Botafwijkingen

23 belangrijke vragen over Botafwijkingen

Een dentogene cyste
  1. Kan zowel een ontwikkelingscyste als een cyste op basis van ontsteking zijn
  2. Ligt meestal extra ossaal
  3. Is röntgenologisch meestal radiopaque
  4. Veroorzaakt meestal sensibiliteitsstoornissen

1. Kan zowel een ontwikkelingscyste als een cyste op basis van ontsteking zijn

De diagnose 'tandlijstcyste van de pasgeborene' wordt eigenlijk altijd gesteld op grond van
  1. Histologische aspect
  2. Bacteriele kweek
  3. Klinische aspect
  4. Röntgenologische aspect

3. Klinische aspect

Een eruptiecyste wordt vooral gezien in of bij:
  1. Doorbraak van verstandkiezen in de onderkaak
  2. Doorbraak van een melkelement
  3. Doorbraak van de blijvende centrale boven incisieven
  4. Doorbraak van verstandskiezen in de bovenkaak

2. Doorbraak van een melkelement
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De klinisch röntgenologische diagnose folliculaire cyste wordt gesteld, wanneer er sprake is van:
  1. Cystevorming rond de kroon van een geïmpacteerd gebitselement
  2. Cystevorming aan de wortelpunt van een avitaal gebitselement
  3. Cystevorming op de plaats waar een gebitselement ontbreekt
  4. Cystevorming in de mediaanlijn van het palatum

1. Cystevorming rond de kroon van een geïmpacteerd gebitselemen

Een laterale parodontale cyste komt vooral voor in:
  1. Cuspidaat-premolaar streek bovenkaak
  2. Cuspidaat-premolaar streek onderkaak
  3. Onderfront
  4. Bovenfront

2. Cuspidaat-premolaar streek onderkaak

De laterale parodontale cyste wordt histopathologische gekenmerkt door:
  1. Verkalkingen in de cystewand
  2. Extreme verhoorning
  3. Palissadering van de basaalcellen
  4. Epitheliale 'plaques' in de cystebekleding

4. Epitheliale 'plaques' in de cystebekleding

Een radiculaire cyste:
  1. Kan ook voorkomen bij een vitaal gebitselement
  2. Wordt meestal aangetroffen rond de kroon van een verstandskies
  3. Bevindt zich aan de wortelpunt van een niet vitaal gebitselement
  4. Is typisch een cyste die in het melkgebit voorkomt

3. Bevindt zich aan de wortelpunt van een niet vitaal gebitselement

Welke diagnose past niet bij een radiolucentie aan een vitaal gebitselement:
  1. Periapicaal cementoom
  2. Hemorrhagische cyste
  3. Solitaire botcyste
  4. Radiculaire cyste

4. Radiculaire cyste

Een residuale cyste is etiologisch het meest verwant met de
  1. Radiculaire cyste
  2. Folliculaire cyste
  3. Simpele beencyste
  4. Keratocysteuze dentogene tumor

1. Radiculaire cyste

Een paradentaire cyste is
  1. Een cyste tegen het worteloppervlak van een gedeeltelijk of soms zelfs volledig doorgebroken gebitselement
  2. Een cyste rond de kroon van een geretineerd gebitselement
  3. Een cyste op een plaats waar een gebitselement ontbreekt
  4. Een cyste rondom een odontoom

1. Een cyste tegen het worteloppervlak van een gedeeltelijk of soms zelfs volledig doorgebroken gebitselement

In de wand van een dentogene cyste zien we vrij vaak:
  1. Tekenen van ontsteking
  2. Premaligne veranderingen
  3. Maligne veranderingen
  4. Ameloblastomateuze veranderingen

1. Tekenen van ontsteking

Een ameloblastoom is een dentogene tumor met de volgende eigenschappen:
  1. Neigt tot recidiefvorming na verwijdering
  2. Veroorzaakt sensibiliteitstoornissen
  3. Komt uitsluitend in de bovenkaak voor
  4. Incidentie ongeveer 1 per 100.000 personen per jaar

1. Neigt tot recidiefvorming na verwijdering

Een ameloblastoom kan ontstaan in de wand van een:
  1. Cyste van de ductus nasopalatinus
  2. Simpele beencyste
  3. Centraal reuscelgrauloom
  4. Dentogene cyste

4. Dentogene cyste

Bij een ameloblastoom kan histologisch sprake zijn van een folliculair of plexiform type. Dit is relevant voor:
  1. Kans op locaal recidief
  2. Kans op maligne ontaarding
  3. Bestralingsgevoeligheid
  4. Is in geen enkel opzicht relevant

4. Is in geen enkel opzicht relevant

De behandeling van een ameloblastoom bestaat uit:
  1. Geen behandeling nodig, de afwijking gaat op den duur spontaan in regressie
  2. Combinatie van radiotherapie en chemotherapie
  3. Chirurgische verwijdering  en nabestraling
  4. Ruime chirurgische verwijdering en eventueel resectie

4. Ruime chirurgische verwijdering en eventueel resectie

Het amelobastoom:
  1. Is een maligne variant van het odontoom
  2. Is een maligne mesenchymale tumor
  3. Is een maligne epitheliale tumor
  4. Is een benigne epitheliale tumor

4. Is een benigne epitheliale tumor

Een odontoom:
  1. Is een premaligne dentogene tumor
  2. Is een goedaardige dentogene tumor
  3. Is het gevolg van een ontsteking in het kaakbot
  4. Is een maligne dentogene tumor

2. Is een goedaardige dentogene tumor

Een odontoom:
  1. Is eenuiting van hyperparathyreoidie
  2. Is een neoplasma
  3. Is een degeneratieve afwijking
  4. Is als een ontwikkelingsstoornis

4. Is als een ontwikkelingsstoornis

De behandeling van een odontoom bestaat uit:
  1. Alleen verwijdering van het odontoom zonder het achter/onderliggende element te verwijderen
  2. Geen verwijdering van het odontoom maar wel het achter/onderliggende element
  3. Geen behandeling nodig; het achter/onderliggende element zal uiteindelijk toch doorbreken
  4. Te alle tijden verwijdering van het odontoom samen met het achter/onderliggende element

3. Geen behandeling nodig; het achter/onderliggende element zal uiteindelijk toch doorbreken (indien het element niet doorbreekt, alleen verwijdering van het odontoom)

Een odontoom wordt als een ontwikkelingsstoornis beschouwd en niet als een echt gezwel. Bij histologisch onderzoek blijkt een odontoom te bestaan uit:
  1. Zowel glazuur als dentine als cement
  2. Uitsluitend dentine
  3. Uitsluitend glazuur
  4. Uitsluitend cement

1. Zowel glazuur als dentine als cement

Röntgenologisch kan een centrale reuscelgranuloom niet zondermeer worden onderscheiden van een aantal andere afwijkingen, maar wel van:
  1. Odontoom
  2. Dentogeen myxoom
  3. Keratocyteuze dentogene tumor
  4. Ameloblastoom

1. Odontoom

Een compound odontoom:

  1. Bevat glazuur, cement en dentine maar geen pulpaweefsel
  2. Lijkt min of meer op gewone gebitselementen
  3. Wordt voorafgegaan door een complex odontoom
  4. Vertoont meloblastomateuze kenmerken

2. Lijkt min of meer op gewone gebitselementen

Het bijzondere van een keratocyteuze dentogene tumor is dat:
  1. Er vaak maligne ontaarding optreedt
  2. De aandoening uitsluitend bij mannen voorkomt
  3. Deze cyste nooit in de onderkaak voorkomt
  4. Er sprake is van een hoog recidief percentage

4. Er sprake is van een hoog recidief percentage

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo