Samenvatting: Moderne Filosofie Van Descartes Tot Wittgenstein | 9789061318248 | Roger Scruton

Samenvatting: Moderne Filosofie Van Descartes Tot Wittgenstein | 9789061318248 | Roger Scruton Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 62 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Moderne filosofie van Descartes tot Wittgenstein | 9789061318248 | Roger Scruton

  • 1 Inleiding

  • 1.1.1 Speculatieve en analytische filosofie

  • Wat bedoelt men met speculatieve filosofie?

    Filosofen zoals Pythagoras en Plato zijn van mening dat het abstracte karakter van de filosofie alles te maken heeft met het feit dat een filosoof abstracte zaken overdenkt, en dan vooral bepaalde zaken of bepaalde werelden die niet door ervaring kunnen worden gekend en waarover dus alleen kan worden gespeculeerd.
  • Hoe wordt analytische filosofie nog genoemd? En hoe gaat deze filosofie in zijn werk?

    Ook wel kritische filosofie genoemd, in deze visie is het de taak van de filosofie om de methoden en doelstellingen te onderzoeken van de verschillende gebieden van het menselijke denken, en conclusies te trekken omtrent de beperkingen en geldigheid daarvan.
  • 1.1.1.1.1 Filosofiegeschiedenis versus ideeëngeschiedenis

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke drie eigenschappen dient een idee te bezitten om deel uit te maken van de filosofiegeschiedenis?

    Het moet een intrinsiek filosofisch belang hebben, het moet het vermogen in zich dragen de mens van nu tot nadenken aan te zetten, en het moet ook de kracht hebben over te komen als iets wat te verdedigen valt en mogelijkerwijs zelfs waar kan zijn.
  • Welke eigenschap dient een idee te bezitten om deel uit te maken van de ideeëngeschiedenis?

    Het idee in kwestie hoeft alleen maar een historische invloed te hebben gehad op het menselijke doen en laten.
  • 2 De opkomst van de moderne filosofie

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • 2.1.1 Aristoteles in de middeleeuwse filosofie

  • Wat betekent de uitspraak "autoriteit heeft een wassen neus", en wie zei dit?

    De scholastici bedoelden dat als men er greep op kan krijgen intellectuele autoriteit gemakkelijk te kneden valt in welke vorm men maar wil.
  • 3 Deel 1 - Rationalisme

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Om welke twee redenen kunnen we René Descartes als voornaamste grondlegger van de moderne filosofie plaatsen?

    Ten eerste vanwege zijn niet-aflatende speurtocht naar de juiste methode op alle terreinen van onderzoek; ten tweede omdat hij, mede op grond van deze speurtocht, veel begrippen en argumenten introduceerde die sindsdien als het fundament van de wijsbegeerte zelf hebben gediend.
  • 3.1.1.1.1.1 De cartesiaanse godsbewijzen

  • Welke twee bewijsvoeringen had Descartes voor het bestaan van God?

    Een versie van het kosmologisch godsbewijs en en versie van het ontologisch godsbewijs.
  • 3.1.1.1.1.1.1 Rationalisme en empirisme

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1.1.1.1.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de 3 erfenissen van Descartes voor de moderne filosofie?

    1. Filosofische erfenis: filosofische legitimatie van het moderne, wetenschappelijke wereldbeeld
    2. Descartes maakt metafysica afhankelijk van kenleer. 
    3. Descartes is ook de grondlegger van de subjectiviteitsfilosofie
  • 5 Spinoza

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Op welke twee grondbeginselen berust de filosofie van Spinoza?

    Het eerste is een rationalistische kennisleer, die erop neerkomt dat datgene wat <<adequaat>> wordt begrepen om die reden ook waar is. Het tweede is een notie van <<substantie>> die hij via Descartes overnam.
  • Welke twee eigenschappen maken de premisse van het cogito van Descartes onbruikbaar voor Spinoza?

    1. Er wordt slechts een contingente waarheid in tot uitdrukking gebracht, terwijl voor Spinoza alle zekerheid uiteindelijk moest zijn gefundeerd op waarheden. 
    2. deze uitspraak brengt ons onontkoombaar bij de eerste persoon, terwijl het voor Spinoza vaststond dat we alleen dan toegang tot filosofische waarheid kunnen verkrijgen wanneer we uitstijgen boven de begrenzing van onze eigen beperkte ervaring en mentaliteit.
LET OP!!! Er zijn slechts 62 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Moderne Filosofie Van Descartes Tot Wittgenstein