Samenvatting: Module 6 Thema 3: Centrale Cerebrale Stoornissen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Module 6 Thema 3: Centrale cerebrale stoornissen
-
1 WG 3 Casuïstiek CVA
-
1.2 BC 3 De circulatie van het zenuwstelsel
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Arteriële circulatie hersenen - carotiden.
- in de hersenen: de circulus van Willis
- hals binnenzijde: arteria carotis interna
- hals lateraal: arteria carotis externa
- die komen samen lager in de arteria carotis communis
- meer naar achteren in de nek: arteria vertebralis.
Arterie brachiocephalica is waar de arteriën allemaal samenkomen bij het sleutelbeen. -
Infarct in het stroomgebied van de arterie cerebri anterior
Geeft contra lateraal aan de laesie (overkant dus):
- halfzijdig krachtsverlies, been > arm
- veranderd gedrag (apathie, ontremd gedrag) -
Infarct stroomgebied arterie cerebri media
Contra lateraal aan de laesie (andere kant dus)
- halfzijdig krachtsverlies, arm > been
- hemisensibiliteitsuitval
- centrale facialis parese
- dysarthrie
- dysfasie indien in dominante hemisfeer
- slikstoornissen
- homonieme hemianopsie. -
1.3 RC 3.1 Hogere functiestoornissen
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
hoofdfunctie van het chiasma opticum
De hoofdfunctie van het chiasma opticum is het beschikbaar maken van visuele informatie voor beide hemisferen. Prikkels vanuit de retina bereiken via de oogzenuwen het chiasma opticum en worden doorgestuurd naar een groep neuronen in de thalamus genaamd het corpus geniculatum laterale. Van daaruit vindt de verspreiding van informatie in het visuele hersengebied plaats.
Afhankelijk van de diersoort kan de kruising volledig zijn en gaan alle zenuwvezels naar de andere kant van de hersenen. De zenuwen van het linkeroog gaan naar de rechterkant en vice versa. Ook kunnen de zenuwen deels kruisen en deels aan hun eigen kant blijven -
Geheugen impliciet en expliciet
- impliciet:
- expliciet:
→ semantisch geheugen: kennis van voorwerpen en betekenissen van woorden.
(bij een stoornis daarin ben je niet in staat objecten te benoemen en de betekenis van woorden te benoemen) - impliciet:
-
Andere gebieden van belang voor cognitie:
- limbisch systeem
- basale ganglia
- formatio reticularis hersenstam
- limbisch systeem
-
1.6 RC 3.4 Samenstelling van de liquor
Dit is een preview. Er zijn 34 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
Laat hier meer flashcards zien -
CSF (cerebrospinalis fluid)
- ruggenmergvocht
- hersenvocht
- liquor cerebrospinalis
= vloeistof die de hersenen (subarachnoïdale ruimte) en het ruggenmerg om geeft en de holten (ventrikels) vult
--> 75% in en om de hersenen
--> 25% in het ruggenmerg. -
Productie CSF (liquor cerebrospinalis)
→ ultrafiltraat van plasma
→ actief transport van water en opgeloste stoffen -
Reabsorptie liquor cerebrospinalis (CSF)
- reabsorptie via arachnoïdale villi
- reabsorptie via arachnoïdale villi
-
Totaal volume CSF
- totaal volume volwassene: 140ml
- totaal volume kinderen: 50ml
- per dag tot 4x ververst.
- totaal volume volwassene: 140ml
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden