Samenvatting: Latijn H8 T/m 14 -12 +13 | 9789087718985 | Jori Castricum, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Latijn h8 t/m 14 -12 +13 | 9789087718985 | Jori Castricum, Charles Hupperts, Niels Koopman, Maarten Prot, Riemer van der Veen
-
8 Onderwijs
-
8.1.2 Latijn-Nederlands
Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Is, ea, id (eius)
- Hij/zij/het
- deze/dit; die/dat
- Hij/zij/het
-
Virtus, virtutis (v)
- Deugd, goede eigenschap
- moed, dapperheid
- Deugd, goede eigenschap
-
Qui (betrekkelijk voornaamwoord)
Die -
8.2.2 Latijn-Nederlands
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Invisus, -a, -um (+ dat)
Gehaat (aan/bij) -
Virgo, virginis (v)
Meisje, maagd -
9 Het ontstaan van de Mens.
-
9.2.1 Latijn-Nederlands
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Genus, generis (o)
- Afkomst, geslacht
- soort
- Afkomst, geslacht
-
10 Hoofdstuk 10 Aeneas.
-
10.2 Woorden 10B De vergoddelijking van Aeneas.
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10.2
Laat hier meer flashcards zien -
Coniunx, coniugis (m/v)
- Echtgenote, vrouw
- Echtgenoot, Man
- Echtgenote, vrouw
-
10.2.1 Woorden 10B De vergoddelijking van Aeneas B. Aeneas wordt een god.
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Optimus, -a, -um
Beste, zeer goed -
11 Het begin van Rome
-
11.1 A - Latijn-Nederlands
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11.1
Laat hier meer flashcards zien -
a(b) + abl.
door (bij passieve werkwoorden) -
14 Rome : een multiculturele samenleving
-
14.1.1 latijn-nl
Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Iste, ista, istud (istius)
Die/dat, hij/zij/het
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden