Startpagina / Samenvattingen / Mobiliteit (vwo) (2014) / prijs-surplus-monopolist

Marktmacht - Marktmacht en marktfalen

Q: Hoe is de verdeling van het surplus over consument en producent bij perfecte prijsdiscriminatie?

Het hele surplus valt toe aan de producent. elke consument betaalt een prijs die gelijk is aan zijn betalingsbereidheid...daardoor geen consumentensurplus

11 belangrijke vragen over Marktmacht - Marktmacht en marktfalen

Wanneer hebben bedrijven marktmacht?

Als ze in staat zijn de prijzen te beïnvloeden

Hoe is de verdeling van het surplus over consument en producent bij perfecte prijsdiscriminatie?

Het hele surplus valt toe aan de producent.

elke consument betaalt een prijs die gelijk is aan zijn betalingsbereidheid...daardoor geen consumentensurplus

Verklaar waarom de overheid de looptijd van octrooien beperkt.

Op langere termijn zijn de concurrentievoordelen belangrijker dan de innovatievoordelen

Wat zijn de nadelen van volledige mededinging?

Homogeniteit.
Het gebrek aan innovaties. Dit komt omdat de concurrentie heel sterk is. Tevens kost het veel tijd maar heb je geen garantie dat het wat opleverd.

Wat voor effecten heeft een monopolie op het surplus?

Wanneer er sprake is van een monopolie op de markt heeft dat twee belangrijke effecten op het surplus. Een deel van het surplus verschuift van de consument naar de producent. Doordat de monopolist de prijs kan bepalen, weet hij een groot deel van het totale surplus naar zich toe te trekken. Daarnaast leidt de prijsverhoging ertoe dat het aantal vragers afneemt, deze vragers vinden de prijs namelijk te hoog geworden en zullen het product niet meer kopen. Het aantal ruiltransacties neemt dus af en dit betekent een verlies aan welvaart.

Waar moeten monopolisten voor uitkijken?

Ondanks de sterke machtspositie moet de monopolist voor een aantal dingen uitkijken. Ten eerste moet hij er rekening mee houden dat bij een hogere prijs minder gevraagd zal worden. Daarnaast moet hij uitkijken voor potentiële concurrenten. Een monopolie kan zo veranderen in een duopolie, als er een nieuwe concurrent op de markt toetreedt.

Waarom is het van belang voor een monopolist om de betalingsbereidheid te weten van zijn klanten?

Voor de monopolist is het van belang de betalingsbereidheid van zijn klanten te kennen. Indien hij dat weet, kan hij voor elke klant een prijs berekenen die gelijk staat aan de betalingsbereidheid van die klant. Zou de monopolist hierin slagen, dan kan hij de perfecte prijsdiscriminatie doorvoeren en zich het gehele consumentensurplus toe-eigenen.

Hoe probeert de overheid de marktmacht de beperken?

Naast welvaartseconomen ziet ook de overheid de voordelen van volledige mededinging en heeft daarom wettelijkeregels vastgesteld om concurrentie te waarborgen. Afspraken tussen bedrijven met het doel de onderlinge concurrentie te beperken (kartel) zijn bijvoorbeeld verboden. Ook het opwerpen van belemmeringen bedoeld om toetreders tot de markt te ontmoedigen, is verboden. Fusies en overnames zijn alleen toegestaan als er voldoende concurrentie overblijft.

Noem twee schaduwkanten van een markt van volledige mededinging.

Je zou de conclusie kunnen trekken dat volledige mededinging altijd de voorkeur heeft boven andere marktvormen. Dat is niet zo. Volledige mededingen heeft ook schaduwkanten.

Homogeniteit van de producten: producten zijn in de ogen van de consument identiek.
Gebrek aan innovaties: innoveren is op lange termijn belangrijk want het zorgt voor betere producten en productieprocessen en leidt ertoe dat bedrijven in de toekomst ook concurrerend blijven.

Hoe stimuleert de overheid innovatie?

De overheid stimuleert innovaties door het toekennen van octrooien (patenten). Door een octrooi verkrijgt de onderneming gedurende maximaal 20 jaar het alleenrecht om een uitvinding commercieel te exploiteren. Er is hier sprake van een wettelijk monopolie.

Wat is de rol van octrooien?

Door een octrooi verkrijgt een onderneming gedurende maximaal 20 jaar het alleenrecht om een uitvinding commercieel te exploiteren. Er is hier sprake van een wettelijk monopolie. Octrooien leiden tot welvaartsverliezen omdat de prijs hoger is dan in een situatie van volkomen concurrentie, maar stimuleren tegelijkertijd innovaties die zorgen voor economische groei.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Mobiliteit (vwo) (2014) | 9789461101051 | LWEO

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Marktmacht - Marktmacht en marktfalen

11 belangrijke vragen over Marktmacht - Marktmacht en marktfalen

Wanneer hebben bedrijven marktmacht?

Hoe is de verdeling van het surplus over consument en producent bij perfecte prijsdiscriminatie?

Verklaar waarom de overheid de looptijd van octrooien beperkt.

Wat zijn de nadelen van volledige mededinging?

Wat voor effecten heeft een monopolie op het surplus?

Waar moeten monopolisten voor uitkijken?

Waarom is het van belang voor een monopolist om de betalingsbereidheid te weten van zijn klanten?

Hoe probeert de overheid de marktmacht de beperken?

Noem twee schaduwkanten van een markt van volledige mededinging.

Hoe stimuleert de overheid innovatie?

Wat is de rol van octrooien?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Schaarste en ruil - Ruil

Mobiliteit (vwo) (2014)

Van de BV en de NV

Handboek van het Nederlandse staatsrecht

Corporate governance

Formeel belastingrecht

Markten en overheid

Boekhouden geboekstaafd 2 : [theorieboek]

Kijk op bedrijfsprocessen

Strategie en management

Essentie van communicatie

Basisboek recht

Boekhouden geboekstaafd 3