Circulatie problemen - Intraveneuze lijnen

19 belangrijke vragen over Circulatie problemen - Intraveneuze lijnen

Welke soorten intravasculaire toegang zijn er?

  • perifere veneuze toegang
  • centraal veneuze toegang
  • arteriële lijn
  • intraossale toegang   

Benoem kenmerken van een perifeer infuus.

- zo groot mogelijke diameter
- iedere dienst controleren; doorflushen NaCl 0,9%
- binnen 90 seconden in te brengen bij calamiteit
- plaatsen in bovenste en onderste extremiteiten of schedel (of navelvene > liefst binnen 24u na geboorte inbrengen en controlefoto maken)

Welke soorten centraal veneuze toegang heb je?

- enkellumen
- dubbellumen
- drielumen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer een CVC en wanneer een PAC?

PAC > bij meer dan een half jaar chemotherapie behandeling
CVC enkellumen > kortdurende behandeling korter dan 1 jaar
CVC dubbellumen > op indicatie & bij langdurige neutropenie bij bv behandeling met stamcel/beenmergtransplantatie

Benoem de inbrengplaatsen van een CVC en de kenmerken.

Vena jugularis interna (hals)
- makkelijk aan te prikken
- voorkeur bij kortdurend verblijf ivm moeilijk afplakken en transpireren
- externa i s een perifeer infuus!

Vena subclavia (sleutelbeen)
- kans op pneumothorax
- schoon en goed afplakbaar
- niet inbrengen tijdens reanimatieprocedure

Vena femoralis (bovenbeen)
- makkelijkst aan te prikken
- 'vieze' plaats > infectiegevaar
- afknikken

Vena brachialis (bovenarm)
- 'rijden' van de katheter > fixeren > bewegingsbeperking
- makkelijk in te brengen

Hoe lang kan een PICC-lijn blijven zitten?

Tot 12 maanden

Op welke complicaties moet je observeren tijdens/direct na inbrengen centrale lijn?

  • Hematoom (inspectie zwelling, controleer pols, AH, capillaire refill)
  • Embolie (lucht) (dyspnoe, tachypneu, tachycardie, cyanose, desoriëntatie coma, hartstilstand) > linkerzijde in Trendelenburg
  • Hematothorax (= bloed in borstkas) / pneumothorax (tachy-, dyspnoe, hoestprikkel, angstgevoelend)
  • Zenuwletsel
  • Ritmestoornissen
  • Arteriële punctie

Op welke complicaties moet je observeren tijdens het verblijf?

  • infectie: roodheid, pijn bij insteek, zwelling, pus of sereus vocht, temp stijging, algehele malaise
  • embolie (trombus, lucht): gezwollen hoofd en bovenlijf met paarse verkleuring, gestuwde halsvenen, grauw, tachycardie/kortademigheid
> CVC / PAC wordt verwijderd en antistolling gestart!

  • subcutaan lopen
  • verstopping: spuit alleen nog in óf niet meer doorgankelijk. Tip kan tegen wand kleven! Kind laten zitten of juist plat leggen, arm omhoog, hoesten, diep ademen... Voorzichtig flushen! Urokinase 10.000 IE: ongeveer een half uur laten zitten en daarna optrekken als het lukt, anders doorspuiten. Voorbehouden handeling!

Hoe voorkom je complicaties bij CVC?

Infectie:
  • aseptisch werken bij inbrengen, ook als het spoed is.
  • verzorgen volgens protocol: lijnen verschonen à 96 uur, spuiten en infuuszakken à 24 uur
  • afdoppen kraantjes

Embolie:
  • zorgvuldig ontluchten
  • adequaat handelen bij trombus

Subcutaan lopen:
  • insteekopening zichtbaar laten
  • controleren
  • 'borgen' met extra pleister
  • zo nodig fixeren met spalk 

Benoem de verpleegkundige aandachtspunten bij bloedafname via CVC.

  • Veelvuldig bloed afnemen verkort de levensduur van de lijn
  • Zorg voor schoon afnamepunt
  • Flushen met heparinewater
  • Elke keer schoon dopje

Benoem aandachtspunten bij continue medicatie via CVC.

Continue:
  • minimale flow 3 ml per lumen óf heparinewater 1 ml per lumen óf slotje met heparine 150E/ml
  • denk aan totaal vochtintake!
  • let op interactie medicatie, lijnen stickeren

Benoem aandachtspunten bij intermitterend medicatie via CVC.

Intermitterend:
  • bij voorkeur perifeer
  • zo dicht mogelijk bij patiënt
  • let op de dode ruimte
  • let op flushen van andere medicatie!

Benoem aandachtspunten bij bloed en bloedproducten via CVC.

  • bij voorkeur niet via CVL
  • altijd apart laten lopen

Benoem de verpleegkundige aandachtspunten bij het verwijderen van een CVC.

- indien kweek tip dan met 2 vpk
- na verwijderen 'langdurig' afdrukken
- bij subclavia kind uit laten ademen en adem vasthouden
- let op nabloeden
- let op embolie

Wanneer wordt een intra-ossale naald geïndiceerd?

In acute fase van shock, wanneer er geen andere mogelijkheid is binnen 90 seconde.

Waar wordt een intra-ossale naald ingebracht?

Platte kant van de tibia (=scheenbeen).
1-3 cm onder tibia.

Wat zijn de voor- en nadelen van een botnaald?

voordelen:
- kan snel aangelegd worden
- geschikt voor alle soorten medicatie
- IV = IO plasmaspiegels
- geschikt voor grote hoeveelheden vocht   

nadelen:
- maximaal 24u laten zitten
- dislocatie bij te kleine naald

Noem de vier soorten geïmplanteerde lijnen.

1. Port A Cath (met reservoir s.c.)
2. Broviac-catheter (getunneld)
3. Hickman-catheter (getunneld)
4. Veneuze lijn, maar dan operatief ingebracht in vena subclavia

Wat betekent distaal en proximaal?

Proximaal/proximal (dichtbij de romp) en distaal/distal (ver van de romp).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo