Samenvatting: Module 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Module 1
-
1 Intro Voedingsleer
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer is sprake van gezond gewicht?
Als gewicht geen gezondheidsrisico's oplevert bv hart- en vaatziektes en diabetes -
Verschillen tussen appelvormig en peervormig lichaam in relatie tot gezondheid en gewicht.
Appelvormig- meer buikvet, meer risico hart- en vaatziekten. Buikvet produceert stoffen die ziekten kunnen veroorzaken. -
Verschil tussen voedingsmiddel, voedingswaarde en voedingstof
Voedingsmiddel: voeding met voedselwaarde. Voedingswaarde: Info over voedingstoffen in voedingsmiddel. Voedingstof: Stof nodig voor stofwisseling -
8 richtlijnen voor gezonde voeding van het voedingscentrum omschrijven
max 1 glas alcohol pd
zo min mogelijk zuikerhoudend dranken
200gr fruit, 200gr groente
plantaardig ipv dierlijk voedingspatroon
90gr brood of volkorenproduct
paar porties zuivel pd
max 6gr zout pd
15gr ongezouten noten pd
Ipv Ongefilterd koffie gefilterd koffie drinken
3 kopjes thee pd -
2 Intro Voedingsleer 2
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de verschil tussen de NEVO-tabel, de NL voedingmiddelen tabel en de eetmeter?
NEVO: Database van 2500 voedingsmiddelen.
NL voedingsmiddelentabel: Saamengesteld door Voedingcentrum. Meest gebruikte voedingsmiddelen en het gehalte aan 17 verschillende voedingstoffen, afkomstig van de NEVO-tabel
Eetmeter: Bedoeld voor het publiek. Bevat informatie van de meest gebruikte voedingsmiddelen in praktische tabel voor publiek. -
Noem 3 metoden om info te krijgen over het eetgedrag van iemand
Mondelijks, Schriftelijk en via app (digitaal) -
3 Koolhydraten
-
3.1 Koolhydraten
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Leg de verschil uit tussen verteerbare en niet-verteerbare koolhydraten
Onverteerbare koolhydraten kunnen niet verteerd worden in het lichaam maar wel geheel of gedeeltelijk gefermenteerd.
Verteerbare koolhydraten fungeren in het lichaam als bron van energie (brandstoffen) -
Benoem de functies van verteerbare en niet-verteerbare koolhydraten
Verteerbare : Brandstof (energie leveren) en Handhaving van het bloedglucosegehalte
Onverteerbare: Stimuleert kauwproces en speekselproductie, voorkomt plakvorming, remmende werking op maaglediging geeft verzadigd gevoel en zorgt ook voor vertraagde darmpassage met als gevolg minder snelle opname van glucose. Houdt vocht vast en bevordert bacteriegroei in de darmen met laxerend effect. verlaging van cholestrolgehalte en voorkomen van diverticulitis (darmontstekingen) -
Wat zijn geraffineerde en ongeraffineerde producten?
Geraffineerde producten zijn voedingsmiddelen die door de industrie volledig of gedeeltelijk ontdaan zijn van vezels/zemelen -
4 Eiwitten
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Structuur v eiwitten (proteinen)
Opgebouwd uit ketens v gekoppelde aminozuren. Koppeling vind plaats dmv peptidebinding. Kenmerk: bestaat uit zure groep en basis groep. Eigenschap afhankelijk van: volgorde waarop aminozuren aan elkaar gekoppeld zijn, aantal aminozuren, welke aminozuren in eiwit voorkomen, vorm waarop de aminozuren aan elkaar gekoppeld zijn.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden