Startpagina / Samenvattingen / Minor vermogensrecht en BPR Hogeschool Leiden / schade-onrechtmatig-definieer

Verbintenissenrecht - De onrechtmatige daad

13 belangrijke vragen over Verbintenissenrecht - De onrechtmatige daad

Definieer het begrip 'immateriële schade'.

Schade die benadeelde buiten zijn vermogen lijdt. Daar waar je bij vermogensschade uit kunt rekenen wat het nadeel is, kan dat bij immateriële schade niet. Art. 6:106 BW.

Definieer begrip 'relativiteitsvereiste'.

Er bestaat geen verplichting tot schadevergoeding als de overtreden norm (wettelijk of ongeschreven) niet de strekking heeft om te beschermen tegen de schade zoals gelaedeerde die heeft geleden. Zie art. 6:163 BW.

Definieer het begrip 'affectieschade'.

Verdriet om overlijden of verwonding van een naaste.

Wat wordt bedoeld met 'condicio sine qua non'?

Voorwaarde zonder welke niet - de basale causaliteitsvoorwaarde uit art. 6:74 BW en 6:162 BW. Deze voorwaarde geldt voor de vestiging van de aansprakelijkheid, en geldt niet voor de omvang van de schadevergoedingsverbintenis.

Wat is alternatieve causaliteit?

Variant 1: komt de schade door dader A of door dader B?
Variant 2: komt de schade voor dader of door slachtoffer?

Definieer het begrip 'eigen schuld'.

Van eigen schuld is sprake als de schade die is ingetreden mede een gevolg is van een gedraging die condicio sine qua non is voor de schade en die toe te rekenen valt aan benadeelde. Denk aan: benadeelde reed zelf ook te hard. Art. 6:101 BW.

Hoe beoordeel je een casus op het grensgebied van ongelukkige samenloop van omstandigheden en een onrechtmatige daad?

Je loopt de stappen van art. 6:162 (OD) na, maar meestal zal het probleem dan zitten in gevaarzetting. Denk aan arresten Zeulende zusters, Zwiepende tak etc. Er kan wel sprake zijn van bijkomende omstandigheden waarom het in dat specifieke geval toch gevaarzetting kan zijn. Dat zou dan zijn op grond van maatschappelijk onverantwoord/onrechtmatig gedrag.

Hoe behandel je een casus waarbinnen iemand zich op een OD in een sport- en spelsituatie beroept?

Je schrijft eerst de artikelen 6:162 en 6:163 BW uit. Je wijst aan wat eventueel onrechtmatig gedrag zou kunnen zijn in de casus en waarom dat zo is. Leg uit waarom dat in sport- en spelsituaties juist niet zo is. Vervolgens motiveer je je eigen conclusie. Kan beide goed zijn, subjectieve beantwoording.

Welke vier stappen zijn er n.a.v. Het Sauna-arrest en hoe werk je die uit?

1. Werk de stappen van art. 6:162 lid 1 BW uit;
2. Werk lid 2 uit;
3. Pas de Kelderluik-criteria toe ('gek en verder');
- aard van de gedraging;
- kans op schade;
- ernst van schade;
- mate van voorzienbaarheid.
4. Heeft de sauna voldaan aan de zorgplicht? Relativiteit!

Wat is het verschil tussen het causaal verband van art. 6:98 en 6:162 BW?

De eerste ziet op de vraag welke schade voor vergoeding in aanmerking komt en waar dat dient te worden afgebakend. De tweede kijk naar de 'condicio sine qua non'; de oorzaak-gevolgrelatie en dus aansprakelijkheid. Uit oorzaak-gevolg volgt daarbij in casu aansprakelijkheid.

Kun je altijd verlangen dat iemand de geleden schade laat repareren?

Wel bij een concrete schadeberekening; er wordt dan gekeken wat de daadwerkelijk geleden schade is (geld moet uitgegeven zijn; bonnetjes etc). Niet bij de abstracte schadeberekening; er wordt dan bepaald hoe hoog de schade is in soortgelijke gevallen.

Op wie kan schade worden verhaald wanneer onduidelijk is welke van (bijv twee) mogelijke schadetoebrengers daadwerkelijk onrechtmatig gehandeld heeft?

Ieder is dan hoofdelijk aansprakelijk; zij kunnen onderling weer op elkaar verhalen. Art. 6:99 BW of art. 6:166 BW; LET GOED OP HET VERSCHIL.

Wie is aansprakelijk als, van een groep, een aantal mensen onrechtmatig hebben gehandeld en anderen hebben toegekeken?

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor allen; art. 6:166 BW. Je mag van de toeschouwers verwachten dat zij de anderen tegenhouden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Minor vermogensrecht en BPR Hogeschool Leiden

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Verbintenissenrecht - De onrechtmatige daad

13 belangrijke vragen over Verbintenissenrecht - De onrechtmatige daad

Definieer het begrip 'immateriële schade'.

Definieer begrip 'relativiteitsvereiste'.

Definieer het begrip 'affectieschade'.

Wat wordt bedoeld met 'condicio sine qua non'?

Wat is alternatieve causaliteit?

Definieer het begrip 'eigen schuld'.

Hoe beoordeel je een casus op het grensgebied van ongelukkige samenloop van omstandigheden en een onrechtmatige daad?

Hoe behandel je een casus waarbinnen iemand zich op een OD in een sport- en spelsituatie beroept?

Welke vier stappen zijn er n.a.v. Het Sauna-arrest en hoe werk je die uit?

Wat is het verschil tussen het causaal verband van art. 6:98 en 6:162 BW?

Kun je altijd verlangen dat iemand de geleden schade laat repareren?

Op wie kan schade worden verhaald wanneer onduidelijk is welke van (bijv twee) mogelijke schadetoebrengers daadwerkelijk onrechtmatig gehandeld heeft?

Wie is aansprakelijk als, van een groep, een aantal mensen onrechtmatig hebben gehandeld en anderen hebben toegekeken?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Verbintenissenrecht - Het aangaan van een overeenkomst

Minor vermogensrecht en BPR Hogeschool Leiden

Werkboek materieel strafrecht OU

Materieel strafrecht

Directe Belastingen III

Formeel belastingrecht

Internationaal Belastingrecht

Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding

Inkomstenbelasting

Samenvatting Verdieping IBR

Bestuursrecht in het Awb-tijdperk

Directe Belastingen II

Hoofdstukken uit de Geschiedenis van het Eur…