Samenvatting: Middeleeuwse Geschiedenis

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Middeleeuwse Geschiedenis

• Hoorcollege 1: Introductie Middeleeuwen, Romeinen en Barbaren

• Hoe ziet Rosenwein de Middeleeuwen volgens het handboek, in tegenstelling tot de Humanisten?

  Rosenwein ziet het als een transformatieproces, niet een verval proces die er niet toe deed volgens de Humanisten. De Humanisten, 14e/15e eeuw stelde namelijk de Klassieke Oudheid als voorbeeld, en wilde die opvolgen en verbeteren. 
  
  Ook ziet zij periodes als een hulpmiddel om orde te creëren in de chaos en dus kunnen de Middeleeuwen ook opgerekt worden.

• Volgens Rosenwein is etnische identiteit flexibel en maakbaar. Leg dit uit.

  De ene etnische identiteit sluit de ander niet uit: er zijn ook geen biologisch verschillen tussen volkeren Er zijn wel culturele verschillen maar ook die veranderen door de tijd heen. Een Romein kan Goth worden en Frank in een span van 10 jaar.

• De Barbaren waren waarschijnlijk niet een loslopende bende wilden. Hoe gedroegen ze zich dan?

  De barbaren trokken niet zomaar rond maar breidden hun gebied uit. Dit kon ook op twee vriendelijke manieren: 
  

  • Ze mochten belasting innen ipv de Romeinen
  • Ze vochten in dienst voor de Romeinen, maar kregen niet betaald -> om plunderen te stoppen werd er een overeenkomst gesloten. 

• In welk jaar maakte Constantijn van het Christendom een toegestane godsdienst en welke gevolgen had dit?

  In 313: daarvoor werden alle christenen vervolgd, maar nu konden ze zich vestigen. Een paar gevolgen waren:
  

  • De Christenen zagen het keizerrijk als hun medestander, ipv tegenstander.
  • Religie wordt een eenheid in het rijk; het was niet enkel iets meer  voor de elite.

• Wat waren de verschillen met het toegestane christendom en de rol van religie bij de Romeinen?

  De verschillen zijn:
  

  • Voor de romeinen behoorde religie tot de filosofie, en dus alleen voor goedgeschoolden.
  • Geschriften speelden ineens een belangrijke rol, wat toen ook alleen voor filosofie gold.
  • De religie vroeg om bepaalde rituelen, gedrag en ethiek, niet enkel om offers.

• Wie waren de vier Romeinse kerkvaders die alle vier elite romeinen waren met goede families en scholing uit de 4e/5e/6e eeuw n. Chr.?

  • Gregorius de Grote
    
  • Ambrosius van Milaan (ketteraanpakker)
  • Augustinus van Hippo (bemiddelaar)
  • Hieronymus van Stridon (meest geleerde)

• Wat hebben de vier Romeinse kerkvaders gedaan, waardoor het Christendom o.a. interessant werd voor de Romeinse elite? Waarom deden ze dit?

  • Ze maakten een bijbel in goed aanvaardbaar Latijn, geen verschillende schrijvers meer met verschillende talen.
    
  • Ze leverden vooral veel commentaar op de bijbel:
  • Er is geen letterlijke maar een diepere betekenis, die je niet ziet op het eerste gezicht.
  • Ze stimuleerden de vorming van de christelijke samenleving, kloosters, en de definitie van het christelijke geloof. 

  
  Het Christendom had veel verschillende standpunten: door de kerkvaders werd het tot een eenheid gesmeed. Ook beschermden de kerkvaders het Christendom tegen politiek en keizers: de kerk was immers de hoogste macht en eenieder was gelijk.

• Hoorcollege 2: De uitbreiding van twee wereldgodsdiensten

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 16/02/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• In het Laat-Romeinse Rijk werd Christendom de dominante godsdienst. Voor welke variant kozen veel barbaarse volkeren en wat hield deze in?

  Ze kozen voor het Arianisme, waarin Jezus als gewoon mens wordt gezien en niet een gedeelte is van de drie-eenheid met de Heilige geest en God. De eerste twee zijn ondergeschikt aan God.

• Welke variant van het Christendom werd uiteindelijk door veel koningen gekozen?

  De orthodoxe variant, oftewel het katholieke christendom. Deze was wel gebaseerd op het Romeinse model, met ambten.

• Welke twee vormen van monnikendom zijn er?

  Heremieten: de kluizenaars, leven in feite in hun eentje in de woestijn. Deze zijn voor ons onbekend omdat ze geen contact hadden met de samenleving. 
  
  Cenobieten: monniken die een gezamenlijk leven leiden, samen eten. Wonen meestal in een klooster.