Samenvatting: Module 6 Ziekte Van Bloed, Hart En Bloedvaten

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van module 6 ziekte van bloed, hart en bloedvaten

• 1 module 6 ziekte van bloed, hart en bloedvaten

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is hemoglobinopathie en welke soorten zijn er?

  • Erfelijke aandoening van hemoglobine.
  • Voorbeelden: sikkelcelziekte en thalassemie.
  • Verstoort zuurstoftransport, leidt tot hemolyse.
  • Voorkomend bij diverse etnische groepen.

• Wat is G6PD-deficiëntie en welke impact heeft het?

  • Enzymdefect op het X-chromosoom.
  • Zorgt voor rode bloedcellen met lage energie.
  • Oorzaken: bepaalde oxidatieve stoffen.
  • Komt vooral voor bij mannen van Afrikaanse afkomst.

• Wat is aplastische anemie en wie treft het vaak?

  • Zeldzame ziekte van het beenmerg.
  • Verminderde aanmaak van bloedcellen.
  • Jaarlijks vastgesteld bij ongeveer 45 personen.
  • Risico bij elke leeftijdsgroep.

• Wat houdt de therapie voor aplastische anemie in?

  • Bloedtransfusies en medicijnen.
  • Immunosuppressiva zoals cyclosporine.
  • Beenmergtransplantatie voor herstel.

• Wat gebeurt er bij schade aan een bloedvat?

  • Reacties starten de bloedstolling.
  • Bloedplaatjes vormen een prop.
  • Netwerk van fibrinedraden zorgt voor stevigheid.

• Wat ontbreekt bij hemofilie A en B?

  • Hemofilie A mist stollingsfactor VIII (acht).
  • Hemofilie B mist stollingsfactor IX (negen).
  • Leiden tot slechte stolling.

• Wie is drager van het X-chromosoom voor hemofilie?

  • Vrouwen met 2 X-chromosomen.
  • Dragerschap als één X afwijkend is.
  • Doorgeven aan kinderen mogelijk.

• Wat zijn symptomen van de ziekte van Von Willebrand?

  • Blauwe plekken.
  • Neusbloedingen.
  • Bloeden na tandvleesproblemen of medische ingreep.

• Wat zijn de risicofactoren voor trombose?

  • Erfelijk: familiegeschiedenis.
  • Jeugdige leeftijd.
  • Zwaarlijvig of na operatie/trauma.

• Waarom is vitamine K belangrijk?

  • Essentieel voor producties van stollingsfactoren.
  • Pasgeborenen krijgen extra.
  • Aanwezig in groene bladgroenten en vlees.