Afwijkingen van de speekselklieren

21 belangrijke vragen over Afwijkingen van de speekselklieren

Torus palatinus is een verhevenheid in de mediaanlijn van het palatum en bestaat uit:
  1. Kraakbeen
  2. Bot
  3. Speekselklierweefsel
  4. Slijmvlies

2. Bot

Een torus mandibularis:
  1. Kan worden beschouwd als een exostose
  2. Komt altijd enkelzijdig voor
  3. Zien we in de mediaanlijn van de onderkaak
  4. Bevat nogal eens kraakbeen

1. Kan worden beschouwd als een exostose

Osteomyelitis van de kaak kan aanleiding geven tot vorming van sequesters. Dit zijn:
  1. Avitale botfragmentjes
  2. Gezwollen bloedvaatjes
  3. Gezwollen lymfevaatjes
  4. Veldjes bacteriën

1. Avitale botfragmentjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Het beleid bij focaal scleroserende osteomyelitis bestaat meestal uit:
  1. Extractie van betreffend element
  2. Afwachten
  3. Apexresectie
  4. Kanaalbehandeling

2. Afwachten

Acute osteomyelitis wordt behandeld met:
  1. Antibiotica
  2. Decorticatie
  3. Sekwesters verwijderen
  4. Hyperbare zuurstof

1. Antibiotica

De kans op het ontstaan van osteoradionecrose is in de onderkaak veel groter dan in de bovenkaak. Dit is een gevolg van:
  1. Tumoren in de onderkaak zijn meestal groter dan die in de bovenkaak
  2. Tumoren in de onderkaak worden sterker bestraald dan die in de bovenkaak
  3. Grotere botdichtheid in de onderkaak en de in verhouding geringere vascularisatie
  4. Tumoren in de onderkaak zijn meestal in het bot gelegen

3. Grotere botdichtheid in de onderkaak en de in verhouding geringere vascularisatie

Welk röntgenologisch aspect past niet bij dat van een centraal reuscelgranuloom?
  1. Expansie van het kaakbot
  2. Slechte begrenzing
  3. Goede begrenzing
  4. Resorptie van gebitselementen

2. Slechte begrenzing

Welke eigenschap hoort NIET thuis in de röntgenologische aspecten van een centraal reuscelgranuloom?
  1. Resorptie van gebitselementen
  2. Expansie van he corticale bot
  3. Slecht begrensd radopaque beeld
  4. Migratie van gebitselementen

3. Slecht begrensd radopaque beeld

Het histologische beeld van en reuscelgranuloom komt een enkele maal ook voor bij:
  1. Afwijking van de bijnier
  2. Hyperparathyreoïdie
  3. Afwijking van de pancreas

2. Hyperparathyreoïdie

Bij fibreuze dysplasie is sprake van:
  1. Maligne verandering van het bot
  2. Verstoring van de normale opbouw en afbraak van het bot
  3. Een verouderingsfenomeen
  4. Premaligne veranderingen van het bot

2. Verstoring van de normale opbouw en afbraak van het bot

Fibreuze dysplasie kan zich röntgenologisch op verschillende wijze presenteren, maar niet als:
  1. Slecht begrensde radiolucentie
  2. Opaak, matglasachtig beeld
  3. Unilobulaire radiolucentie
  4. Multibulaire radiolucentie

1. Slecht begrensde radiolucentie

Het röntgenologisch beeld van fibreuze dysplasie
  1. Is röntgenologisch niet afwijkend
  2. Kan lucent of opaque zijn, onscherp begrensd
  3. Toont een zeer scherp begrensde radiolucentie
  4. Toont een zeer kenmerkende, scherp begrensde opaciteit

2. Kan lucent of opaque zijn, onscherp begrensd

De latente beencyste (cyste van Stafne) wordt eigenlijk ten onrechte als een cyste aangeduid omdat:
  1. Het uiteindelijk meestal om een kwaadaardig gezwel blijkt te gaan
  2. Het meestal om een goedaardig gezwel blijkt te gaan
  3. De afwijking door een virus wordt veroorzaakt
  4. Er geen sprake is van een met epitheel beklede cysteholte

4. Er geen sprake is van een met epitheel beklede cysteholte

Latente beencyste (cyste van Stafne) berust op:
  1. Woekering van lymfevaatjes
  2. Woekering van bloedvaatjes
  3. Insluiting van vetweefsel in het bot
  4. Impressie van het linguale aspect van de onderkaak in de regio van de kaakhoek

4. Impressie van het linguale aspect van de onderkaak in de regio van de kaakhoek

De oorzaak van een simpele beencyste berust op
  1. Trauma
  2. Hyperparathyreoidie
  3. Onbekend
  4. Bacteriële ontsteking

3. Onbekend

Een simpele beencyste
  1. Is hetzelfde als een cyste van stafne (latente beencyste)
  2. Zien we vooral bij ouderen volwassenen
  3. Heeft een epitheliale bekleding
  4. Kan alleen door exploratie met zekerheid worden gediagnosticeerd

4. Kan alleen door exploratie met zekerheid worden gediagnosticeerd

Bij multipele osteomen van het kaakbot kan sprake zijn van het syndroom van Gardner. Dit bestaat, behalve de multiple osteomen van de kaak, o.a. uit:
  1. Multipele poliepen van de darmen
  2. Pigmentatie van de huid
  3. Gespleten ribben
  4. Basaalcelnevi van de huid

1. Multipele poliepen van de darmen

Een osteoom is:
  1. Een maligne variant van een exostose
  2. Een benigne bottumor
  3. Een maligne bottumor
  4. Een benigne kraakbeentumor

2. Een benigne bottumor

Welke van de volgende eigenschappen past niet bij de diagnose van de osteoom:
  1. Circumscriptie radiopaque afwijking
  2. Voorkomen in de onderkaak
  3. Voorkomen in de bovenkaak
  4. Circumcriptie radiolucente afwijking

4. Circumcriptie radiolucente afwijking

Multiple osteomen van het kaakbot en multiple overtallige gebitselementen zijn tezamen bijna bewijzend voor:
  1. Basaalcelnevussyndroom
  2. Het syndroom van Gardner
  3. Ectodermale dysplasie
  4. Ziekte van Peutz-Jeghers

2. Het syndroom van Gardner

Een osteosarcoom in een betand gedeelte van de onder- of bovenkaak kan röntgenologisch aanleiding geven tot:
  1. Vorming van pulpastenen
  2. Onregelmatige verbreding van het ligamentum parodontale
  3. Obliteratie van de pulpa van de betreffende gebitselementen
  4. Ontstaan van dens invaginatus

2. Onregelmatige verbreding van het ligamentum parodontale

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo