Samenvatting: Module 13: Immuunsysteem En Psychiatrie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Module 13: immuunsysteem en psychiatrie

• 1 Onbekende termen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat verstaat men onder hydrops foetalis?

  - vochtophoping in verschillende delen van het lichaam van de foetus, zoals onderhuids (huidoedeem) en in de borstholte of buikholte.
  
  - Het is het eindstadium van een onderliggende ziekte, die kan variëren van immunologisch tot niet-immunologisch van aard.
  
  - Prevalentie 1 op de 2000-4000 
  
  - De prognose hangt af van de oorzaak en snelheid van diagnose; hydrops foetalis is duidelijk waarneembaar bij echografisch onderzoek.

• Wat zijn de immunologische oorzaken van hydrops foetalis?

  - Immunologische oorzaken van hydrops foetalis houden verband met antistoffen van de moeder in het bloed van de foetus, resulterend in bloedarmoede door te veel afbraak of te weinig aanmaak van rode bloedcellen.
  - Voorbeelden van bekende oorzaken zijn Resusziekte en Kell-immunisatie.
  - Door bloedarmoede zijn de organen van de foetus niet goed voorzien van zuurstof, hetgeen kan lijden tot hartfalen en ook gerelateerd kan zijn aan erfelijke stofwisselingsziekten.

• Waarom klonteren erytrocyten sneller samen bij een ontstekingsreactie?

  Tijdens een ontstekingsreactie worden bepaalde eiwitten en moleculen vrijgegeven die de erytrocyten kunnen activeren en sneller laten samenklonteren. Dit kan leiden tot de vorming van bloedstolsels. Een van de belangrijkste factoren die hierbij een rol speelt, is het eiwit fibrinogeen dat vrijkomt tijdens ontsteking en kan zorgen voor de klontering van erytrocyten. Daarnaast kunnen ontstekingsreacties ook leiden tot veranderingen in de bloedstroom en de wat stroperiger worden, waardoor erytrocyten gemakkelijker samenklonteren. Deze veranderingen zijn een natuurlijke respons van het lichaam op een ontsteking, maar kunnen ook risico's met zich meebrengen, zoals het ontstaan van bloedstolsels.

• 2 Immuunsysteem

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke infecties kun je herkenning in het leukocytenbeeld bij?- toename neutrofielen- toename lymfocyten- toename monotypen- toename eosinofielen- toename basofielen- sterke afname CD4 + T-cellen

  
  - toename neutrofielen: bacteriële infectie. 
  - toename lymfocyten: virale.            "
                                           chronische bacteriële.  " 
  - toename monocyten: chronische   "
                                           herstelfase van acute " 
  - toename eosinofielen: parasitaire  "
                                            allergieën
  - toename basofielen: allergieën
                                         myoloïde afwijkingen (bv leukemie)
  - sterke afname CD4 + T-cellen: HIV (AIDS)

• Wat is een linksverschuiving van een neutofiele granulocyt?Waar duidt het op?Waar is er sprake van als je vooral ouders exemplaren neutorfielen in het bloed vindt?

  Dat er veel jonge neutrofielen aanwezig zijn. 
  De ontwikkeling van neutrofiel verloopt van een staafvormige kern naar een segmentvormige kern (= oudere exemplaren).
   
  Links verschuiving duidt op een acute ontsteking. 
  
  Veel oudere exemplaren ---> chronische ontsteking. 

• Waarom stoot de moeder de foetus niet af?

  Immuumsysteem wordt wel geactiveerd, maar 'kiest' ervoor om niet te reageren. Dit komt door de invloed van progesteron. Er is meer TH2 (T-helpercel 2 en meer Macrofaag 2). Deze zijn anti-inflammentoir. De balans TH1 en TH2 veranderd in de zwangerschap.

• Welke infectieziekten kunnen zorgen voor een transplacentaire besmetting?

  Toxoplasmose
  Listeria
  Rubella (rode hond)
  CMV (Cytomegalie virus)
  (HSV, Herpes simplex)
  HBV (Hepatitis B-virus)
  HIV (Humaan immunodeficientievirus)
  Parvovirus (vijfde ziekte)
  Varicella Zoster Virus (waterpokken)
  
  *parasiet
  *bacterie
  *virus

• Welke infectieziekte kan een moeder tijdens de geboorte doorgeven? Bij # V en passage geboortekanaal?Noem 4 bacteriële infectieziekten.Noem 6 virale "Noem 1 schimmel

  GBS
  E.coli
  Chlamydia
  Listeria
  
  
  HSV
  coxsackie B.
  CMV
  Parvovirus
  VZV (Varicella Zoster Virus)
  HIV
  
  
  Candida Albicans
  
  * parasiet
  * bacterie
  * virus
  * schimmel
  
  

• Welke infectieziekten kan een baby na de geboorte verwerven uit de omgeving?Noem 4 bacteriële infectieziektenNoem 6 virale " 

  
  GBS
  S.aureus
  E.coli
  Klebsiella spp
  
  
  HSV
  CMV
  RS-virus
  influenza
  VZV
  HIV
  
  
  
  
  
  * parasiet
  * bacterie
  * virus
  * schimmel

• Waardoor komt een pathogeen sneller in het bloed/liquor van de neonaat vergeleken bij een ouder kind?Waar komt dit door?Wat is het gevolg daarvan?Tot welke ziektebeelden kan dit leiden?

  De neonaat is nog niet goed in staat de infectie te lokaliseren (oa door beperkte chemotaxis). 
  Hierdoor minder afweer op juiste plek, sneller verspreiding. Meer orgaansystemen aangedaan. 
  
  Sepsis / meningitis.