Samenvatting: Modellen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Modellen
-
3 Monetaire sfeer
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Motieven om geld aan te houden Transactiemotief
-Geld in kas + op bankrekening voor de lopende uitgaven
-Transactiekas in handen van publiek voor transactiedoeleinden ( Actieve kas
-Als BBP ^ dan neemt ook de omvang van de transactiekassen toe
afhankelijk van het inkomen (Y) -
Motieven om geld aan te houdenVoorzorgsmotief
-Geld aanhouden voor onvoorziene omstandigheden
-Gebruikt het pas als het echt nodig is
inactieve kas -
Motieven om geld aan te houdenSpeculatiemotief
-Wachten op goede moment voor obligaties of op spaarrekening zetten- omdat de rente nog (te) laag is
- vanwegen verwachting dat de obligatiewaarde (nog) zal dalen
-Het wordt niet gebruikt
-Speculatiekassen worden kleiner als de rente zal stijgen
=inactieve kas
Afhankelijk van de rente (r) -
3.1 LM-curve
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
L=M Ltr + Lsp = M (autonoom) λ1 x Y + Ltr + λ2 x R + Lsp = M (autonoom)
L kant: vraag naar geld is afhankelijk van de rentestand en van de stand van het reële nationale inkomen
M kant: beleid van de Centrale Bank -
3.2 Oefenopgaven
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat geeft de LM-lijn of LM-curve weer?
Alle combinaties tussen rentestand en inkomen waarbij de vraag naar geld gelijk is aan het aanbod van geld -
Hoe kan de Centrale Bank de geldmarkt verkrappen?
Verhoging kasreservepercentage of directe kredietbeperkende maatregelen -
4 12. Debat tussen keynesianen en monetaristen
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Welke factoren zijn van belang bij het verklaren van de omvang van de investeringen?5 punten
- De omvang van de winsten
- De hoogte van de bezettingsgraad
- De verwachte groei van de afzet in de toekomst
- De rente stand
- Subjectieve oordeel van de ondernemers 'animal spirit'
- De omvang van de winsten
-
Wat wordt er bedoeld met respectievelijk keynesiaans bestedingsevenwicht?
Keynesiaans bestedingsevenwicht in een gesloten economie wil zeggen I=S. Gelijkheid tussen investeringen en besparingen. -
Hoe noemen we het model waarin zowel de reële als de monetaire sfeer vertegenwoordigd is?
Het IS-LM-model beschrijft de wisselwerking tussen de reële en de monetaire sfeer -
Waarom heeft de IS-curve een dalend verloop?
Als het inkomen hoog is, wordt er veel gespaard in de economie. Hierdoor moet er ook veel geïnvesteerd worden wil de gelijkheid I=S (of S+T=I+G) opgaan. De investeringen zijn alleen voldoende hoog als de rentevoet (R) voldoende laag is. Het omgekeerde geldt ook: bij een laag niveau van Y is een hoog niveau van R vereist om de gelijkheid S+T=I+G te waarborgen. Dit betekend dat de IS-curve een dalend verloop heeft
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden