Adjuvante therapie
25 belangrijke vragen over Adjuvante therapie
Wat maakt of een patiënt in aanmerking komt voor (neo)adjuvante therapie
- Tumor en patiënt karakteristieken maken of een patiënten in aanmerking komt voor (neo)adjuvante therapie:
- indicatie vastgesteld in multidisciplinair oncologie overleg
Hoe bereikt radiotherapie zijn doel
Radiotherapie: bij sparende behandeling:
- wanneer: na lumpectomie; bij DCIS, morbus Paget, invasief carcinoom
- wat: gehele klierschijf, deel van de borst
- dosis: 15 x 2.67 Gy +/- boost. (15 bestralingen) boost is soms extra hoge dosis op locatie van de tumor omdat de resectie misschien niet radicaal was. Dit is een standaard schema en dosering (uit studies bewezen), maar bij vb achterblijven van tumorcellen na OK, worden er nog een aantal (standaard) bestralingen bij gegeven, dit is gestandaardiseerd voor mammaca
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarom adem inhouden bij linkszijdige borstbestraling
De longen vangen dan deze straling op, en dat geeft dus risico op radiatie pneumonie (longontsteking door bestraling) maar dat risico is veel lager op de langere termijn dan hartaandoeningen door straling.
Wie krijgt radiotherapie bij een sparende behandeling
- bij alle vrouwen t/m 40 jaar
- bij alle vrouwen van 41 t/m 70 jaar:
→ bij angio-invasieve groei ( = vaso-invasieve groei)
→ triple negativiteit
→ Her2 neu + indien geen systeemtherapie mogelijk
→ als eerst neo-adjuvante chemo werd gegeven
→ bij irradicaliteit
- Bij vrouwen > 70 jaar
→ bij radicaliteit: boost ter overweging bij risicofactoren
Wat is de dosis van radiotherapie bij een sparende behandeling
- standaard + 9.8Gy
- bij irradicaliteit: + 14.08Gy ( als geen re-excisie)
Doel van de radiotherapie bij de sparende behandeling:
- kans op lokaal recidief verlagen
- het voorkomen van 4 locoregionale recidieven resulteert in het voorkomen van 1 mammacarcinoom dode na 15 jaar.
Contra indicaties bij radiotherapie
BRCA heeft geen invloed op de keuze voor bestraling, wel op de keuze voor preventief de andere borst en/of eierstokken ook te laten verwijderen tijdens de ingreep.
Wanneer radiotherapie na mastectomie
- niet radicale resectie
- pT3 indien 1 of meer van de volgende risicofactoren:
- pN0 en combi met 3 van de volgende karakteristieken:
- pN1 indien 1 van de volgende risicofactoren:
- pN2/3 of pT4
- Na neo-adjuvante chemotherapie:
Wat wordt bestraald bij radiotherapie na mastectomie
Dosis: 15 x 2.67Gy
Boost: Alleen bij irradicaliteit (22 x 2.03Gy + 22 x 0.64Gy)
Radiotherapie: locoregionale bestraling:
- Axiliarie klierstations:
→ level 2: op de m. pectoralis minor
→ level 3: mediaal van de m. pectoralis minor
- periclaviculaire klieren
Waar Radiotherapie: locoregionale bestraling
Bestraling van de parasternale klieren
- indien (micro)metastasen parasternale (non) SWK met/zonder okselkliermetastasen (pN1b, pN1c)
- indien vergrote parasternale lymfklier(en) op beeldvorming, liefst cytologisch/histologisch bevestigd (pN2b, pN3b)
bestraling oksel tot clavicula, mensen kunnen ook last krijgen van hun slokdarm (tijdelijk)
Dosis Radiotherapie: locoregionale bestraling:
- 15 x 2.67Gy
- Boost: als indicatie voor boost op de klierstations:
→ macroscopische tumorrest: 22 x 2.03Gy / 22 x 2.67Gy
Radiotherapie: bijwerkingen lange termijn:
- aanhoudende vermoeidheid
- fibrose +/- pijnklachten
- volumeverlies
- Telangiectasieën
- hyperpigmentatie = donkerder worden van de huid
- lymfoedeem
- long (radiatie pneumonitis; fibrose)
- hart (atherosclerose, ischemische hartziekte)
Wat is systemische therapie
Anti Hormonale (endocriene) therapie
Hulpmiddelen systemische therapie
- adjuvant online: rekentool voor uit te rekenen wat de overleving therapie is voor de patiënt. de patiënt besluit dan zelf of dat genoeg winst is.Webapplicatie om effect van chemo- en hormonale therapie te bekijken.
- mammaprint: uit welke genen bestaat de tumor, genenprofiel, goed of slecht profiel. Met een slecht profiel eerder chemotherapie. Om het genetisch profiel van de tumor te bekijken en vergelijken met database. Bij een prognostisch slecht profiel, dan eerder keuze voor chemotherapie.
Systemische therapie: Endocriene therapie:
Alle borstkliercellen zijn daar gevoelig voor.
Oestrogeenreceptor op een borstkankercel. Komt daar oestrogeen op, dan stimuleert dat de tumor om te groeien.
- borstkankercellen behouden vaak de gevoeligheid voor oestrogeen (+/- 75%)
- bij sommige patiënten is er echter geen relatie tussen groei van kankercellen en oestrogeen. Deze cellen hebben hun membraanreceptoren voor oestrogeen verloren ( +/- 25%)
Behandelingen op basis van de oestrogeenreceptor aanwezigheid
- dus oestrogeen blokkeren. → voor de overgang de eierstokken verwijderen of injecties geven zodat de aanmaak van oestrogeen wordt geblokkeerd, gebeurd weinig.
Na de menopauze wel nog oestrogeen door de bijnieren en het vetweefsel -> aromatase wordt omgezet in oestrogeen -> dit kun je remmen met oa Aromatase Inhibitors zoals Exemestaan (Aromasin), Anastrozol (Arimidex) en Letrozol (Femara)
Endocriene therapie: Tamoxifen:
- heeft veel overeenkomsten met oestrogeen, neemt hier dus de plaat over zodat oestrogeen geen plek meer kan innemen op de receptor.
- bind de oestrogeenreceptor en blokkeert de receptor voor verder gebruik.
- oestrogeen dus nog wel aanwezig in het lichaam, maar kan niet meer gebruikt worden door de kankercellen.
Systemische therapie: Endocriene therapie: aromatase inhibitoren
- aromatase inhibitoren (exemestaan, anastrozol, letrozol)
→ heeft als effect dat er minder oestrogeen aanwezig is in het lichaam
Bijwerkingen aromatase inhibitoren (exemestaan, anastrozol, letrozol)
- Praktisch:
→ Bijwerkingen: zeer vaak (> 10%): opvliegers, hoofdpijn, misselijkheid, huiduitslag, gewrichtspijn en -stijfheid, artritis, osteoporose, asthenie.
Indicatie (neo-) adjuvante chemotherapie
Bij een leeftijd van > 70 jaar kan adjuvante chemotherapie overwogen worden indien de verwachte winst groot genoeg is en de patiënt in goede conditie verkeert
ongunstige N0:
- leeftijd < 35 jaar, graad 1 > 2cm, graad 2 of graad 3 > 1 cm
- leeftijd > 35 jaar, graad 1 > 3cm, graad 2 > 2cm, graad 3 > 1 cm
- alle invasieve tumoren met HER2 overexpressie. Ook bij een grootte < 1 cm kan adjuvante systemische therapie worden overwogen.
Systemische therapie: Chemotherapie:
- als adjuvante therapie, keuze uit aantal schema’s: (niet uit je hoofd leren)
- keuze os. afhankelijk van type tumor en andere aandoeningen die patiënt heeft.
Systematische therapie: Immunotherapie:
Dat is normaal op een borsttumor aanwezig, maar niet in overexpressie. Als die wordt geactiveerd, leidt dat tot stimulatie van celgroei. Deze patiënten hebben een 2.5x hogere kans op recidief.
- HER2 receptor activatie leidt tot stimulatie van celgroei
- 2.5 hogere kans op recidief/overlijden dan HER2 negatieve tumor
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden