Samenvatting: Moleculaire Biologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Moleculaire Biologie

• Moleculaire biologie

• Wat is de functie van de -10 en -35 sequenties in bacteriële promoters?

  Het binden van RNA polymerase zodat transcriptie op de juiste positie begint

• Wat bepaalt welke van de twee DNA strengen van een gen wordt afgelezen tijdentranscriptie?

  De locatie en de oriëntatie van de promoter

• Hoe kunnen prokaryoten één mRNA vertalen in verschillende eiwitten?

  Ribosomen binden aan een speciale sequentie, Shine-Dalgarno, , vlak voor elk startcodon.

• Welke rol spelen translatie elongatie factoren in het translatieproces in ribosomen?

  - aanleveren van aminoacyl-tRNA's aan ribosomen
  - translocatie van het ribosoom tov mRNA

• Biochemie 1

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 07/09/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• wat onderscheidt leven van dood?

  De mogelijkheid om zich te handhaven bij het oplopen van schade.

• Noem 3 vereisten voor minimaal leven, het bijbehorende macromolecuul en hoe het macromolecuul dit doet.

  • processen (omzettingen/signalering) - eiwitten - specifieke katalyse
  • bijeenhouden - membraan/lipide bilaag - amfipatische zelforganisatie (hydrofiel + hydrofoob)
  • geheugen - nucleïnezuren - quaternaire code, complementair

• Noem de 3 essentiële macromoleculen ( en de 4e die ook vaak gegeven wordt)

  • eiwitten
  • lipide bilaag
  • DNA
  • polysacchariden (voor opslag energie, maar niet essentieel voor levne)

• Geef de 2 klassen interacties, en binnen de 2e klasse de 4 types.

  • sterke interacties (covalent)
  • zwakke interacties : elektrostatisch, hydrofobe interacties, waterstofbruggen, vd Waals

• wat voor interacties zien we in de structuur van een eiwit en waarom?

  • zwak: want geeft flexibiliteit in structuur, conformatieveranderingen kunnen dan makkelijk plaatsvinden
  • sterk (S-S) voor stevigheid op bepaalde plekken

• Wat voor interacties wil je in een membraan?

  Zwak, om transport mogelijk te maken. 
  Uitzondering: extremofielen, om weerstand te bieden tegen hoge temperaturen.