Samenvatting: Module 6: Longen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Module 6: Longen
-
1 Week 1
-
1.1 hechten
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is er gescheurd bij een eerstegraads ruptuur?
De perineumhuid. -
Welke anesthetica mag een verloskundige volgens de wet gebruiken? Geef voorbeeld met dosering. En geef aan welke maat infiltreernaald je gebruikt.
Lokale anesthetica zonder epinefrine (adrenaline).
Uit LVOV richtlijnen:
- 20ml lidocaïne 1%, zonder adrenaline
of
- 10ml lidocaïne 2%, zonder adrenaline
Naald : 21G 0,80 x 50 mm -
Wat is het verschil tussen atraumatisch en traumatisch hechten?
Atraumatisch: hechten met een naald waarbij de draad bij fabricage is geklonken (zit in de naald)
Traumatisch: hechten met naald waar de draad handmatig in is gebracht. -
Wat is er aan de hand bij een choana atresie?Wat is het klinische beeld bij deze aandoening?
Dan is er geenverbinding tussen deneus en dekeelholte .
Zolang ze huilen, kleuren ze mooi roze (want huilen is mondademhaling).
Als ze stoppen met huilen kleuren ze blauw (want dan neusademhaling, wat niet kan bij deze aandoening).
Oplossing: guedel (ook wel mayotube) inbrengen, dan kan ademhaling meestal doorgaan. -
Welke 5 orgaansystemen heeft een pasgeboren nodig om goed te kunnen ademen?
1. (Open) luchtweg.
2. Thorax en diafragma en spieren
3. (Open) longen
4. (long) circulatie
5. Aansturing ademhaling vanuit de hersenen -
Wat zijn mogelijke problemen bij de transitie van foetaal naar neonataal bij een niet open luchtweg?
Obstructie :
- slijm, bloed meconium
-overstrekking /maxicosihouding
- grote tong
- cystes of tumorenAfsluiting neusholte:
- choane atresieAanlegstoornissen :
-onderontwikkelde kaak
-tracheamalacie (bij inademing eigenluchtwegen dichttrekken )
-Bronchomalacie
-oesofagusatresie + TE fistel -
Wat zijn de mogelijke problemen bij de transitie van foetaal naar neonataal bij de thorax, het diafragma en de spieren?
- slappe thorax bijprematuriteit
-ribfracturen alsgeboortetrauma (Cave :pneumothorax )
- thoracale defectenskeletdysplasie
- thoracale defecten bij dystrofie (afwijking)
- congenitale herniadiafragmatica
- diafragma parese (n.Phrenicus )
-geboortetrauma : gebroken sleutelbeen / plexus
- congenitalespierziekten (hypotonie) -
Wat zijn de mogelijke problemen bij de transitie van foetaal naar neonataal bij de (open) longen?Noem er 3, noem overal 2 voorbeelden.
NIet ontplooide longblaasjes:
- nIRDS bij prematuren
- Wet Lung ( TTN; transient tachypnoea newborn)
Ontsteking van de longblaasjes:
- longontsteking (sepsis / GBS)
- meconium aspiratie (MAS)
Te weinig longblaasjes:
- aanlegprobleem bij anhydramnion
- vroege PROM
- S v Potter
- ander aanlegprobleem
- longhypoplasie oa bij congenitale hernia diafragmatica.
- ruimte innemende processen. -
Wat zijn de mogelijke problemen bij de aansturing van de ademhaling vanuit de hersenen / zenuwen bij de transitie van foetaal naar neonataal?
- prematuriteit: centrale apneu's
- medicatie:
-- analgetica
-- sedativa
-- narcose
- asfyxie
- aanlegstoornissen
- bloedingen, ischaemie, infecties
- convulsies -
Wat zijn mogelijke problemen op het gebied van circulatie bij de transitie van foetaal naar neonataal?
Persisterende foetale circulatie = Persisterende Pulmonale Hypertensie van de Neonaat (PPHN).
Bijvoorbeeld bij:
- Meconiumaspiratie (MAS)
- GBS-sepsis / pneumonie
- Hernia diafragmatica
- Asfyxie
- Pas op na materiaal SSRI (antidepressiva)
Congenitale hartafwijking (cor vitium) is vaak geen probleem bij de transitie omdat de dustus nog open is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden