Samenvatting: Module 5 (P) Slaapstroonissen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van module 5 (P) slaapstroonissen

• 1 module 5 (P) slaapstroonissen

  Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is distributie van medicijnen?

  • Berekening door verdelingsvolume
  • Volwassene: 5-6 liter circulerend bloed
  • Verdelingsvolume kan variëren
  • Diffusie: plasmaconcentratie afhankelijk van verdelingsvolume

• Wat houdt metabolisme in bij medicijnen?

  • Chemisch proces in lever
  • Omzetting naar inactieve metabolieten
  • Beïnvloed door enzymen (cytochroom P450)
  • Enzymen kunnen effect van medicijnen wijzigen

• Hoe verloopt eliminatie van medicijnen?

  • Oplosbaar in water voor uitscheiding
  • Belangrijk voor eindproces medicijn
  • Eliminatie door nieren, longen, lever
  • Onoplosbare stoffen blijven in maag

• Wat zijn de acht toedieningsvormen van medicijnen?

  • Dermale: Op de huid.
  • Per os: Via de mond.
  • Rectaal: In de endeldarm.
  • Subcutaan: Onder de huid.
  • Intramusculair: In een spier.
  • Intraveen: Direct in de bloedbaan.
  • Inhalatie: Ingeademd via longen.
  • Epiduraal/intrathecaal: In de rug/spinal cord.

• Hoe bepaal je de keuze van toedieningswegen van medicijnen?

  • Medicijneigenschappen: Werking en vorm.
  • Patiëntgerelateerd: Misselijkheid en voorkeur.

• Wat is het werkingsmechanisme van een medicijn?**

  • Medicijn bindt aan een receptor of cel.
  • Binding kan positieve of negatieve effecten hebben.
  • Agonist stimuleert receptor.
  • Antagonist blokkeert receptor.
  • Sleutel-slot principe.
  • Meerdere bindingplaatsen mogelijk.

• Wat betekent competitie reversibiliteit bij medicijnen?**

  • Medicijn met zelfde bindingsplek is competitief.
  • Competitie stopt werking van andere middelen.
  • Irreversibel medicijn bindt permanent.
  • Clopidogrel is irreversibel voorbeeld.

• Hoe worden bijwerkingen en interacties bij medicijnen behandeld?**

  • Bijwerkingen zijn onbedoeld en ongewenst.
  • Voorbeelden: misselijkheid, braken, duizeligheid.
  • LAREB registreert bijwerkingen in Nederland.
  • Nieuwe medicijnen hebben vaak meer bijwerkingen.

• Wat zijn de kenmerken van de vijf stadia van slaapcyclus?**

  • Opdeling in non-REM (stadium 1 t/m 4) en REM-slaap (stadium 5)
  • Non-REM:
  • - Trage hersengolf activiteit
  • - Slaapstadium 3 en 4: diepe slaap
  • REM-slaap:
  • - Snelle oogbewegingen
  • - Verhoogde hersenactiviteit

• Hoe beïnvloeden leeftijd, voeding en biologische klok de slaap?**

  • Leeftijd:
  • - Kinderen: 12 uur slaap
  • - Pubers: 8-9 uur slaap
  • - Volwassenen en ouderen: 7-8 uur of minder
  • Voeding en biologische klok beïnvloeden slaapduur en kwaliteit