Workshop regulatie genexpressie
9 belangrijke vragen over Workshop regulatie genexpressie
Wat verstaat men onder: Promotor, Operator, Operon, Structurele genen, Inductor, Co-repressor, Kataboliet repressie, Regulon?
- Promotor: het punt waarom het RNA-polymerase bind en de transcriptie begint.
- Operator: aan/uit knop voor de reactie. Wanneer er een actieve repressor gebonden zit stopt de reactie en wanneer er geen actieve repressor gebonden zit vind er transciptie en translatie plaats.
- Operon: een promotor, operator(en) en meerdere (structurele) genen, die coderen voor proteïnen
- Structurele genen:
- Inductor: substraat t.o.v. Het product dat gevormd moet worden.
- Co-repressor:
- Kataboliet repressie:
- Regulon:
Op welke 3 niveaus kan genexpressie plaatsvinden?
- transcriptie snelheid en hoeveelheid
- translatie snelheid
- degredatie messenger
De activiteit van enzymen wordt soms ook na de synthese nog gereguleerd. Hoe noemt men zulke enzymen en bij welke stofwisselingsprocessen spelen deze enzymen vooral een rol?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Geef een voorbeeld van een enzym dat altijd gesynthetiseerd wordt (constitutieve synthese), een voorbeeld van een geïnduceerd en en een voorbeeld van een gerepresseerd enzym.
- Constitutieve enzymen -> Glucose
- Geïnduceerde enzymen (afbraak substraat) -> Lactose en Maltose
- Gerepresseerde enzymen (synthese reacties) -> aminozuur Tryptofaan
Waarom zou het lac-operon volgens het represeerbare model ongunstig zijn voor de bacterie?
Een E.coli mutant synthetiseert voortdurend B-galactosidase of er wel of geen inductor aanwezig is. Welke genetisch defect kan verantwoordelijk zijn voor dit fenotype.
- Mutatie in de operator zodat de actieve repressor niet meer kan binden.
- mutatie in de regulator zodat er een inactieve repressor ontstaat.
Een steriel vloeibaar medium bevat weinig glucose en veel lactose. Het medium wordt beënt met een vloeibare E.coli cultuur. Men volgt de groei d.m.v. Het aantal kve/ml. De resultaten zijn hieronder weergegeven.
- A: log fase want hij groeit meteen exponentioneel door.
- B: in zowel het entmedium als het medium waarop is doorgeënt zit glucose. Dit zie je doordat er een exponentiële groei aanwezig is.
- C: De glucose is op en begint hij wil aan de lactose te zitten. Het energieniveau daalt en zal het enzym gaan vormen om lactose af te breken (B-Galactodidase).
- D: lag fase (past zich aan aan het nieuwe medium).
In het lactose operon van E.coli wordt de erfelijke informatie voor de 3 enzymen, nodig om lactose af te breken vervangen door een basenvolgorde die codeert voor hormoon X te verkrijgen. Leg uit?
- A: het medium moet een substraat bevatten met lactose om de actieve repressor te inactiveren voor de productie voor hormoon x.
- B: Glucose en lactose is omgezet waardoor de reactie tot gang komt en hormoon x gevormd kan worden door de inactieve repressor.
- C: Mutatie in de operator zodat de actieve repressor niet meer kan binden. Mutatie in de regulator zodat er een inactieve repressor ontstaat.
- IPTG
Voor de afbraak van sacharose tot glucose en fructose kan men gebruik maken van geïmmobiliseerde Saccharomyces pastorianus cellen.
- A: de CaCL2 zorgt ervoor dat het Alginaat als bolletje gevormd word en deze hard maakt.
- B: de repressor is actief, de inductor (sacharose) is afwezig.
- C: sacharose is aanwezig waardoor de repressor inactief is. Hierna volgt transcriptie en translatie maar door gebrek aan aminozuren kan dit niet worden voortgezet.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden