Afwijkingen van het mondslijmvlies, het tandvlees tong
113 belangrijke vragen over Afwijkingen van het mondslijmvlies, het tandvlees tong
Aften kunnen op vele plaatsen in het mondslijmvlies voorkomen. Wat is de minst voorkomende locatie?
- Binnenzijde onderlip
- Wangslijmvlies
- Gingiva en gehemelte
- Omslagplooi bovenkaak
Bij de behandeling van aften wordt weleens gebruikt gemaakt van:
- Corticosteroïden
- Vitamine B-complex
- IJzersupplementie
- Antischimmelmiddel
Het histologisch beeld van een afte laat het beeld zien van:
- Een vreemd-lichaam reuscelreactie
- Een niet-specifieke ulceratie
- Verkalkingen in vaatwanden
- Epithelioïde granulomen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer op aften gelijkende laesies met koorts gepaard gaan moet vooral worden gedacht aan de mogelijkheid van:
- Lichen planus
- Neurofibromatose
- Herpes simplex infectie
- Fordyce’s spots
Automutilatie duidt op een afwijking:
- Waarvan de oorzaak onbekend is
- Die spontaan ontstaat
- Die door de patiënt zelf is veroorzaakt
- Die door medisch handelen is veroorzaakt
Wanneer de oorzaak van een vermoedelijk door een trauma onderhoudende ulcus van het mondslijmvlies is geëlimineerd mag genezing wordt verwacht na:
- Een week
- Een maand
- Twee maanden
- Drie maanden
Een zwelling nabij het foramen coecum berust zelden op:
- Een plaveiselcelcarcinoom
- Een osteoom
- Een cyste van de ductus thyreoglossus
- Tongstruma
Wat is de meest voorkomende kwaadaardige tumor in de mond?
- Plaveiselcelcarcinoom
- Speekselkliertumor
- Metastasen van longcarcinoom
- Non-Hodgkin’s lymfoom
In Nederland geldt voor het voorkomen van plaveiselcelcarcinomen van het mondslijmvlies bij mannen en vrouwen een verhouding van ongeveer:
- 20 : 1
- 10 : 1
- 5 : 1
- 2 : 1
Op welke locatie zien we zelden een plaveiselcelcarcinoom?
- Bovenlip
- Mondbodem
- Onderlip
- Tongrand
Het TNM-classificatie systeem voor het plaveiselcelcarcinoom van de mond zegt iets over:
- Precieze locatie in de mond
- Het biologische gedrag van de tumor
- De neiging tot metastasering
- Het stadium van de ziekte
Een twee cm groot plaveiselcelcarcinoom van de processus alveolaris van de onderkaak dat zich heeft uitgebreid tot in het onderliggende kaakbot wordt geclassificeerd als:
- T2
- T3
- T1
- T4
Met een marginale resectie van een plaveiselcelcarcinoom wordt bedoeld:
- Bij de verwijdering is een rand van het onderliggende bot medeverwijderd
- De tumor is conform de standaard met een ruime marge geëxcideerd
- De tumor is met een krappe marge verwijderd
Een plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies komt vooral voor bij:
- Vrijwel uitsluitend bij 80-plussers
- Mannen en vrouwen op middelbare en hogere leeftijd
- Jongens onder de twintig
- Meisjes onder de twintig
Een plaveiselcelcarcinoom van de onderlip komt vooral voor bij:
- Jonge mannen
- Oudere mannen
- Jonge vrouwen
- Oudere vrouwen
Een plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies kan zich klinisch uiten als:
- Een ulcus
- Een zwelling
- Een wratachtige laesie
- Alle bovengenoemde uitingen
Bij het vermoeden op het bestaan van een plaveiselcelcarcinoom van de mond wordt vooral gebruik gemaakt van:
- Exfoliotieve cytologie
- Röntgenologie
- Aspiratie cytologie
- Histologie
De diagnose plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies wordt het meest betrouwbaar bewezen m.b.v.:
- Röntgenologie
- Elektronenmicroscopie
- Cytologie
- Histologie
Een plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies kan uitzaaien. Dit gebeurt in 1ste instantie meestal door:
- Verspreiding via het bot
- Verspreiding via de bloedbaan
- Verspreiding langs de zenuwbanen
- Verspreiding via de lymfebanen
Heeft gemiddeld bezien ontdekking van een plaveiselcelcarcinoom op een moment dat het nog klein is, in vergelijking met de ontdekking wanneer de tumor al veel groter is geworden, daadwerkelijk invloed op de overlevingskansen:
- Dit geldt alleen voor carcinomen van het gehemelte
- Dit geldt alleen voor carcinomen van het wangslijmvlies
- Ja, in principe voor alle lokalisaties in de mond
- Nee
Welke van de hierna volgende factoren wordt als de belangrijkste beschouwd voor het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies:
- Slechte mondhygiëne
- Rookgewoontes
- Vitaminegebrek
- Humaan papillomavirussen
Over de epidemiologie van het plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies in Europa kan niet worden gezegd:
- Dat het plaveiselcelcarcinoom veruit de meest voorkomende maligne intraorale tumor is
- Dat de incidentie ongeveer 20 per 100.000 personen per jaar is
- Dat het iets vaker wordt gezien bij mannen dan bij vrouwen
- Dat de meeste patiënten ouder zijn dan 40/50 jaar
Een goed gedifferentieerd plaveiselcercarcinoom berust op:
- Klinische criteria
- Histopathologische criteria
- Het gegeven dat een patiënt een metastase heeft ontwikkeld
- Het gegeven dat een patiënt 5 jaar na de behandeling nog in leven is
Het plaveiselcelcarcinoom van de onderlip lijkt vooral te worden veroorzaakt door:
- Blootstelling aan zonlicht
- Candida albicans
- Factoren uit het speeksel
- Chronisch lipbijten
Van alle vormen van mondkanker bestaat het volgende percentage uit plaveiselcelcarcinomen:
- 80% - 90%
- 40%
- 20%
- 10%
Met een goed gedifferentieerde plaveiselcelcarcinoom wordt een carcinoom bedoeld waarvan:
- Het histologische beeld veel verschillende varianten toon
- De tumorcellen histologisch veel gelijkenis tonen met gezonde cellen
- Mag worden verwacht dat er geen hematogene metastasering optreedt
- Mag worden verwacht dat er geen lymfekliermetastasering optreedt
Roken bevordert de kans op het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies. Het tevens gebruik van alcohol:
- Heeft een versterkende werking op het carcinogene effect van het roken
- Heeft geen invloed op het carcinogene effect van roken
- Het effect is onbekend
- Heeft een neutraliserend effect op het carcinogene effect van het roken
Roken is slecht voor de gezondheid, dat geldt ook voor de mondgezondheid. Welke aandoening heeft met roken te maken:
- Speekselkliercarcinoom
- Osteosarcoom
- Maligne melanoom
- Plaveiselcelcarcinoom
Een erythroplakie is:
- Een ontsteking van het mondslijmvlies veroorzaakt door een gebitsprothese
- Een door een bloeding veroorzaakte verkleuring van het mondslijmvloes
- Een door C.albicans veroorzaakte ontsteking van het mondslijmvlies
- Een aanduiding van een niet definieerbare en niet verklaarbare rode verandering van het mondslijmvlies met een sterk verhoogde kans op overgang in een plaveiselcelcarcinoom
Wanneer een mondholtecarcinoom drie cm groot is en één homolaterale lymfekliermetastase in de hals heeft veroorzaakt met een diameter van ± drie cm en er geen aanwijzingen zijn voor uitbreiding van de tumor tot buiten het hoofd-halsgebied, is er sprake van:
- T2N1M0
- T1N1M0
- T3N1M0
- T3N2M0
Wanneer een mondholtecarcinoom één cm groot is, gepaard gaat met een 7 cm grote lymfekliermetastase in de homolaterale hals en niet verder in het lichaam is uitgezaaid, is sprake van:
- T3N1M0
- T1N2M0
- T2N1M1
- T1N3M0
Bij een één cm grote mondholtecarcinoom dat niet gemetastaseerd is, is sprake van:
- T1N1M1
- T2N0M0
- T1N1M0
- T1N0M0
Welk kenmerk komt alleen voor bij kwaadaardige tumoren en niet bij goedaardige?
- Grote omvang van de tumor
- Goede uitrijping van tumorweefsel in vergelijking met normaal weefsel
- Metastasering
- Overlijden ten gevolge van de tumor
Mondkanker kan berusten op een metastase van een elders in het lichaam gelegen primaire tumor. Dit doet zich voor in ongeveer:
- 20% van de gevallen
- 10% van de gevallen
- 5% van de gevallen
- 1 - 2% van de gevallen
Met het begrip “metastase op afstand” wordt bedoeld:
- Metastasen in de extremiteiten
- Metastasen buiten de regionale lymfegebieden
- Metastasen van een elders in het lichaam gelegen primaire tumor
- Lymfekliermetastasen naar het eerste regionale lymfeklierstation
Wanneer zich in de mond een metastase van elders in het lichaam gelegen primaire tumor voordoet, is de kans het grootst dat de primaire tumor gelegen is in:
- Hersenen
- Galblaas
- Organen, waarin de meeste tumoren ontstaan zoals longen, mamma, nieren etc.
- Huid
Van een klinisch negatieve hals spreekt men wanneer:
- Geen halskliermetastasen aantoonbaar zijn bij PA onderzoek na halsklierdissectie
- Geen halskliermetastasen aantoonbaar zijn voor aanvang van de behandeling
- Er is halsklierdissectie is verricht
- De hals is nabestraald
Bij extractie van gebitselementen die in het bestralingsveld hebben gelegen, dient profylactisch een antibioticum te worden voorgeschreven ter voorkoming van:
- Slechte werking van het locale anestheticum
- Nabloeding
- Osteoradionecrose
Een typische late bestralingsbijwerking is:
- Erytheem
- Osteoradionecrose
- Mucositis
- Treedt pas op aan het einde van de bestralingsbehandeling
Cheilitis granulomatosa, n. facialis-paralyse en lingua fissurata zijn kenmerkend voor:
- Het basaalcelnevussyndroom
- Het syndroom van Melkersson-Rosenthal
- Het syndroom van Gardner
- Ziekte van Von Rechlinghausen
Actinische cheilitis wordt veroorzaakt door:
- Overmatige blootstelling aan zonlicht
- Vitamine B-12 deficiëntie
- De oorzaak is onbekend
- Overmatig alcoholgebruik
Actinische cheilitis wordt meestal behandeld door/met:
- Oppervlakkige chirurgische verwijdering van het lipslijmvlies (“lipshave”)
- Antischimmelmiddel
- Locale applicatie van corticosteroïden
- Antibioticum
Bij het onderzoek van een ulcus van de tong wordt gedacht aan de mogelijkheid van een kwaadaardig proces. Als aanvulling op het klinische onderzoek is in deze situatie behoefte aan:
- Bloedonderzoek
- Histologisch onderzoek
- Röntgenologisch onderzoek
- Cytologisch onderzoek
Een ulcus van het mondslijmvlies kan berusten op een specifieke ontsteking. Een goed voorbeeld hiervan is:
- Ulceratie langs de rand van een prothese
- Ulceratie op de tong bij tuberculose
- Ulceratie bij erythema multiforme
- Ulceratie na lokale anesthesie van het palatum
Een ulcus is:
- Een oppervlakte defect met geringe neiging tot genezing
- Een besmettelijke ziekte
- Een congenitale ziekte
- Een erfelijke ziekte
Een voorbeeld van een specifieke ontstoken ulcus is:
- Een ulcus bij specifieke patiënten groepen
- Wattenrol ulcus
- Een ulcus veroorzaakt door een vaatvernauwer bevattende injectie met name in het palatum
- Een ulcus ten gevolge van besmetting van Treponema pallidum
De diagnose aft wordt meestal gesteld op grond van het:
- Cytologisch onderzoek
- Histologisch onderzoek
- Klinisch onderzoek en anamnestische gegevens
- Bacteriologisch onderzoek
Behandeling van een primaire herpes simplex infectie van het mondslijmvlies bij een voor het overige gezonde patiënt bestaat uit:
- Koortsonderdrukkende geneesmiddelen (antipyretica)
- Systematische antibiotica
- Geen actieve behandeling vereist
- Orale antibiotica
De diagnose ‘herpes simplex infectie van het mondslijmvlies’ wordt bij een voor het overige gezonde in de praktijk meestal gesteld op grond van:
- Anamnese en klinisch beeld
- Bloedonderzoek
- Cytologisch onderzoek van een intacte blaar
- Histopathologisch onderzoek van een excisie biopsie
Een herpes zoster infectie kan zich in de mond voordoen in de vorm van:
- Blauwe, diffuus verspreid op het gehemelte voorkomende vlekvormige veranderingen van het slijmvlies
- Blauwe, diffuus verspreid in de mondbodem voorkomende vlekvormige veranderingen van het slijmvlies
- Symmetrische, beiderzijds voorkomende zwellingen van het slijmvlies
- Enkelzijdige blaasjes of ulceraties
Bij een herpes zoster infectie bij een voor het overige gezonde patiënt bestaat de behandeling meestal uit:
- Antivirale middelen
- Antischimmelmiddelen ten einde secundaire candidose te voorkomen
- Pijnbestrijding, al dan niet in combinatie met corticosteroïden
- Antibiotica
Welke aandoening van het mondslijmvlies kenmerkt zich door blaarvorming:
- Linea alba
- Slijmvliespemphigoïd
- Leukoplakie
- Fordyce’s spots
Amalgaampigment:
- Behoeft niet te worden verwijderd
- Dient te worden verwijderd in verband met risico op intoxicatie
- Dient te worden verwijderd in verband met mogelijke maligne ontaarding
- Dient te worden verwijderd in verband om diffuse uitbreiding van de pigmentatie te voorkomen
Bij een secundaire herpetiforme infectie van het mondslijmvlies komen de blaasjes of ulceraties vooral voor op:
- De mondbodem
- De tong
- De lippen
- Het wangslijmvlies
Cytologisch onderzoek van afwijkingen van het mondslijmvlies wordt betrekkelijk zelden uitgevoerd omdat het:
- Tijdrovend en kostbaar is
- Onaangenaam voor de patiënt is
- Het risico met zich meebrengt dat kwaadaardige cellen worden uitgesmeerd
- Minder betrouwbaar is dan histologisch onderzoek
De diagnose amalgaampigmentatie wordt meestal gesteld op grond van:
- Bevindingen van bloedonderzoek
- Klinische aspect
- Bevindingen van urine-onderzoek
- Histopathologisch aspect
Het beleid bij amalgaampigmentatie bestaat over het algemeen uit:
- Geen nadere therapie of controle
- Ruimte locale excisie
- Halfjaarlijkse controle
- Bleken van het mondslijmvlies
Over het algemeen wordt geadviseerd een naevus pigmentosis te verwijderen. De reden is:
- Een naevus pigmentosis is een besmettelijke laesie
- Voorkomen van eventuele verandering in een maligne melanoom
- Een naevus kan tot spontaan bloedverlies leiden
- Een degelijke naevus is meestal pijnlijk
Een naevus pigmentosus komt betrekkelijk zelden in het mondslijmvlies voor. Mogelijk kan deze afwijking overgaan in:
- Neurinoom
- Neurofibroom
- Maligne melanoom
- Neurosarcoom
Polyposis van de darmen en pigmentatie van het gelaat en mondslijmvlies zijn kenmerkend voor:
- Het syndroom van Peutz-Jegners
- Het syndroom van Melkersson-Rosenthal
- Basaalcel nevussyndroom
- Het syndroom van Gardner
Welke van de onderstaande behandelingen kan tot overpigmentatie van huid en slijmvlies leiden:
- Hypertensie
- Ziekte van Crohn
- Ziekte van Addison
- Diabetes mellitus
Sommige geneesmiddelen kunnen pigmentatie van het mondslijmvlies veroorzaken. Het betreft met name:
- Antivirale middelen
- Antibiotica
- Antischimmelmiddelen
- Antimalariamiddelen
Onbegrepen, mogelijk op melanine-depositie berustende pigmentaties van het mondslijmvlies kunnen een voorloper of een uiting zijn van:
- Hyperthyreoïdie
- Oude bloedingsresten
- Diabetes mellutis
- Maligne melanoom
Van alle maligne melanomen die in het lichaam kunnen ontstaan, ontstaat in de slijmvliezen van de bovenste voedsel- of ademsweg:
- 1%
- 10%
- 20%
- 50%
Een maligne melanoom in de mond is een zeldzame, maar meestal zeer kwaadaardige tumor. Welke uitspraak is correct:
- Kan ontstaan vanuit een al geruime tijd bestaande pigmentatie
- Komt vrijwel uitsluitend bij mannen voor
- Komt meestal voor op de onderlip
- Komt vrijwel uitsluitend bij kinderen voor
Een maligne melanoom ontstaat betrekkelijk zelden in het mondslijmvlies, een voorkeursplaats is:
- De tong
- Het wangslijmvlies
- De mondbodem
- Het gehemelte
Onder een iatrogene aandoening wordt verstaan:
- Een afwijking die uitsluitend in het Middellandse zeegebied voorkomt
- Een afwijking die van dier op mens is overgebracht
- Een door een patiënt zelf veroorzaakte afwijking
- Een door medisch handelen veroorzaakte afwijking
Welk van onderstaande factoren heeft een zekere voorspellende waarde voor maligne ontaarding van leukoplakie?
- Geslacht
- Leeftijd
- Niet-homogene type
- Rookgewoonte
Het beleid bij kleine (< 2 cm) leukoplakie is over het algemeen:
- Behandeling met van vitamine A afgeleide locaal aangebrachte middelen
- Behandeling met vloeibare stikstof
- Afwachten
- Excisie
De oorzaak van leukoplakie van het mondslijmvlies is vooral gelegen in:
- C. albicans
- Alcohol
- Roken
- Vitaminegebrek
De kans op een maligne ontaarding van een leukoplakie bedraagt ongeveer:
- 1% per jaar
- 5% per jaar
- 10% per jaar
- 25% per jaar
Een leukoplakie is een:
- Degeneratieve afwijking
- Maligne afwijking
- Premaligne afwijking
- Benigne afwijking
Bij een klinisch gestelde diagnose leukoplakie kan histologisch het beeld worden gezien van:
- Epitheeldysplasie
- Hyperkeratose zonder epitheeldysplasie
- Invasieve groei i.c. een plaveiselcelcarcinoom
- Alle drie zijn mogelijk
Leukoplakie van het mondslijmvlies komt vooral voor in de leeftijdscategorie:
- 10-20 jaar
- 20-30 jaar
- 30-40 jaar
- Boven het 40e jaar
Leukoplakie is:
- Een bacterieel begrip
- Een cytologisch begrip
- Een histologisch begrip
- Een klinisch begrip
De diagnose lichen planus wordt vaak alleen op klinische gronden gesteld. Eventuele aanvullende diagnostiek bestaat bij voorkeur uit:
- Exfoliatieve cytologie
- Röngenologie
- Serologie
- Histologie
Kenmerkend voor een lichen planus van het mondslijmvlies is niet:
- Een beloop met remissies en excarbaties
- Een symmetrisch voorkomen
- Het voorkomen bij kinderen
- Het op meerdere locaties voorkomen
Lichen planus van het mondslijmvlies:
- Gaat vaak over in slijmvliesemphigoïd
- Gaat zelden over in een carcinoom
- Gaat vaak over in een carcinoom
- Gaat spontaan in regressie
Welke van de onderstaande aandoeningen wordt niet beschouwd als mogelijke uiting van HIV-infectie of AIDS:
- Harige leukoplakie
- Kaposi sarcoom
- Non-Hodgkin’s lymfoom
- Lichen planus
Morsicatio van het mondslijmvlies komt meestal dubbelzijdig voor op het wangslijmvlies, de tongranden of de lippen. De afwijking wordt beschouwd als:
- Infectieuze afwijking
- Premaligne afwijking
- Goedaardige afwijking
- Ontwikkelingsstoornis
Focale epitheliale hyperplasie is vrijwel zeker:
- Een goedaardige, viraal geïnduceerde aandoening
- Een aandoening op basis van Candida Albicans
- Een reactieve aandoening ten gevolge van mechanische irritatie
- Een premaligne aandoening
Een papilloom van het mondslijmvlies wordt vermoedelijk veroorzaakt door:
- Een virus
- Langdurig contact met amalgaam restauraties
- Mechanische irritatie
- Excessief rookgedrag
White sponge nevus is een erfelijke, witte afwijking van het mondslijmvlies, die al op jeugdige leeftijd zichtbaar is. Behandeling bestaat uit:
- Excisie
- Geen behandeling vereist
- CO2-laserverdamping
- Locale applicatie van corticosteroïden
Een fibroom van het mondslijmvlies berust vrijwel altijd op:
- Een reactieve hyperplasie
- Een door geneesmiddelen veroorzaakte reversibele zwelling
- Een benigne neoplasma, dat vaak kwaadaardig wordt
- Een benigne neoplasma, dat zelden maligne wordt
Een sinds enkele maanden bestaande op de tongpunt bij een 18-jarige patiënt gelegen zwelling berust vermoedelijk op een:
- Muceuze retentiecysten
- Fibroom
- Plaveiselcelcarcinoom
- Vasculaire malformatie
Wat zijn de meest begrijpelijke locaties voor een fibroom van het mondslijmvlies:
- Wangslijmvlies op de lijn van occlusie
- Binnenkant van de processus alveolaris van de onderkaak
- Regio van het foramen coecum op de tongrug
- Mondbodem
Fordyce’s spots komen vrijwel bij iedereen voor. De plekjes komen vooral voor op:
- De tongrug
- De tongranden
- De mondbodem
- Het wangslijmvlies
Een hemangioom van het mondslijmvlies berust meestal op een:
- Ontwikkelingsstoornis
- Echte gezwelvorming
- Ontsteking
- Trauma
Het kaposisarcoom kan bij een HIV-infectie in de mondholte voorkomen. De voorkeurslocatie van deze nieuwvorming is:
- Palatum
- Wangslijmvlies
- Mondbodem
- Onderlip
Een lymfangioom is een:
- Kwaadaardig gezwel met productie van lymfe
- Een door bestraling geïnduceerde zwelling van lymfebanen
- Goedaardige vasculaire malformatie van bloedvaten
- Goedaardige vasculaire malformatie van lymfevaten
Een non-hodgkinlymfoom kan zich als eerste in het hoofd-halsgebied en ook in de mond presenteren. Een (intra)orale voorkeurslocatie is:
- De bovenlip
- De mondbodem
- De onderlip
- Het palatum
Bij de behandeling van een patiënt met een non-hodgkinlymfoom wordt meestal gebruikgemaakt van:
- Chemotherapie
- Radiotherapie
- Chirurgie
- Combinatie chirurgie gevolgd door radiotherapie
Speekselkliertumoren van de glandula lingualis zijn zeldzaam. Het betreft:
- Vrijwel altijd kwaadaardige tumoren
- In de helft van de gevallen kwaadaardige tumoren
- Altijd goedaardige tumoren
- Goedaardige tumoren die een neiging hebben tot veranderingen naar kwaadaardigheid
Een lipoom is:
- Een goedaardig gezwel van spierweefsel
- Een kwaadaardig gezwel van vetweefsel
- Een goedaardig gezwel van vetweefsel
- Een hyperplasie van vet- en spierweefsel
Een maligne, mesenchymale tumor, die vet vormt, heet:
- Chondrosarcoom
- Fibrosarcoom
- Osteosarcoom
- Liposarcoom
Op de kaakwal van een pasgeborene wordt een enkele centimeters grote, enigszins gesteelde vast-elastische zwelling aangetroffen. Vermoedelijk betreft het hier:
- Een tandlijstcyste
- Een hemaangioom
- Ectopisch schildklierweefsel
- Een congenitale epulis
Een mediane rhomboïde glossitis:
- Berust op een virale ontsteking
- Is een aangeboren afwijking
- Is een uiting van hyperparathyreoïdie
- Lijkt gerelateerd aan C. Albicans
In de omgeving van het foramen caecum van de tong kan vooral voorkomen:
- Een plaveiselcelcarcinoom
- Mediane rhomboïde glossitis
- Lichen planus
- Fordyce’s spot
Harige leukoplakie is een nogal kenmerkende mondafwijking bij een HIV-infectie. Bij een niet-geïdentificeerde patiënt dient daarom de diagnose met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te worden gesteld. Hiertoe dient een proefexcisie te worden genomen. Het sluitstuk van de histologisch diagnose is in principe:
- Aantonen van het papillomavirus
- Aantonen van het herpes zoster virus
- Aantonen van het Epstein Barr virus
- Aantonen van het cytomegalovirus
Harige leukoplakie wordt klinisch gekenmerkt door:
- Witte veranderingen beiderzijds op de tongrand
- Ronde veranderingen beiderzijds op het wangslijmvlies
- Gele, vlekvormige veranderingen op het gehemlte
- Blauwe, puntvormige laesies op de bovenlip
Een fissuurtong (lingua fissurata) kan bij klachten het beste worden behandeld door:
- Enkele malen per dag borstelen
- Locale corticosteroïden
- Antibiotica
- Antischimmelmiddelen
Welk van de onderstaande afwijkingen behoort NIET tot de kenmerken van het basaalcelnevussyndroom
- Lingua fissurata
- Multipele keratocysteuze dentogene tumoren
- Basaalcelnevi van de huid
- Een of meer gespleten ribben
Aan welke etiologische factoren denken wij bij lingua geografica?
- C. albicans
- Alcohol
- De oorzaak is onbekend
- Roken
De diagnose lingua geografica wordt meestal gesteld op grond van:
- Röntgenologisch beeld
- Bacteriologisch beeld
- Histologisch beeld
- Klinisch beeld
Een beslagen tong of haartong (“lingua villosa”) berust op:
- Alcoholgebruik
- Is onbekend
- Roken
- Vitamine-A deficiëntie
Welke van de onderstaande aandoeningen wordt beschouwd als een choristoom?
- Carcinoom van de tong
- Odontoom
- Osteoom van de tong
- Ameloblastoom
Bij een 20-jarige vrouw wordt op de tong vlak achter het foramen caecum, een sinds onbekende tijd bestaande +/- 1 cm grote zwelling geconstateerd. Vermoedelijk is hier sprake van:
- Plaveiselcelcarcinoom
- Speekselsteen
- Kaposi sarcoom
- Tongstruma
Bij mondbranden:
- Ziet het tong- en/of mondslijmvlies er min of meer normaal uit
- Dient serologisch onderzoek te worden verricht
- Is het slijmvlies felrood gekleurd
- Is het slijmvlies gelig van aspect
Van het syndroom van mondbranden wordt niet gesproken indien:
- Er geen zichtbare slijmvliesafwijkingen zijn
- Patiënt klaagt over een droge mond
- Patiënt klaagt over een afwijkende smaak
- De klachten enkelzijdig voorkomen
De voorkeurslocatie van een muceuze retentiecyste is:
- De bovenlip
- Het palatum
- De tongrug
- De onderlip
Een bij een 20-jarige patiënt vooraan in de mondbodem gelegen blauw doorschemerende en week aanvoelende zwelling berust vermoedelijk op:
- Hodgkin lymfoom
- Ranula
- Plaveiselcelcarcinoom
- Irritatiefibroom
Met een oppurtunistische infectie wordt bedoeld:
- Een infectie met micro-organismen die onder normale omstandigheden geen afwijking veroorzaken, maar dat wel doen bij verlaagde weerstand
- Een virale infectie
- Een infectie door bepaalde combinatie van micro-organismen
- Een infectie met micro-organismen die normaal niet in het lichaam aanwezig zijn
Wat hoort niet thuis in het rijtje van epidemiologische aspecten?
- Ras
- Medicijngebruik
- Leeftijd
- Geslacht
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden