Belastingen - Inkomstenbelasting - Berekeningen belastbaar inkomen uit
3 belangrijke vragen over Belastingen - Inkomstenbelasting - Berekeningen belastbaar inkomen uit
Noem een aantal beperkt zakelijke rechten op onroerende zaken (ook wel genotsrechten)
- appartementsrecht
- recht van erfpacht
- recht van opstal
Deze worden ook op 1/1 gewaardeerd . In geval van bloot eigendom geldt als waarderingsregel de marktwaarde van het volle eigendom minus waarde beperkt zakelijk recht (genotsrecht) WOZ waarde gaat uit van volle - en onbezwaarde eigendom (vandaar bovenstaande correctie)
1 Noem bezittingen die onder de rendementsgrondslag vallen (box 3)
2 Noem de schulden die onder Box 3 vallen
1- bezittingen in box 3:
- Onroerende zaken niet eigen woning zijnde
- Verhuurde roerende zaken
- Roerende zaken in eigen gebruik maar als belegging worden aangewend (kostbaar schilderij)
- Spaarsaldi, aandelen,obligaties,vorderingen, polissen levensverzekeringen
2- schulden in Box 3:
- leningen voor verwerving effecten, 2e huis, of beleggingspand te kopen
- een consumptief krediet
Welke bezittingen zijn vrijgesteld voor de vermogensrendementsheffing?
- Voorwerpen van kunst of wetenschap geen belegging zijnde
- Kleine begrafenispolissen
- Rechten op kapitaalsuitkeringen die uitsluitend voorzien in een uitkering bij invaliditeit, ziekte of ongeval
- Spaartegoeden overgangsrecht spaarloonregeling
- Bossen, natuurterreinen en onroerende zaken die deel uitmaken van een landgoed in kader van Natuurschoonwet 1928
- Groene beleggingen tot bedrag van max € 56.928,-p/p (2015)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden