Burgerlijk procesrecht - De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg

16 belangrijke vragen over Burgerlijk procesrecht - De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg

Wanneer wordt een feit in een civiele procedure als bewezen beschouwd?

Wanneer de waarheid van dit feit aan de rechter is aangetoond. Feiten hoeven dus niet onomstotelijk vast komen te staan. Voldoende is dat de rechter over een feit een redelijke mate van zekerheid verkrijgt. Bij feiten die naar hun aard niet bewezen kunnen worden, kan volstaan dat deze voldoende aannemelijk worden gemaakt.

Wat zijn strategische redenen voor een voorlopig getuigenverhoor?

- Strategische val zetten;
- 'Het water testen'; kijken of je kans van slagen hebt.

Welke 'maar' kleeft aan de stelling 'wie stelt moet bewijzen'?

Je moet dan wel voldoende gesteld hebben. Je kunt niet alleen zeggen 'ik krijg nog €100.000,- van A'. Je zegt 'Ik krijg nog €100.000,- van A, omdat we een overeenkomst hebben gesloten, zie productie ...'. Er is dan nog geen sprake van een bewijslastverdeling; die hangt af van het soort verweer dat volgt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke feiten moeten in een procedure worden bewezen?

Alleen de feiten die door de wederpartij zijn betwist en die tot de beslissing van de zaak kunnen leiden. Dus feiten die door de wederpartij niet (voldoende) zijn betwist of feiten die de wederpartij heeft erkend, staan zonder bewijslevering tussen partijen vast.

Wat is een van de meest gemaakte beginnersfouten ten aanzien van bewijs?

Het vergeten van het doen van een bewijsaanbod in de dagvaarding.

Wat is een bevrijdend verweer?

Gedaagde betwist bepaalde door eiser ingeroepen feiten niet, maar beroept zich afgezien daarvan op een bijzondere bevrijdende omstandigheid. Bijvoorbeeld: gedaagde stelt dat hij al wel heeft betaald.

Wanneer dat gebeurt, valt de rechtsgrond onder de vordering van eiser weg en rusten stelplicht en bewijslast ten aanzien van dat feit op gedaagde.

Welke uitzondering bestaat er op de hoofdregel met betrekking tot bewijslast?

In art. 150 Rv worden die uitzonderingen geformuleerd. Een bijzondere regel of de eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen voor een andere bewijslastverdeling zorgen.

Wat betekent verlichting van de bewijslast?

1. De rechter kan oordelen dat een bepaald feit vaststaat, behoudens tegenbewijs. Denk aan art. 3:109 BW - houder wordt vermoed bezitter te zijn behoudens tegenbewijs.
2. Verzwaarde stel- en motiveringsplicht: de partij die niet de bewijslast voor een bepaald feit draagt, krijgt dan de plicht om in het betwisten van de stellingen van de wederpartij (die een bepaald feit moet bewijzen) informatie te verschaffen aan de wederpartij die de wederpartij helpen het bewijs van dat feit te leveren. Denk aan een arts die een dossier moet aanleveren in de procedure gestart door zijn patiënt.

Waar kan omkering van de bewijslast uit voortvloeien?

Uit de redelijkheid en billijkheid, de wet en de jurisprudentie (de geschreven rechtsbronnen).

Geef een voorbeeld van omkering van de bewijslast op grond van de wet.

Bijvoorbeeld art. 7:658 lid 2 BW. De werknemer die een ongeval op de werkvloer heeft kan volstaan met stellen dat hij schade heeft geleden. De werkgever moet op grond van de omkeringsregel bewijzen dat hij voorschriften in acht heeft genomen, dan wel dat er bij werknemer sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid.

Wat is omkering van de bewijslast op grond van de jurisprudentie?

Bij zaken betreffende onrechtmatige daad en wanprestatie is het - kort gezegd - voldoende voor de schadelijdende partij om te stellen dat de wederpartij een bepaald risico heeft genomen en dat dit risico zich heeft verwezenlijkt.

Het causale verband tussen gedraging en schade wordt dan aangenomen en het is aan de verwerende partij om te bewijzen dat de schade ook zonder de gedraging of tekortkoming zou zijn ontstaan.

Zuiver bezien is dit geen omkeringsregel maar een verlichting van het bewijsrisico.

Wat is de hoofdregel bij de waardering van het bewijs?

In art. 152 lid 2 Rv staat dat de rechter vrij is in de waardering van bewijs. Er zijn uitzonderingen die dwingend bewijs opleveren.

Wat is de bewijskracht van geschriften en akten?

Bij een geschrift niet-akte geldt vrije bewijswaardering. Voor akten: art. 157 lid 2 Rv - dwingend bewijs tussen partijen. Voor authentieke akten: dwingend bewijs tegenover eenieder (art. 157 lid 1 Rv).

Is iedereen in een burgerlijk proces verplicht te getuigen?

De hoofdregel uit art. 165 Rv = ja, behoudens het verschoningsrecht.

Wat is de bewijskracht van getuigenverklaringen?

In principe geldt ook hiervoor vrije bewijswaardering, maar wanneer er een proces-verbaal van is opgemaakt is het bewijs wel semi-dwingend.

Hoe voeg je je in een procedure?

Bij incidentele conclusie van voeging - art. 217-218 Rv.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo