Samenvatting: Microbiology An Introduction, Global Edition | 9781292276267

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MICROBIOLOGY An Introduction, Global Edition | 9781292276267

• 1 the microbial world and you

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de genus van E. Coli en hoe weet je waar deze leeft?

  1. Het genus (geslacht) van E. Coli is Escherichia.
  2. E. Coli leeft voornamelijk in het darmkanaal, dit is af te leiden uit het woord coli (colon) wat dikke darm betekend.

• Wat is de bron van de soortnaam en het geslacht van streptococcus pyogenes?

  De bron: pusvorming, dit is af te leiden uit pyo wat pus betekend.
  Het geslacht: streptoccocus

• Wat is het binaire splijtingsproces van bacteriën ?

  • Bacteriën reproduceren zich door middel van binaire splijting
  • Het begint met de verdubbeling van het genetisch materiaal
  • Vervolgens groeit de cel en verplaatst de kopie naar de andere kant
  • De celwand begint in te snoeren
  • Uiteindelijk splits de cel zich in twee identieke dochtercellen.

• Wat is het flagellum van bacteriën?

  • Flagellum is een lange, zweepachtige structuur
  • Helpt bacteriën bewegen en zwemmen
  • Bestaat uit een filament, haak en motor

• Wat is het verschil tussen archaea en bacteriën?

  1. Archaea kunnen overleven in extreme omstandigheden, terwijl bacteriën dat meestal niet kunnen.
  2. Bacteriën hebben een peptidoglycan-celwand, terwijl archaea dat niet hebben.
  3. Archaea hebben complexere RNA-polymerasen dan bacteriën.
  4. Bacteriën komen over het algemeen vaker voor en hebben verschillende vormen, terwijl archaea minder voorkomen en meestal een specifiekere vorm hebben.

• In welke groepen kan je archaea onderverdelen?

  • Methanogenen
    
  • Extreme halofielen
  • Extreme thermofielen 

• Wat is het verschil en een overeenkomst tussen methanogenen, extreme halofielen en thermofielen?

  1. Methanogenen, extreme halofielen en thermofielen zijn allemaal soorten micro-organismen die in extreme omgevingen kunnen overleven (archaea).
  2. Methanogenen produceren methaan als bijproduct van hun metabolisme, terwijl extreme halofielen gedijen in zeer zoute omgevingen en thermofielen gedijen bij hoge temperaturen.
  3. Het belangrijkste verschil tussen hen is de soort omgeving waarin ze gedijen, terwijl een overeenkomst is dat ze allemaal aangepast zijn aan extreme omstandigheden.

• Wat is chintine bij schimmels?

  ▪ Chitine is een stof die voorkomt in de celwanden van schimmels
  ▪ Het zorgt voor de stevigheid en structuur van de celwanden
  ▪ Chitine is een polysacharide, wat betekent dat het is opgebouwd uit meerdere suikereenheden
  ▪ Deze stof is ook aanwezig in de exoskeletten van geleedpotigen zoals insecten

• Wat is mycelium van een schimmel?

  • Mycelium is het netwerk van schimmeldraden.
  • Het dient als de vegetatieve structuur van een schimmel.
  • Het groeit in de voedingsbron van de schimmel, zoals de bodem of een rottend organisch materiaal.
  • Mycelium helpt bij de absorptie van voedingsstoffen voor de schimmel.
  • Het speelt een cruciale rol in het reproduceren en verspreiden van de schimmel.

• Hoe reproduceren schimmels zich?

  Schimmels reproduceren zich op verschillende manieren:
  

  1. Door middel van sporen die zich verspreiden in de lucht
  2. Door middel van fragmentatie, waarbij een schimmel in delen uiteenvalt en uitgroeit tot nieuwe schimmels
  3. Door middel van geslachtelijke voortplanting, waarbij schimmels zich voortplanten door middel van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen.