Farmacotherapie - anti trombotica

25 belangrijke vragen over Farmacotherapie - anti trombotica

Wat activeert bloedplaatjes

Bij een wond in de wand worden bloedplaatjes geactiveerd, ze willen klonteren met elkaar.

Wanneer gebruik je een Thienopyridine (plaatjesaggregatieremmer)

  • monotherapie:
→ na een CVA
→ als ascal niet verdragen wordt
→ bij een PAD

  • samen met ascal (DAPT)
→ na een IAP of MI (met een stent), 2 middelen naast elkaar (2 plaatjesaggregatie middel = tijdelijk!): prasugrel en ticagrelor
→ na stent plaatsingen elder

DAPT bijna altijd maar tijdelijk!
Veel voorkomende oorzaak van bloedingen.
Let erop wanneer je 2 middelen ziet of dit de bedoeling is!

Problemen met Thienopyridines (plaatjesaggregatieremmers )

  • is sterker dan aspirine, dus geeft bloedingen (vaker dan bij ascal)
  • sommige mensen hebben een genetische resistentie.
  • geen enkele richtlijn raadt plaatjestesten aan.
  • interacties
  • prijs
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Dipyridamol (persantin) (plaatjesaggregatieremmer)

  • is de vreemde eend in de bijt.
  • werkt namelijk in het bloedplaatje (dus niet via een receptor)
  • daarnaast werkt het ook vaatverwijdend (geeft hoofdpijn), mensen gebruiken het niet langdurig, dit is dosisafhankelijk en vooral bij het begin van het gebruik.

Wanneer gebruik je dipyridamol (plaatjesaggregatieremmer)

  • vroeger vaak in combinatie met ascal na een TIA of CVA
  • Clopidogrel kan dit juist zo goed in zijn eentje, en is ook een stuk minder duur
  • vb.: in UMCU: als alternatief voor clopi bij CYP2C19 bij de neuro. Hier is geen trial bewijs voor.

Problemen met dipyridamol (plaatjesaggregatieremmer)

  • 2dg innemen is voor veel mensen al een probleem
  • Hoofdpijn ( → vaatverwijder)
  • duizeligheid
  • diarree
  • 2dd

Indicatie Aspirine en PPI (maagzuurremmer, vb: omeprazol, behalve wanneer de patiënt clopidogrel gebruikt, geef dan pantoprazol)

Geïndiceerd bij:
> 80 jaar
> 70 met een verhoogde kans op maagcomplicaties bij een SSRI, DOAC
> 60 met een eerdere ulcus, of complicatie daarvan in de voorgeschiedenis.

Wat is het verschil tussen Marcoumar® (phenprocoumon), Marevan® (warfarine) en Sintrom® (acenocoumarol) en waarom kiest de ene arts voor het ene medicijn en een andere arts voor een ander medicijn?

Deze drie coumarines hebben dezelfde werking: ze verstoren de mogelijkheden van de lever om vitamine K te verwerken en te recycleren. Het verschil tussen deze medicijnen ligt voornamelijk in hun werkingsduur: acenocoumarol (Sintrom®) heeft een korte werkingsduur terwijl fenprocoumon (Marcoumar®) juist een heel lange werkingsduur heeft.
Warfarine (Marevan®) ligt wat betreft de werkingsduur tussen de beide andere in.

Warvarine (Marevan®) (coumarine)

Warvarine (Marevan®) lijkt qua werking heel veel op phenprocoumon (Marcoumar) je handelt dus op dezelfde manier als bij phenprocoumon.

Waarom kiest de ene arts voor phenprocoumon of warfarine en de andere voor acenocoumarol

Kort gezegd: de ene vaart liever met een olietanker en de andere met een zeiljacht. De ene heeft meer oog op de stabiliteit en de andere op de wendbaarheid. De gebruikte antistollingsmedicatie is dus sterk afhankelijk van de voorkeur van de behandelende arts. 

Vitamine K antagonisten

  • met VKA is er minder beschikbaar vit. K
→ het remt dingen die meer stolling geven; de produktie stollingsfactor II, VII, IX en X
→ het remt dingen die minder stolling geven; productie proteïne C en S

De mate van antistolling onder VKA meten

De mate van antistolling onder VKA meet je met INR
De dosering door de trombosedienst: INR = 2.0 - 3.0
Acenocoumarol (sintrom): 48 uur
Fenprocoumon (marcoumar): 1-2 weken


  • INR liefst rond de 1

Wanneer gebruikte je VKA vroeger

  • DVT (diep veneuze trombose, vroeger, maar nu niet meer)
  • longembolieen (maar nu niet meer)
  • atriumfibrilleren (behalve als het niet kan)
  • na sommige vaatoperaties (vb. embolectomie/acute ischemie)

Je ziet het eigenlijk bijna nooit meer.

LMWH Laag Moleculair Gewicht Heparine (Low Molecular Weight Heparin, LMWH)

Dit is heparine waarbij het mengsel bestaat uit minder verschillende en overwegend kortere ketens. Dit heeft belangrijke gevolgen: door de constantere samenstelling en de kortere ketens wordt het effect veel meer voorspelbaar; de korte ketens blijven minder aan de vatwand en andere eiwitten hangen.

LMWH's en heparine IV

De LMWH’s hebben de rol van de klassieke IV heparine in veel gevallen overgenomen. Voor de behandeling van trombose is het al standaard geworden en ook bij beperkte longembolieen wordt gebruik gemaakt van de LMWH’s. Ook ter preventie van trombose na een heelkundige ingreep wordt het veelvuldig gebruikt

De werking van de LMWH’s is selectiever dan die van de klassieke IV Heparine zodat ze minder bloedingsproblemen geven dan de IV Heparine

Orale Xa remmers (DOAC)

Deze bijna standaard in gebruik bij preventie en behandeling.
  • Rivaroxaban (Xarelto)
  • Apixaban (Eliquis)
  • Edoxaban (Lixiana)
Bij AF, DVT/LE en voorkomen van DVT/LE (diep veneuze trombose/longembolie)

Directe Orale Anticoagulantia (DOAC)

Directe Orale Anticoagulantia (DOAC) zoals dabigatran (pradaxa), apixaban (eliquis), edoxaban (lixiana) en rivaroxaban (xarelto) behoren tot de nieuwe generatie antistollingsmiddelen. In tegenstelling tot vitamine K remmers stoppen DOAC’s de werking van één specifiek stollingseiwit.

DOAC’s de eerste keus in het geval van:

  • Behandeling en preventie van een (herhaalde) trombosebeen en longembolie.
  • Voorkomen van trombose bij knie-en heupoperaties.
  • Voorkomen van beroerte en systemische embolie bij boezemfibrilleren.

Voordelen DOAC’s

  • Er is geen controle van de trombosedienst nodig
  • Elke dag worden dezelfde hoeveelheid tabletten ingenomen
  • DOAC’s werken meteen, er hoeft geen spiegel in de bloed opgebouwd te worden en de werking is 12 tot 24 uur
  • DOAC’s kennen minder bijwerkingen dan Vitamine K remmers; de kans op een hersenbloeding blijkt kleiner
  • Voeding en alcohol hebben minder invloed op de werking van de middelen.

Nadelen DOAC’s

Doordat er geen controle door de trombosedienst is, is er ook geen geheugensteun de middelen te gebruiken, en zou u het middel vaker kunnen vergeten. U loopt dan weer een groter risico op trombose

Voor edoxaban is er nog geen antidotum die een door het medicijn veroorzaakte vervelende bloeding kan stoppen. Voor echte noodsituaties zoals bij acute operaties is echter wel een protrombinecomplex beschikbaar.

DOAC’s niet voor iedereen geschikt

Niet iedereen komt in aanmerking voor het gebruik van DOAC’s. Of de DOAC’s bijvoorbeeld geheel veilig zijn bij oudere patiënten of bij patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie moet nog beter worden onderzocht. Deze studies vinden momenteel plaats, op advies van de Gezondheidsraad. DOAC’s zijn niet geschikt bij zwangerschap. Ook kunnen de DOAC’s niet worden gebruikt bij een kunsthartklep. Het gebruik van DOAC’s wordt afgeraden bij het Antifosfolipidensyndroom.

DOAC’s en antidotum

Bij acute bloedingen, bijvoorbeeld na een ongeluk of spoedoperatie, zijn er een aantal mogelijkheden op het bloedingsrisico van de DOAC op te heffen. Idarucizumab (merknaam Praxbind) remt de werking van dabigatran. Inmiddels is er een antidotum voor apixaban en rivaroxaban beschikbaar (Andexanet alfa, merknaam Ondexxya). Ook is in alle ziekenhuizen een protrombinecomplex beschikbaar, zoals beriplex of cofact.

DOAC’s nadelen

  • minder goed bewijs in wat te doen als mensen hard bloeden. Er moet dan een specifiek ‘antigif’ beschikbaar zijn.
  • Andexamap kun je goed gebruiken bij bloedingen, zoals ook Cofact, werkt ook als antigif, en is veel goedkoper dan andexamap.
  • Niet gebruiken bij lijnen of metalen kleppen, dan is een VKA echt wel beter.
  • Aanpassen aan de nierfunctie!

Recidief VTE (veneuze trombo embolie)

Een VKA is beter bij VTE dan een NOAC qua effectiviteit
Een NOAC is beter bij VTE dan een VKA qua veiligheid

Zie je een DOAC of VKA met TAR (aspirine of clopidogrel) →  let dan op!

  • er zijn bekende goede indicatie voor DOAC/VKA met een TAR, vb bij het hebben van een stent.
→ antistol middel samen met een antiplaatjesmiddel
  • wel een goede nierfunctie hebben, vanwege grote kans op bloeding.
  • zeer hoog risico op bloedingen
  • Compas studie…

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo