Dentogene ontstekingen

55 belangrijke vragen over Dentogene ontstekingen

Stelling: Een periapicaal abces is hetzelfde als een wortelpunt granuloom

Onjuist

Stelling: Een periapicaal abces is hetzelfde als een acute periapicale ontsteking

Juist

Stelling: Kenmerkend voor een periapicaal abces zijn pijn bij koud/warmte en percussiepijn

Onjust
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Stelling: Kenmerkend voor een periapicaal abces zijn last bij kauwen en te hoog aanvoelen van het element

Juist

Een chronische periostitis bij kinderen veroorzaakt:
  1. Botvorming
  2. Veel pijn
  3. Granulomateus verdikt periost
  4. Koorts en algemene malaise

1. Botvorming

Een periostitis (bij volwassenen) kenmerkt zich door:
  1. Kloppijn op het schuldige element
  2. Geringe, palpatiepijnlijke zwelling in de omslagplooi
  3. Ernstige, palpatiepijnlijke zwelling in de omslagplooi
  4. Zwelling van het gelaat

2. Geringe, palpatiepijnlijke zwelling in de omslagplooi

Stelling: Een periapicaal abces is hetzelfde als parodontitis apicalis

Onjuist

Stelling: Kenmerkend voor een periapciaal abces zijn gelokaliseerde pijn en verhoogde mobiliteit van het element.

Juist

Een periapicaal abces wordt o.a. gekenmerkt door:
  1. Zwelling wang
  2. Pijn bij koud/warm
  3. Pijn bij percussie
  4. Zwelling omslagplooi

3. Pijn bij percussie

Stelling: Het beloop van een periapicale, een parodontale of een pericoronaire ontsteking  tot een dentogeen abces is voor elk geheel verschillend

Onjuist

Stelling: Een dentogene ontsteking is altijd een infectie

Onjuist

Stelling: Kenmerkend voor een periapicaal abces zijn slecht te lokaliseren pijn en ondraaglijke last.

Onjuist

Welk symptoom past niet bij een acute periapiciale ontsteking:
  1. Avitaal reagerend element
  2. Mobiel gebitslement
  3. Kloppende pijn in de kaak
  4. Pijn bij koud en warm

4. Pijn bij koud en warm

Een onbehandeld periapicaal abces leidt in een volgende fase tot:
  1. Subperiostaal abces
  2. Periostitis
  3. Ostemyelitis
  4. Infiltraat

2. Periostitis

Stelling: Een kenmerkend symptoom van een subperiostaal abces, bijvoorbeeld in de premolaarstreek in de OK, is geringe zwelling van de omslagplooi en extreme palaptiepijn.

Juist

Een palatumabces is een:
  1. Een loge abces
  2. Subperiostaal abces
  3. Periostaal abces
  4. Submucosaal abces

2. Subperiostaal abces

Een subperiostaal abces in de kinstreek veroorzaakt
  1. Veel palpatiepijn
  2. Een submucosaal abces
  3. Een 'Spitzbart'
  4. Geen zichtbare zwelling

3. Een 'Spitzbart'

Een 19-jarige vrouw met een onderhouden dentitie klaagt over een al maanden bestaande niet pijnlijk, niet groeiende botharde verhevenheid, juist onder de omslagplooi in de regio 15-17. Welke van de onderstaande situaties komt op basis vanbovenstaande gegevens het minst in aanmerking.
  1. Processus zygoma alveolaris
  2. Periostitis ossifans
  3. Exostose
  4. Subperiostaal abces

4. Subperiostaal abces

Stelling: Een kinabces is een subperiostaal abces ('Spitsbart')

Juist

Na doorbraak van een subperiostaal abces in de weke delen ontstaan:
  1. Een subcutaan abces
  2. Een submucosaal abces
  3. Een flegmone
  4. Een infiltraat

4. Een infiltraat

Direct na doorbraak van een subperiostaal abces ontstaat:
  1. Flegmone
  2. Fluctuatie
  3. Submuceus abces
  4. Infiltraat

4. Infiltraat

Een beginnend infiltraat vertoont opvallend veel zwelling ontstaan in korte tijd. Dit komt door ophoping van:
  1. Pus
  2. Plasma
  3. Lymfevocht
  4. Ontstekingscellen

2. Plasma

Stelling: Een gevorderd wanginfiltraat (4-5 dagen oud) wordt gekenmerkt door een schijfvormige zwelling en verkleuring van de huid

Juist

Stelling: Een beginnend infiltraat (1-2 dagen oud) wordt gekenmerkt door een stevige, palpatiepijnlijke wang

Onjuist

Stelling: Een gevorderd infiltraat (4-5 dagen oud) wordt gekenmerkt door een weke, pijnloze zwelling van het gelaat en oedeemvorming

Onjuist

Stelling: Een gevorderd infiltraat (4-5 dagen oud) wordt gekenmerkt door centrale verweking en fluctuatie

Onjuist

Stelling: Na uitrijping van een periapicale ontsteking ontstaat een submucosaal, een subcutaan of een loge abces. Dit is o.a. afhankelijk van de lokalisatie van een wortelpunt in buccolinguale richting

Juist

Welke factor bepaalt niet het ontstaan van of een submucosaal, subcutaan dan wel loge abces:
  1. Plaats van het element in de kaak
  2. Spieraanhechting
  3. Virulentie van de bacterie
  4. Lokalisatie wortelpunt

4. Virulentie van de bacterie

Een submucosaal abces in de OK regio P1 is meestal gelegen :

  1. Onder de m. buccinator
  2. Boven de m. mylohyoideus
  3. Boven de aanhechting van de m. buccinator
  4. Onder de m. mylohyoideus

3. Boven de aanhechting van de m. buccinator

Bij een submucosaal of subcutaan abces zijn de algemene lichamelijke verschijnselen:
  1. Nihil
  2. Verhoogde bezinking
  3. Koorts
  4. Linksverschuiving leukocyten

1. Nihil

Stelling: Een subcutaan abces wordt gekenmerkt door algehele malaise, koorts en zwelling van de huid

Onjuist

Welke symptoom past niet bij een subcutaan abces:
  1. Pijnlijke zwelling
  2. Fluctuatie
  3. Zieke patient
  4. Roodverkleuring van de huid

3. Zieke patient

Stelling: De ondergrens van de pterygomandibualire loge is de binnenzijde van de kaakhoek

Juist

Stelling: De voorgrens van de pterygomandibulaire loge is de farynxboog

Juist

Stelling: De achtergrens van de sublinguale loge is de submandibulaire loge

Onjuist

Stelling: De bovengrens van de submandibulaire loge is de m. mylohyoideus

Juist

Stelling: De laterale grens van de submandibualire loge is de ramus mandibulae

Onjuist

Een submandibulair loge abces bevindt zich:
  1. Onder de m.buccinator
  2. Onder de m. mylohyoideus
  3. Boven de m. mylohyoideus
  4. Boven de m. pterygoideus medialis

2. Onder de m. mylohyoideus

Welke loge wordt niet direct aangedaan door uitbreiding van een dentogene ontsteking:
  1. Sublinguale loge
  2. Submandibulaire loge
  3. Pterygomandibulaire loge
  4. Parafaryngeale loge

4. Parafaryngeale loge

Stelling: Een flegmone is een voortwoekerende (dentogene) ontsteking zonder neiging tot afkapseling en pusvorming

Juist

Behandeling van een mondbodem flegmone bestaat uit:
  1. Incisie, drainage en behandeling oorzaak
  2. Incisie, drainage en antibiotica
  3. Antibiotica, corticosteroiden en antibioticae
  4. Trachetomie en mediastioscopie

2. Incisie, drainage en antibiotica

Bij een flegmone of angina van Ludwig wordt/is:
  1. Geen pus gevonden
  2. Bloedkweek negatief
  3. Afkapseling gevonden
  4. Veel infiltraat gevonden

1. Geen pus gevonden

Een (chronische) odontogene huidfistel wordt behandeld door:
  1. Antibiotica en aanstippen
  2. Behandeling oorzaak
  3. Incisie en drainage
  4. Excisie en sluiten

Behandeling oorzaak

Behandeling van een palatumabces bestaat uit:
  1. Punctie en en geen incisie (ivm bloeding)
  2. Inscisie en drain achterlaten
  3. Excisie stukje palatummucosa
  4. Eerst antibiotica en later behandeling oorzaak

3. Excisie stukje palatummucosa

Behandeling van een subperiostaal abces bestaat uit:
  1. Pijnstillers en antibiotica
  2. Incisie door het periost en drainage
  3. Endostart en drainage via het wortelkanaal
  4. Incisie door mucosa en drainage

2. Incisie door het periost en drainage

Behandeling van een gevorderd infiltraat (4-5 dagen oud) bestaat uit:
  1. Behandeling oorzakelijk element
  2. Pijnstillers en antibiotica
  3. Uitrijpen tot abcesvorming
  4. Incisie en drainage

3. Uitrijpen tot abcesvorming

Stelling: De behandeling van een periapicaal abces bestaat uit voorschrijven van antibiotica en pijnstillers

Onjuist

Stelling: De behandeling van een periapicaal abces bestaat uit endostart en vijlen/ruimen tot pusafvloed

Juist

Stelling: Nadat drainage van een periapicaal abces is verkregen, wordt het element enige dagen open gelaten

Onjuist

Behandeling van een palatumabces bestaat uit
  1. Pijnstillers en antibiotica
  2. Incisie, drainage en inhechten drain
  3. Endostart en drainage via het wortelkanaal
  4. Incisie, drainage en excisie mucosa

4. Incisie, drainage en excisie mucosa

Behandeling van een (chronische granulerende) periostitis bestaat uit:
  1. Pijnstillers en antibiotica
  2. Drainage via het wortelkanaal van het schuldige element
  3. Behandeling van het schuldige element
  4. Incisie en drainage in de omslagplooi

3. Behandeling van het schuldige element

Onder het Waterbedfenomeen bij de diagnostiek van onstekingen wordt verstaan:
  1. Verspreiden van het pus naar de andere zijde (mondbodem)
  2. Verplaatsen van pus in de abcesholte
  3. Dempen van pusbeweging door aanwezigheid van vitale structuren in de abcesholte
  4. Aannemen van lichaamstemperatuur van een koude (pusarme) ontsteking

2. Verplaatsen van pus in de abcesholte

Een empyeem is een ophoping van pus in een reeds bestaande holte. In het hoofd hals gebied is hiervan een voorbeeld:
  1. Mondbodem empyeem
  2. Orbita empyeem
  3. Mondholte empyeem
  4. Sinus empyeem

4. Sinus empyeem

Een (kaak)cyste is een niet te voren bestande holte die:
  1. Bekleed is met slijmvlies
  2. Gevuld is met brij/vocht
  3. Groter wordt door osmose door hogere zoutconcentratie
  4. Gevuld is met pus

2. Gevuld is met brij/vocht

Een apicale trepanatie bij de behandeling van een acute periapicale ontsteking vindt meestal plaats:
  1. Bij een oppervlakkig gelegen wortelpunt
  2. Bij molaren waarbij slechts 1 wortelpunt is onstoken
  3. Bij een centraal in het bot gelegen wortelpunt
  4. Bij elementen met recente porseleinen kroon

3. Bij een centraal in het bot gelegen wortelpunt

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo