •  Anaerobe ademhaling
    •  Nitraat terminale elektronenacceptor
    •  ! enterobacteriaceae nitraatreductase (+)
    •   NO3- + 2e-  + 2H+ > NO2- + H2O

    • Toevoegen om nitraat reductie aan te tonen


    1.Gries A = sulfanylzuur 10 druppels
    2.Gries B= a-Naftylamine 10 druppels
    Positieve test: medium rood
     
    Sommige bacteriën kunnen nitraat verder reduceren, daarom zinkpoeder toevoegen. Zink reduceert nitraat tot nitriet, dit geeft een rode kleur
     
    ·Rode kleur (-), dit betekend dat bacteriën nitraat niet gereduceerd hebben
    ·Geen verkleuring: (+) nitraat was al gereduceerd door de bacteriën. 
  • 6 Werkschema identificatie gram negatieve micro-organisme

  • Sleuteltest identificatie gram negatieven micro-organismen

    Sleuteltest identificatie gram negatieven micro-organismen
    1.Bewegelijk/onbeweeglijk
    2.Gramkleuring
    3.Groei op algemene + selectieve bodem
    4.Fermentatie op kligler of TSI ( meest gebruikt voor gram -)
    Cytochroomoxidase / katalase
  • 6.2 groei isolatie bodems

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • groei isolatie bodems

    1.groei isolatie bodems:
    -bloedagar als universele groeibodem – incubatie 36C en 5% CO2
    -MC Conkey als selectieve bodem gramnegatieven – gewone atm

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart