CTG (cardiotocogram)

5 belangrijke vragen over CTG (cardiotocogram)

Hoe zat het ook al weer met de positief en negatief voorspellende van CTG?

De positief voorspellende waarde is laag. Een slecht CTG is niet altijd geassocieerd met slechte uitkomst (bv acidose of asfyxie).

De negatief voorspellende waarde is wel hoog. Is CTG goed dan gaat het waarschijnlijk ook goed met foetus.

Waardoor ontstaat indalingsbradycardie?
Tot hoe laag gaat dat?
Voor hoe lang max?

Door indaling met moulage. De baroreceptoren in de A. Carotis merken een verhoogde intracraniële druk, waardoor de foetale hartslag daalt tot ongeveer 80 bpm, dit duurt max 10 min.

Je kijkt hierom ook naar de weeën activiteit.

Welke factoren kunnen het CTG beïnvloeden? Noem er 6.

AD
Foetale activiteit
Medicatie
Temperatuur daling/stijging
Placentaire doorbloeding
Hypoxie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de stappen om CTG te beoordelen?
Noem ook de normaalwaardes.
En hoe het beïnvloedt kan worden.

1. Bepaal basisfrequentie.
Normaal: 110--150
Bradycardie: <110
Tachycardie >160

2. Bepaal variabiliteit
Hierbij wordt gekeken naar de bandbreedte.
Hierbij kijk je naar de variabiliteit gedurende 1 minuut (zonder acceleraties en declaraties).
Normaal: 5-25 bpm
Kan beïnvloed worden door (minder variabiliteit):
- Analgesie
- Corticosteroïden
- Magnesiumsulfaat
- Acidose foetaal of maternaal

3. Acceleraties?
Verhogingen met > 15 bpm voor meer dan 15 sec.
= normaal

4. Decelaraties?
Verlaging van meer > 15 bpm voor meer dan 15 sec
- vroege deceleraties = normaal (hoofdcompressie)
- ook ongecompliceerde deceleratises van < 60 sec met < 60 bpm = normaal?
- late deceleraties --> placentaire insufficientie
- variabele deceleraties --> naverstrengcompressie




Welke 3 vormen van foetale bewaking zijn er?

CTG: registreren hartfrequentie in relatie tot uterusactiviteit.
In NL: 2 cm/min

STAN: foetale elektrocardiogram
ECG signaal wordt met schedelelektrode geregistreerd
Analyse van ST-segmenten (alleen 2e en 3e lijn)
Uit onderzoek: minder MDO en minder vaginale kunstverlossingen.

MDO: microbloedonderzoek
- gebruikt als aanvullende diagnostiek.
- bepalen bloedgashaarden (pH, BE, pCO2 en pO2)
- Zuur-base evenwicht van foetale bloed kan onderscheid maken tussen niet of wel bedreigende situatie.
- Belastend onderzoek, min. 3 cm ontsluiting nodig.
(2e en 3e lijn)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo