De sinus maxillaris

39 belangrijke vragen over De sinus maxillaris

Bij een verminderd of afwijkend gevoel in één helft van de onderlip is, wanneer uiteraard geen sprake is van toediening van lokale anesthesie, vermoedelijk sprake van:
  1. Kwaadaardig proces in het verloop van de n. Alveolaris inferior aan de andere kant van het verdoofde gevoel.
  2. Onbegrepen, recividerende gevoelsstoring die zich meestal spontaan herstellen.
  3. Kwaadaardig proces in het verloop van de n. Alveolaris inferior aan dezelfde kant van het verdoofde gevoel.

3. Kwaadaardig proces in het verloop van de n. Alveolaris inferior aan dezelfde kant van het verdoofde gevoel.

Wat is brachytherapie?
  1. Bestraling van de armen
  2. Inwendige bestraling
  3. Bestraling van zeer diep gelegen tumoren
  4. Bestraling in meerdere grote porties

2. Inwendige bestraling

Een maligne, mesenchymale tumor, die dwarsgestreept spierweefsel vormt, heet:
  1. Angiosarcoom (bloedvaten)
  2. Leiomyosarcoom (glad spierweefsel)
  3. Rhabomyosarcoom
  4. Fibrosarcoom

3. Rhabomyosarcoom
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Een voorbeeld van een typisch late bijwerking van bestraling is:
  1. Fibrose
  2. Mucositis
  3. Beenmergdepressie
  4. Pas 1 week na behandeling zichtbaar

1. Fibrose

Kenmerkend voor een goedaardige tumor is:
  1. Aanwezig zijn van necrose
  2. Expansieve groei
  3. Voorkomen van mitosen
  4. Ontbreken van een kapsel

2. Expansieve groei

Bij bepaalde mondheelkundige behandelingen dient men rekening te houden met een eerdere bestraling tot een periode van:
  1. Altijd
  2. Circa 4 maanden
  3. Circa 2 jaar
  4. Circa 10 jaar

1. Altijd

Van alle kwaadaardige tumoren die in het lichaam kunnen voorkomen, ontstaat ongeveer het volgende percentage in de mond:
  1. 3%
  2. 6%
  3. 12%
  4. 24%

1. 3%

Bij bestraling waarbij de grote speekselklieren in het bestralingsveld liggen, treedt boven een bepaalde dosis een meestal irreversibele beschadiging op. Dit is boven:
  1. 10 gy
  2. 20 gy
  3. 30 gy
  4. 40 gy

3. 30 gy

Tot de histologische kenmerken van epitheeldysplasie behoort niet:
  1. Verhoorning van cellen in het stratum spinosum
  2. Onregelmatige gelaagdheid van het epitheel
  3. Toegenomen aantal mitosen
  4. Verhoogde melanine productie

4. Verhoogde melanine productie

De prognose van een patiënt met mondkanker wordt in belangrijke mate bepaald door:
  1. Histologische differentiatiegraad
  2. Geslacht
  3. Al of niet uitgezaaid zijn
  4. Leeftijd van de patiënt

3. Al of niet uitgezaaid zijn

Intracavitaire bestraling:
  1. Is een vorm van interstitiële bestraling
  2. Wordt meestal postoperatief gegeven
  3. Is brachytherapie
  4. Wordt meestal gefractioneerd gegeven

3. Is brachytherapie

Welke van onderstaande kenmerken van een tumor wijst eerder op een goedaardig gezwel dan een kwaadaardige woekering:
  1. Metastasen
  2. Necrose
  3. Veel mitosen
  4. Afgekapselde groei

4. Afgekapselde groei

Met neo-adjuvante chemotherapie wordt bedoeld:
  1. Een nieuwe ontwikkeld chemotherapeuticum
  2. Een chemotherapeutische behandeling in aansluiting op chirurgie of radiotherapie
  3. Een gelijktijdig met chirurgie of radiotherapie toegediend chemotherapeuticum
  4. Een voorafgaand aan chirurgie of radiotherapie toe te dienen therapeuticum

4. Een voorafgaand aan chirurgie of radiotherapie toe te dienen therapeuticum

Bestraling wordt vaak gefractioneerd:
  1. Om de patiënten minder vaak te laten komen
  2. Om meer dna-schade te bereiken
  3. Om diep gelegen tumoren te kunnen bestralen
  4. Om bijwerkingen te voorkomen

4. Om bijwerkingen te voorkomen

Wat is de hoofd-doelstelling bij palliatieve chemotherapie?
  1. Verminderen van de bijwerkingen
  2. Verlenging van de overleving
  3. Verkleining van de tumor
  4. Vermindering van de klachten

4. Vermindering van de klachten

Onder metaplasie wordt verstaan:
  1. Toename in volume door toename in celgrootte
  2. Het vervangen van een type gedifferentieerd epitheel door een minder gedifferentieerd type
  3. Toename in volume door celtoename
  4. Verstoorde celgroei met kenmerken van maligniteit

2. Het vervangen van een type gedifferentieerd epitheel door een minder gedifferentieerd type

Brachytherapie is:
  1. Uitwendige bestraling
  2. Radiotherapie
  3. Een vorm van perfusie-therapie
  4. Bestraling van de armen

2. Radiotherapie

Wat is de beste volgorde bij een multidisciplinaire behandeling van hoofdhalstumoren?
  1. Chemotherapie na bestraling
  2. Chemotherapie tijdens bestraling
  3. Bestraling na chemotherapie

2. Chemotherapie tijdens bestraling

Speekselkliertumoren in de mond vinden we zelden in:
  1. Palatum
  2. Alle drie ongeveer gelijk
  3. Bovenlip
  4. Onderlip

Onderlip

Wat is de mediane overleving van patiënten met een uitgezaaide hoofdhalskanker?
  1. 6 weken
  2. 3 maanden
  3. 6 maanden
  4. 3 jaar

3. 6 maanden

Welke bijwerking komt het meest voor bij chemotherapie?
  1. Neurotoxiciteit
  2. Mucositis
  3. Beenmergremming
  4. Nefrotoxiciteit

3. Beenmergremming

Bestralingsmucositis is het gevolg van een combinatie van factoren. Welke factor hoort niet in het onderstaand rijtje thuis:
  1. Door de bestraling verminderde speekselvloed
  2. Directe stralingsschade op het slijmvlies
  3. Leeftijd van de patiënt
  4. Door de bestraling veroorzaakte verandering van de mondholte

3. Leeftijd van de patiënt

Bij een selectieve halsklierdissectie wordt/worden:
  1. Een biopt genomen van een verdachte lymfeklier
  2. Altijd aan beide zijden de levels I, II en III uitgeruimd
  3. Alle ipsilaterale lymfeklierstations uitgeruimd
  4. Een dissectie verricht van de levels I, II en III

4. Een dissectie verricht van de levels I, II en III

Een behandeling van een klinisch negatief regionaal kliergebied heet:
  1. Palliatief
  2. Enucleatie
  3. Metastsectomie
  4. Electief

4. Electief

Trismus bij een bestraalde oncologische hoofdhals patiënt:
  1. Is irreversibel
  2. Treedt nooit op na chirurgie alleen
  3. Kan niet komen door tumorrecidief
  4. Treedt soms op na radiotherapie

4. Treedt soms op na radiotherapie

Wat wordt bedoeld met de term “adjuvante therapie”:
  1. Aanvullende therapie naast een andere behandelingsmodaliteit
  2. Behandeling van een opgetreden metastase
  3. Therapie die er alleen op gericht is pijn en ongemak te verminderen
  4. Therapie van een tweede primaire tumor

1. Aanvullende therapie naast een andere behandelingsmodaliteit

Xerostomie kan optreden bij bestraling:
  1. Afhankelijk van de bestralingsdosis
  2. En is doorgaans makkelijk te behandelen
  3. En is vaak irreversibel
  4. Onafhankelijk van het bestraalde gebied

1. Afhankelijk van de bestralingsdosis

Een enkele maal wordt bij de verzorging van een kankerpatiënt gebruik gemaakt van een peg-sonde. Deze sonde wordt ingebracht door de:
  1. Bloedvat
  2. Huid
  3. Neus
  4. Mond

2. Huid

Welk percentage van tumoren van de kleine speekselklieren is kwaadaardig?
  1. 25%
  2. 35%
  3. 50%
  4. Bijna 100%

3. 50%

Een “en-bloc” excisie:
  1. Wordt altijd gecombineerd met radiotherapie
  2. Wordt zo mogelijk bij alle tumorexcisies verricht
  3. Is om tumorspill te voorkomen
  4. Komt overeen met enucleatie

3. Is om tumorspill te voorkomen

In opzet curatieve behandeling vindt vaak plaat door middel van:
  1. Electrocoagulatie
  2. Cryochirurgie
  3. En-bloc excisie
  4. Hyperthermie

3. En-bloc excisie

Met “premaligne” wordt bedoeld dat:
  1. Overgang naar kwaadaardigheid niet mogelijk is
  2. Er een verhoogde kans is op het ontstaan van kwaadaardigheid
  3. Er altijd kwaadaardigheid zal ontstaan
  4. Er alleen kwaadaardigheid zal ontstaan in aanwezigheid van een tumor elders in het lichaam

2. Er een verhoogde kans is op het ontstaan van kwaadaardigheid

Als men met radiotherapie slechts de klachten veroorzaakt door het kankerproces wil bestrijden, dan noemt men dit:
  1. Palliatieve behandeling
  2. Electieve behandeling
  3. Selectieve behandeling
  4. Adjuvante behandeling

1. Palliatieve behandeling

Welk tumortype heeft weinig kans op baat van hormonale therapie?
  1. Borstkanker
  2. Prostaatkanker
  3. Endometriumkanker
  4. Hoofdhalskanker

4. Hoofdhalskanker

Welk begrip past niet bij epitheeldysplasie:
  1. Cel- en kernpolymorphie
  2. Onregelmatige gelaagdheid van het epitheel (zeker onjuist)
  3. Dyskeratose (zeker onjuist)
  4. Hyperkeratose

4. Hyperkeratose

In aanwezigheid van een ulcererend kwaadaardig proces wordt ontraden om gebitsextracties uit te voeren omdat:
  1. Onbedoeld tumorcellen in de verse extractiewond zouden kunnen komen (“entmetastasen”)
  2. Bij een patiënt met een maligniteit de kans op nabloeding groot is
  3. Bij een patiënt met een maligniteit de locale anesthesie minder goed werkt

1. Onbedoeld tumorcellen in de verse extractiewond zouden kunnen komen (“entmetastasen”)

Wat is de primaire doelstelling van palliatieve chemotherapie?
  1. Verminderen van de klachten
  2. Verlengen van de levensduur
  3. Vermindering van de bijwerkingen
  4. Verkleinen van de tumor

1. Verminderen van de klachten

Wat wordt bedoeld met een electieve behandeling van regionale lymfeklieren van de hals:
  1. Er wordt een halsklierdissectie uitgevoerd bij een klinisch negatieve hals
  2. Alle verdachte lymfeklieren worden separaat verwijderd
  3. Er wordt alleen één enkele verdachte lymfeklier verwijderd
  4. Er wordt geen daadwerkelijke behandeling uitgevoerd

1. Er wordt een halsklierdissectie uitgevoerd bij een klinisch negatieve hals

Bij bestraling van een kind met een wisseldentitie, waarbij onvolledig ontwikkelde gebitselementen in het bestralingsveld liggen:
  1. Kunnen glazuurdefecten ontstaan
  2. Kan de afvorming van de wortels worden geremd
  3. Kunnen dentinedefecten ontstaan

2. Kan de afvorming van de wortels worden geremd

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo