Samenvatting: Module A/b
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MODULE A/B
-
1 Anatomie en fysiologie
-
1.1 Zuur-base evenwicht
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zuren en basen zijn.
Zuren splitsen in H+ ionen als het oplost in water (en een negatief rest ion (meestal)).
Een base kan H+ ionen opnemen en/of binden. -
Wat kan de oorzaak zijn van respiratoire acidose?
Chronische longziekten, ademhalingsdepressie bv door opiaten, of door gebroken ribben. -
Wat kan de oorzaak zijn van respiratoire alkalose?
Hyperventilatie door bijv. stress of medicatie (aspirine intoxicatie), hoofdverwonding (verstoring van het ademhalingscentrum), kunstmatige ademhaling, koorts door sepsis. -
Wat kan de oorzaak zijn van metabole acidose?
* grote hoeveelheden zuur tot je nemen.
* verlies van bicarbonaat (door bijvoorbeeld diarree)
* productie van zuren in het lichaam ketonzuren (bij een extreem vetrijk dieet en weinige koolhydraten, hongerstaking of ontregelde diabetes mellitus)(keto-acidose/ketose)
* Door zware spierarbeid komt er melkzuur vrij (lacto-acidose) dit gebeurt vooral bij anaerobe glycolyse waarbij melkzuur ontstaat, de weefsels hebben dan zuurstof tekort.
* verminderde H+ uitscheiding in de nieren, gevolg van een nierdefect. -
Wat kan de oorzaak zijn van metabole alkalose?
* Bij toediening van alkalische stoffen
* verlies van HCl door braken, maagzuurdrainage of toediening grote dosis antacida
* uitscheiding van Cl ionen via de nieren, dit komt door bepaalde diuretica (Lasix) waarbij NaCl wordt uitgescheiden. -
1.2 Longfunctie
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de eigenschappen van de grote en kleine luchtwegen?
De eigenschappen verschillen tussen grote en kleine luchtwegen:- Grote luchtwegen:
- - Breder en minder vertakt.
- - Bevatten kraakbeen voor structuur.
- - Voorzien van trilharen en slijm voor filtering.
- Kleine luchtwegen:
- - Smaller en meer vertakt.
- - Geen kraakbeen, maar gladde spieren.
- - Betrokken bij gasuitwisseling in de longen.
-
2 Pathologie
-
2.1 Astma & COPD
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurt er bij een larynchospasme/bronchospasme
Ongecontroleerde samentrekking van de strottenhoofdspieren, de stembanden sluiten strottenhoofd af, er ontstaat ademnood. -
Wat is het verschil tussen astmatische bronchitis en chronische bronchitis?
Astmatisch = vernauwde bronchioli met extra slijmproductie door irritatie.
chronisch = zijn de kleinere luchtwegen ontstoken met hoesten en opgeven van slijm. -
Wat is het risico van teveel O2 toedienen bij een patiënt met COPD?
COPD patiënten berusten zich niet op de CO2 prikkel maar een tekort aan O2. Daardoor gaat de patiënt minder ademen.
hierdoor kan er een CO2 overdosis ontstaan (gevaarlijk). Overmatig O2 toediening kan zorgen voor atelectase. -
2.2 Longtumoren
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn longcarcinoom complicaties?
Pleuritis carcinomitosa (uitzaaiing op de longvliezen), pericarditis carcinomitosa (hartzakje), obstructie pneumonie, longabces, bloeding en vena cava superior.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden