Samenvatting: Motivational Interviewing
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Motivational Interviewing
-
1 Inleiding
-
1.2 Gesprekstechnieken
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke communicatievaardigheden kun je hanteren?
- Open vragen stellen
- Reflectief luisteren
- Bevestigen
- Samenvatten (verzamelend, koppelend)
- Informatie bieden
-
1.3 Persoonsgebonden factoren
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat kun je onderscheiden binnen het domein van motivatie?
- Bereidheid
- Vermogen
- Gereedheid
-
Wat kunnen we onderscheiden binnen het domein van coping?
Dimensie 1:probleemgeoriënteerde coping.
Dimensie 2: emotieregulerende coping.
Binnen beide dimensies kan er sprake zijn van:
Actieve coping
Passieve copingVermijdende coping -
Welke vormen van locus of control kunnen worden onderscheiden?
Interne locus of control (zelfsturend)
Externe locus of control (oplossing voor klachten en problemen bij anderen leggen) -
Met welke emotiegesteldheden hebben cliënten te maken?
- Verwerkingsprocessen.
- Angst
- Boosheid
- Depressie
- Somatisatie
- Pijn
-
2 Voorstadium
-
2.1 Herkenning
-
Hoe kan worden herkend dat de cliënt gedrag vertoont die niet overeenkomt met de eigen levensdoelen, maar waarvan de cliënt nog niet overweegt het te veranderen?
1. slachtoffergedrag
2. apathisch gedrag
3. afwachten
4. onvrede
5. actie bij anderen verwachten
6. ontkennen van het probleem
7. een alibi zoeken voor het eigen gedrag -
2.2 Aanpak
-
Welke communicatietechnieken kunnen worden gebruikt om wensen van de cliënt om zijn of haar gedrag te veranderen te onderzoeken?
1. Vergroten van ambivalentie
2. Open vragen stellen
3. Reflectief luisteren
4. Volgen als communicatiestijl
5. Soms overdreven meebewegen
6. Door koppelend samenvatten ambivalenties uitdrukken
7. Bij hardnekkige ontkenning provoceren
8. Ambivalentie vergroten door informeren (na toestemming!)
9. Herkennen als andere hulp dan ft nodig is -
2.2.1 Mogelijke open vragen die je kunt stellen
-
Welke open vragen kun je gebruiken om neutraal te vragen naar hoe een cliënt naar zijn of haar eigen gedrag kijkt?
1. Welkelevensdoelen en waarden zijn het belangrijkst voor de cliënt
2. Past het gedrag bij delevensdoelen
3. Vragen naarsuccessen in het verleden -
2.3 Doel fase
-
Wat is het doel van de begeleiding in de eerste fase van gedragsverandering?
1. Cliënt ziet in dat er een probleem is
2. Cliënt ziet in dat verandering nodig is
3. Cliënt vindt zelf een aantalovertuigende enzwaarwegende argumenten hiervoor -
2.4 Valkuilen
-
Welke valkuilen zijn er in de begeleiding van cliënten die moeite hebben om hun gedrag te veranderen?
1. Reparatiereflex
2. Partijdige opstelling
3. Cliënt een probleem aanpraten
4. Cliënt een etiket opplakken
5. In discussie gaan
6. Te veel vragen achter elkaar stellen
7. Cliënt niet aan het denken zetten
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden