Samenvatting: Moleculaire En Algemene Genetica
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MOLECULAIRE EN ALGEMENE GENETICA
-
1 De overerving van fenotypische variatie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de verschillende opdelingen van de genetica
1. Kwalitatieve genetica (monogenisch) -> kenmerk wordt bepaald door 1 gen
- discontinu: fragment is er of is er niet
- milieu heeft geen invloed
- hierop worden DNA testen gebasseerd
2. Kwantitatieve genetica (polygenisch) -> kenmerk wordt bepaald door meerdere genen
- continue variatie
- milieu heeft invloed
- kan in getal worden uitgedrukt
- meeste erfelijke ziektes zijn van dit type. Daarom moeilijk te bestuderen -
Wat is moleculaire genetica
Richt zich op de chemische natuur van het gen zelf. -
1.2.1 de wetten van Mendel
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom gebruikte Mendel erwten voor zijn experimenten?
- er zijn veel fokzuivere variëteiten
- ze zijn gemakkelijk te kweken
- er is makkelijke inkruising
- er kunnen veel nakomelingen bekomen worden, wat tot significant statistische bevindingen leidt. -
Mendel maakte gebruikt van monohybridisme. Wat is dit?
Monohybridisme is het kruisen van 1 allelenpaar, waarbij maar op 1 kenmerk wordt gelet.
vb: kort x lang; rond x gerimpeld; paars x wit; ... -
Wat zijn de bevindingen van Mendel die tot de 1e afzonderingswet leiden?
1. Bij hetkruisen vanouderplanten (parentes ) komt slechts 1 kenmerkvoort . (dominant!)
2. Bij een onderlingekruising van denakomelingen (F1 ) komt het2e kenmerk terug boven (recessief !)
3. InF2 generatie is de verhouding steeds 3/1 -
Wat is de 1e wet van Mendel?
De afzonderingswet:
- de erfelijke eigenschappen worden gecontroleerd door afzonderlijke en niet-deelbare eenheden
- de eenheden komen steeds in paren voor: een van de vader en een van de moeder
- bij de vorming van de gameten worden de eenheden van elkaar gescheiden
- alle F1 individuen zijn identiek en veruiterlijken enkel de dominante vorm van het kenmert -
1.2.2 de chromosoomtheorie van de erfelijkheid: de celcyclus.
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de stappen van de profase van meiose?
1. Leptoteen => de verdubbelde chormatiden worden zichtbaar als dunne draden (leptos + teania). Elke draad bestaat uit 2 zusterchromatiden, maar zijn nog niet apart zichtbaar.
2. zygoteen => homologe chormosomen lijnen naast elkaar en vormen het synaptonemaalcomplex. De eigenlijk paring wordt de synapsis genoemd.
3. Pachyteen = vorming tetrade. Chiasma wordt zichtbaar (kruisfiguren)
4. Diploteen = afstoting begint
5. Diakinesis = terminalisatie -
Welke stappen volgen na de profase in de meiose?
1.Metafase 1 => uitlijning equatoriaal vlak
2.Anafase 1 => migratiechromatidenpaar
3.Telofase 1 => haploïdedochtercellen
4.Interkinesis
daarop volgt meiose II -
1.2.2.2 koppeling of linkage van genen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat betekent de linkage van genen?
Genen zijn gebonden, gekoppeld of gelinked wanneer ze zich op hetzelfde chromosoom liggen en zich niet gedragen volgens de 2e wet van mendel.
1 chromosoom bevat talrijke genen. Genen die voldoende dicht bij mekaar zitten op hetzelfde chromosoom zullen zich niet gedragen volgens de 2e wet van Mendel.
(komt op het examen altijd ovv stamboom) -
Recombinatie vs overkruising + hoe werd dit bewezen
Er is altijd overkruising nodig om recombinatie te kunnen bekomen, maar niet alle overkruisingen zijn recombinaties.
Het bewijs hiervan werd geleverd door Stern. Hij deed proeven met mutante fruitvliegen. Er werd gebruik gemaakt van translocase. Xs was een deletie, een stukje van het chromosoom werd weggenomen. Xl was langer omdat er een stukje van een Y-chromosoom aan werd toegevoegd. (zie cursus p26)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden