Samenvatting: Module 3 Hfdst 1: Celademhaling En Fotosythese Verbetering

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Module 3 Hfdst 1: Celademhaling en fotosythese verbetering

• 1 1 Autotrofe en heterotrofe organismen

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke manieren produceren autotrofe organismen energie?

  Autotrofe organismen maken gebruik van twee primaire processen:
  

  1. Fotosynthese - gebruik van licht als energiebron.
  2. Chemosynthese - benutten van energie die vrijkomt bij de oxidatie van anorganische verbindingen. (oxidatie is een verbinding tussen een ander element en zuurstof )

• 3 2.1 ATP en ADP

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke onderdelen heeft het ATP-molecuul (bekijk de tekening ! )?

  • Adenine: onderdeel van de nitrogenbase aan de rechterkant.
  • 3 fosfaatgroepen: verbonden in een reeks aan de linkerkant.
  • Ribose: vijfhoekige suiker in het midden van het ATP-molecule.

• Welke celprocessen vereisen energie?

  Energie is noodzakelijk voor:
  

  1. Synthese van macromoleculen
  2. Bouw van organellen
  3. Beweging
  4. Transport van moleculen
  5. Elektrische energie/licht

• 4 2.2 Aerobe en anaerobe celademhaling

  Dit is een preview. Er zijn 34 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de netto reactievergelijking voor de glycolyse?

  De reactievergelijking is:
  

  • Glucose + 2 ADP + 2 Pi → 2 pyrodruivenzuur + 2ATP

• Wat gebeurt er met pyrodruivenzuur in aanwezigheid van zuurstof?

  Bij aanwezigheid van zuurstof ondergaat het pyrodruivenzuur:
  

  • Aerobe celademhaling
  • Oxidatie in de mitochondriën naar CO2, wat veel energie vrijstelt.

• Wat is glycolyse en waar vindt het plaats in de cel?

  • Duid aan op de tekening

• Onder welke omstandigheden vindt de anaerobe celademhaling plaats?

  Anaerobe celademhaling gebeurt wanneer:
  

  1. Er geen zuurstofgas aanwezig is.
  2. Organismen afhankelijk zijn van alternatieve energiebronnen.
  3. Men in een omgeving is met een lage zuurstofconcentratie.

• Wat zijn de eindproducten van alcoholische gisting? Benoem het type van gisting.

  Bij alcoholische gisting geldt:
  

  1. Reactie: C6H12O6 + 2 ADP + 2 Pi → 2 C2H5OH + 2 CO2 + 2 ATP
  2. Eindproducten: ethanol en CO2
  3. Type: alcoholische gisting

• Wat zijn de eindproducten van melkzuurgisting?

  Tijdens melkzuurgisting geldt:
  

  1. Reactie: C6H12O6 + 2 ADP + 2 Pi → 2 CH3CHOHCOOH + 2 ATP
  2. Eindproduct: melkzuur
  3. Type: melkzuurgisting

• Leg de verzuring van spieren uit aan de hand van de anaerobe celademhaling.

  Spierverzuring gebeurt omdat:
  

  1. Bij gebrek aan zuurstof melkzuur wordt geproduceerd.
  2. Melkzuur zich ophoopt in de spieren.
  3. Verzuring leidt tot pijn en vermoeidheid.