Samenvatting: Module 6 Thema 1: Motoriek En Motorische Stoornissen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Module 6 Thema 1: Motoriek en motorische stoornissen
-
1 WG 1a Neuroanatomie
-
1.3 BC 1a Motoriek, sensibiliteit en reflexen incl. hersenzenuwen
Dit is een preview. Er zijn 35 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
CMN (centraal motorisch neuron)
- De celkern is gelegen in de gyrus (winding) precentralis (voor de sulcus centralis)
- De impuls gaat van het CMN naar het PMN (deze staat namelijk direct in verbinding met de spier)
- De celkern is gelegen in de gyrus (winding) precentralis (voor de sulcus centralis)
-
PMN: perifeer motorisch neuron
- De cellichamen liggen in:
- de kernen hersenzenuwen
- en in de motorische voorhoorn ruggenmerg
- → naar de spier.
- De cellichamen liggen in:
-
Gyrus precentralis CMN:
Ligt over de grote hersenen, helemaal van links naar rechts, ongeveer in het midden van de hersenen. -
Sensibiliteit: gnostisch en vitaal
Gnostisch:- lichte aanrakingszin
- vibratiezin
- bewegingszin
- positiezin
- achterstreng
Vitaal:- pijnzin
- temperatuurzin
- grove tast
- tractus spinothalamicus
- (anterolateraal systeem)
- lichte aanrakingszin
-
1.4 BC 1b Sturing motoriek
Dit is een preview. Er zijn 34 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Beïnvloeding van de motor unit.
Prikkel in primaire motorische cortex:
Als een CMN-cel wordt geprikkeld is er een prikkeloverdracht tussen CMN en PMN en tussen PMN en spier.
Je kunt hier de prikkel beinvloeden .
(meer CMN die op een PMN eindigen, blokkeren/stimuleren neurotransmitters)
In deze synapsen worden neurotransmitters gebruiken acetylcholine.
Elke PMN eindigt op 1 groep spiervezels (onderdeel van een spier) (final pathway)
Hoe preciezer een beweging gemaakt moet kunnen worden, hoe meer motor units je hiervoor gebruikt (homunculus) -
Motorische hersenschors (primaire motorische cortex)
Als je weet waar de primaire hersenschorsen zitten en wat ze allemaal doen, kan je gemakkelijker diagnostiek uitvoeren. -
Directe of faciliterende route
Dit kan via 2 routes: direct of indirect
Faciliterend: CMN worden gestimuleerd om te werken
indirect: is remmend.
Dit gaat met elkaar communiceren, en dan wordt er een signaal gegeven.
De ene route zorgt voor de faciliterende -
Indirecte of remmende route
Zorgt voor de remmende werking.
Thalamus werkt remmend op de cortex
Dus moet de rem eraf gehaald worden of niet.
De neurotransmitters die de verschillende kernen gebruiken bepalen of er wordt geremd of gestimuleerd.
Kijk filmpjes op youtube over bewegen in motorische cortex -
Remmende en stimulerende route
Groene weg en rode weg,
Cortex wordt gestimuleerd of geremd.
Alle kernen hebben een eigen informatie die toegevoegd moeten worden aan de uitvoering van de beweging, want handelingen kan je op veel verschillende manieren uitvoeren.
vb: als je een automatische beweging gewend bent, en opeens staat er iets anders of op een andere plek, dan grijp je mis.
De basale kernen zorgen ook voor automatisering van bewegingen. -
Effect: vloeiende bewegingen.
- Input: vanuit het lichaam, hersenen, zintuigen (oa via thalamus)
- Output: motorische en premotorische schors. Het cerebellum heeft niet alleen invloed op de uitgevoerde beweging, maar neemt ook deel aan de opzet van het bewegingsplan (prefrontale cortex)
- Input: vanuit het lichaam, hersenen, zintuigen (oa via thalamus)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden