Verklaringen voor probleem gedrag

23 belangrijke vragen over Verklaringen voor probleem gedrag

Wat houd de frustratie - agressie theorie in?

- alle agressie komt voort uit frustratie en frustratie kan overal vandaan komen
- agressie is een natuurlijk respons op frustratie
- maar niet alle frustratie leid tot agressie
- ligt aan de aangeleerde manieren om, om te gaan met frustratie
- er zijn veel prikkels die agressie kunnen verhogen of verlagen

Wat zijn de verschillende niveaus van kolhberg (op het gebied van morele ontwikkeling)

stadia 1 en 2: pre- conventionele niveau
- gehoorzaamheid en straf
- eigen belang
- tot 9 jaar
stadia 3 en 4: conventionele niveau
- interpersoonlijke overeenstemming
- sociale systemen oriënteren
- adolescentie
stadia 5 en 6: post conventionele niveau
- sociaal contract
- universele ethische principes
- volwassenheid

Hoe ontwikkeld moraal besef volgens piaget?

kinderen moeten leren los komen van het egocentrische perspectief. dat vereist een bepaalde mate van cognitieve ontwikkeling. cognitieve ontwikkeling ontstaat uit het opdoen van ervaringen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houd de rationele keuzetheorie in

is een weegschaal waarop mensen een overweging maken
kosten (dreigende straf, fysieke inspanning) versus baten (financieel aantrekkelijk, aanzien verhogend)

Wat is de anomietheorie van drukheim en merton

- er zit een grote ruimte tussen wat mensen kunnen bereiken en wat ze kunnen bereiken
- de mensen raken gefrustreerd en reageren met crimineel gedrag
- dit heet strain

het is een zieken samenleving (criminaliteit is een normale reactie op abnormalen omstandigheden)

Wat is de sociale controle theorie van hirschi

mensen zijn van naturel hedonistisch, en worden alleen sociaal als dit word afgedwongen.

Welke vier soorten binding beschrijft hirschi

1. attechment: je band met anderen. de band met je ouders is hierin de basis
2. commitment: ben je verbonden aan de samenleving. (bijv. sport)
3. involvement: heb je iets te doen in je vrije tijd
4. beliefs: normen en waarden (en passen die in de maatschappij)

Criminele die niet goed gesocialiseerd zijn hebben volgens hirschi wel een goede band met andere criminelen

onjuist

Wat houd de sociale labelling theorie in

- afwijkend gedrag bestaat niet
- de dominante cultuur bepaald wat deviant is
- (sociaal stigma)

Wat beïnvloed hersenprocessen tijdens de zwangerschap

- fijn stof in de lucht
- stress bij de moeder
- roken tijdens de zwangerschap
- en dergelijken

Wat beïnvloed hersenprocessen tijdens de bevalling

- bijvoorbeeld zuurstof tekort

Welke verschillende mechanisme zijn er voor het kiezen van vrienden

1. gelegenheid: om iemand te leren kennen moet je die persoon ergens ontmoeten
2. similariteit: contact tussen personen die belangrijke kenmerken met elkaar gemeen hebben verloopt soepeler. bijv. geslacht, woonplaats, punt in je leven
3. statusprincipe: personen met een hogere status zijn aantrekkelijker

Wat houd loyaliteit in groepsprocessen

- meedoen om vrienden niet in de steek te laten
- loyaliteit ideaal om vriendschap te tonen
- bied een moral cover (je bent niet alleen verantwoordelijk maar iedereen)
- magnifying mechanism: gedrag van 1 kan van alle worden

Op welke twee manieren kan status behoefte leiden tot een delict

1. directe reactie na dat de status is bedreigt
2. niet uitgelokte delinquentie (jezelf showen om een nog hogere status te krijgen)

Wat betekend diffusion of responsibility

minder schuldig voelen, wijzen naar anderen, je eigen rol verkleinen

Welke 2 mechanisme zijn er voor delinquente groepen

1. selectie: criminaliteit is de oorzaak van de vriendschap. je zoekt mensen die het zelfde zijn als jij
2. socialisatie: de vriendschap veroorzaakt het criminele gedrag. zonder de vriendschap waren de jongeren misschien nooit crimineel geworden

Welke 4 factoren hebben invloed op antisociaal gedrag

1. distale factoren (bij de ouders)
2. contextuele factoren (de andere relaties binnen het gezin)
3. globale factoren (de situatie van het gezin)
4. proximale factoren (factoren bij het kind)

Wat is er belangrijk bij de proximale gezinsfactoren

- betrokkenheid
-steun
- controle (niet te veel niet te weinig)
- niet te streng niet te soft

Wat is er belangrijk bij de distale gezinsfactoren

- psychopathologie van de ouders
- persoonlijkheid (bv emotioneel stabiel)
- de cognities van de ouders over opvoeding en het kind
- de beleving van de opvoeding door de ouders
- contextuele factoren
- conflicten tussen de ouders
- globale factoren

Wat is de courcive cyclus

ouder stelt een eis -> kind weigert en verzet zich -> ouder geeft eis op, geeft toe -> kind stopt met vervelend gedrag -> ouder stelt een eis -> enz.
- reïnforcement trap: als je maar lang genoeg verzet geven je ouders wel toe

Wat is een intern werk model

is een blauwdruk in je hoofd met de verwachtingen voor latere intieme relaties
dit kan positief of negatief zijn.

Wat zijn de 4 verschillende soorten hechting

1. veilig
2. onveilig afwerend: kind wil niet gerust gesteld worden
3. onveilig vermijdend: kind raakt niet meer van streek
4. gedesorganiseerd: kind weet niet waar het aan toe is

De kritieke periode voor hechting is tussen de 0-3 jaar

onjuist, het is de gevoelige periode maar is daarna ook nog mogelijk

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo