Behandeling van fracturen en gewrichtsletsels

24 belangrijke vragen over Behandeling van fracturen en gewrichtsletsels

LO bij een (vermoedelijke) botbreuk

  • inspectie
  • actief bewegingsonderzoek
  • passief bewegingsonderzoek
  • palpatie (vergeet de belendende gewrichten niet (de gewrichten die er boven en onder liggen)
  • speciale tests.

De systematiek van beeldvormend onderzoek

Doe het systematisch; dus niet meteen de breuk opzoeken op de foto.
  • algemeen (klopt de patiënt, foto, links, rechts, volledig)
  • weke delen (calcificaties in spieren, arteriën, lucht/gas → gangreen)
  • botten
→ stand
→ vorm
→ oppervlak
→ structuur (dichtheid)
→ ophelderingen (cysten)
  • gewrichten(artrose geeft gewrichtsspleetversmalling)
teken met je vinger/potlood het periost langs op zoek naar onregelmatigheden, fracturen zijn lastig te herkennen soms

Beeldvormend onderzoek: CT

  • veel details van botafwijkingen
  • gebruik neemt toe
  • 3D reconstructies mogelijk
  • stralingsbelasting groot.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Beeldvormend onderzoek: MRI

  • magnetisch veld (contra-indicatie)
  • weke delen (bandlaesies, meniscus, gewrichtspeesbeschadigingen)

Pathologische fractuur en stressfractuur:

- Pathologische fractuur (bij onderliggende ziekte die het bot verzwakt)
- Stressfractuur (excessief repeterende bewegingen, vb marsfractuur van soldaten)

Classificatie richting fractuur

  • oblique non-displaced
  • travers / dwars?
  • spiraalvormend
-> nog plaatje opzoeken van de PP 2.2...

Indeling volgens Gustilo schaal classificatie

I = open fractuur met relatief kleine schone open wond
II = > 1 cm
IIIA = grote wond, maar adequate weken delen bedekking
IIIB = niet meer bedekt.
IIIC = bijkomend arterieel en zenuwletsel

Classificatie anatomische locatie:

  • articulair
→ intra articulari beloop wanneer het gewricht is aangedaan.
  • metafysair ,ter hoogte van de metafyse
  • diafysair, ter hoogte van de diafyse
  • epifysair, ter hoogte van de groeischijf
→ epifysiolyse: de fracturen van de epifysairschijf.

Schaal van Salter, classificatie anatomische locatie:

Schaal van Salter:
I: door de epifysairschijf heen
II: door de epifysairschijf en de metafyse heen (meest voorkomend)
III: door de epifyse en de epifysairschijf heen
IIII: door alles heen
V: is wel iets aan te doen, maar niet altijd, afhankelijk van de patiënt.
Operatieve behandeling vanaf III.

Afbeelding classificatie van Salter bij fracturen

Verschil met epifyse en epifysairschijf

Factoren van invloed op fractuurgenezing

  • type bot (vascularisatie, type bot)
  • leeftijd
  • mobiliteit ter plaatse van fractuur
  • contact tussen fractuurdelen
  • infectie
  • kwaliteit van circulatie
  • evt. botafwijkingen
Een kleinere breuk herstelt niet persé beter.

Waar kan te weinig stabiliteit toe leiden -> toetsvraag

Te weinig stabiliteit leidt tot hypertrofische pseudoartrose
→ atrofische pseudoartrose de vitaliteit ter plaatse is verminderd door te weinig voeding.

Wat is het doel van de behandeling bij een botfractuur

Doel = botgenezing te verkrijgen zonder standsafwijking van betekenis met behoud van de functie.

Wanneer is een fractuur gecontamineerd

Elke open fractuur is per definitie gecontamineerd.

Hoe behandel je een fractuur

  1. repositie
  2. immobilisatie (vastzetten)
  • conservatief:
→ (gips)spalk
→ tractie
  • operatief:
→ interne spalk (osteosynthese materiaal)
→ fixateur externa.

Externe behandelingen fractuur

(gips)spalk, na een week wel circulair → zwellingsgevaar is dan afgenomen.
  • meest gebruikt
  • collar and cuff
  • spalk vs circulair gips
  • gipsinstructie

Complicaties externe behandeling fractuur

  • drukplekken
  • verstoring circulatie
  • DVT
  • gewrichtsverstijving

Behandeling van een fractuur met tractie

  • huidtractie (met sterke pleisters) (tot 3kg)
  • skelettractie → pin in bot.
  • betrouwbaar en veilig
  • ziekenhuisopname
  • bedrust (decubitus, trombose, vandaar niet zo snel bij ouderen)

Behandeling met een fixateur externa:

  • pennen (rigide)
  • percutaan
  • geen absolute rigiditeit
  • infectie (vaak bij de insteekopeningen)
  • gewrichtsfunctie beperking
  • mal-union, delayed union, non-union (zie je iets vaker optreden)
  • neurovasculaire schade.

Behandeling osteosynthese materiaal

Interne spalk: wanneer een fractuur niet gesloten gereponeerd kan worden
  • osteosynthesemateriaal → schroef zit vaster in corticaal bot, dus daarom moet hij door beide cortexen heen.
  • snelle mobilisatie
  • directie fractuurgenezing
  • refraxtuur, kans is iets groter, ook bij het verwijderen van het osteosynthesemateriaal, mensen hebben soms wel klachten van het materiaal
  • corrosie, het materiaal wordt op de lange duur wel wat zwakker

Proximale femurfracturen: Collumfemorisfracturen (intracapsulair)

  • verkort en in exorotatie
  • pijn met uitstraling naar lies en lateraal
  • hoge kans op complicatie
→ verstoorde circulatie
→ avasculaire kopnecrose
→ non- of mal-union

  • behandeling: kopsparende osteosynthese of prothese afhankelijk van verschillende patiëntgebonden factoren.

Proximale femurfracturen: Pertrochantere fracturen (extracapsulair)

  • aanzienlijke dislocatie & stabiliteit
  • behandeling (vrijwel) altijd operatief

Proximale femurfracturen: Subtrochantaire fracturen (extracapsulair)

  • vaker bij jongere patiënten
  • hoogenergetisch trauma
  • pathologische fracturen
  • behandeling (vrijwel) altijd operatief

Oorzaken fracturen van de enkel

instabiliteit van de enkelvork

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo