Samenvatting: Microscopie En Spectroscopie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van microscopie en spectroscopie

  • 1 HC1

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe worden microscopie en spectroscopie omschreven?

    Technieken waarbij de interactie tussen moleculen centraal staat.
  • Welke interacties tussen licht en materie zijn er mogelijk?

    1. Reflectie 


    2. Absorptie. Dit is als er in het monster moleculen zitten die het type licht wat je gebruikt kunnen absorberen.Hierbij wordt het licht opgenomen. 
    3. Scattering 
    helder monster: 1 richting scandering 
    niet helder monster: licht wordt gereflecteerd in alle richtingen. 

    4. Fluorescentie ook wel transmitter light. 
    2 vormen: 
    elastisch en inelastisch. 
    1. Fotonen exact dezelfde kleur -> Elastische botsing.
    2.  Inelastische botsing ( tijdens de botsing is er iets van energie verloren gegaan) 
  • Beeld de verschillende interacties tussen licht en materie uit.

    Licht valt op een bepaalde materie onder een bepaalde hoek. Door de moleculen die zich bevinden wordt een bepaalde hoeveelheid licht gereflecteerd, andere worden geabsorbeerd waarvan een deel wordt gescatterd maar het molecuul kan de energie van de fotonen opnemen en weer uitzettenden in de vorm van transmitter light. 2 soorten: inelastisch en elastisch.
  • Wat is spectroscopie, waardoor zijn er verschillende type elektromagnetische straling en waar is het afhankelijk van?

    Spectroscopie is interactie elektromagnetische straling en materie. Doordat er veel verschillende type elektromagnetische straling zijn zijn er ook veel type spectroscopie. Wordt meestal gebruik gemaakt van laag energetische. Meeste vormen zijn afhankelijk van 1 foton en 1 molecuul en hoeveel foton-energie het foton heeft. Of er iets gebeurt hangt af van de energie niveaus van het molecuul ten op zichten van de energie van het foton.
  • Wat zijn de drie doelen van spectroscopie.

    o 1)Spectrosopische technieken kunnen gebruikt worden ter identifiatie
    o 2) kwantificatie
    o 3) Informatie over fysisch chemische eigenschappen en of hun interactie met de omgeving. 
  • Wat zijn de belangrijkste eenheden die de maken hebben met de eigenschappen van licht?

    Lichtsnelheid 

    frequentie ( aantal trillingen per seconde) bepaald aan de hand van: 

    E= h x f = h x c / labda 

    f= c/labda 

    golflengte in m 

    richting ook wel polarisatie richting. 

    verder golfgetal aantal golfen op een afstand van 1 cm. 
    bepaald aan de hand van: 
    1/ grond golflengte 

    of: 

    frequentie/ c 
  • Wat is het golfgetal en hoe kan je deze bepalen?

    Golfgetal: v = aantal golfjes op een afstand van een centimeter. Hiervoor gebruik je het niet vetraagde foton de golflengte.

    V = 1/ labda0 ( golflengte in vacuum) 

    V = 1/labda x 10^7 --> gelet op eenheid van cm-1


    v= f/c
  • Beantwoord de volgende vraag wat is de energie, frequentie en het golfgetal van een lichtdeeltje met labda 400nm.

    · Energie = 4.95 x 10 ^-19 J 
    · Frequentie ( griekse getal nu ) = 7.5 x 10^14 Hz
    · Golfgetal = 1/400 x 10^ 7 = 2.5 x 10^4 cm -1 
  • Vraag: welke van de grootheden ( energie, frequentie en golfgetal) zal veranderen als de bundel door een waterige oplossing gaat? (n=1.33)

    Verschil zit hem in de brekingsindex. In lucht is de brekingsindex 1 waardoor de snelheid van de golf gelijk is aan de lichtsnlehid c. In de waterige oplossing wordt de snelheid dus lager en daarna wordt het weer maximaal. De energie veranderd niet want E= h x c / labda, je hebt te maken met wet van behoud van energie. Hierdoor zie je ook dat frequentie gelijk moet blijven want E = h x f. 

    Conclusie golflengte veranderd, wordt kleiner want c wordt kleiner dus labda wordt ook kleiner ter compensatie. 
  • Welke overgangen zijn er bij jablonksi diagram?

    Vier overgangen: 

    1. Elektronen komen in een hogere toestand doordat er een energie wordt opgenomen in hun elektronen wolk waardoor zich anders gaan vibreren en in S1 of S2 komen 

    2. Fluorescentie nadat de moleculen worden aangeslagen in S1 of in S2 rolt het molecuul weer terug in de grondtoestand waardoor een klein gedeelte kan worden uitgezonden in licht en je fluorescentie krijgt. 

    3. Raman. Hierbij komt het molecuul van een laag energetische grondtoestand in een vibrationele toestand in s0. 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart