Samenvatting: Motorisch Leren En Ontwikkelen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Motorisch Leren en Ontwikkelen

• 1 HC1 - Inleiding Motorisch Leren

  Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Fitt’s Stage Theory of Motor Learning

  Leren als een continu proces met geleidelijke veranderingen in de aard van informatieverwerking naarmate het leren vordert: cognitieve fase, associatieve fase, autonome fase

• Vermindering van fouten en ruis

  Hoge niveaus van bewegingsvariabiliteit werden gezien als een probleem voor mensen tijdens het uitvoeren van taken.

• Modellen met een beperkt bewegingsbereik

  Mensen moeten vaardigheden verwerven in het coördineren van relevante delen van het lichaam in een functioneel patroon dat identificeerbaar is als een coherente actie. Dit probleem is bekend geworden als het probleem van de vrijheidsgraden.

• Côte. Deliberate play

  Deliberate play zijn activiteiten die uit intrinsieke motivatie worden ondernomen tijdens de ontwikkeling ten behoeve van plezier.
  

  • Doel: zo veel mogelijk plezier hebben;
  • Intrinsieke motivatie, informeel, aangepaste regels;
  • Experimenten, exploreren, flexibiliteit;
  • Het is vaak gerelateerd aan vroege diversificatie ('early sampling')
  • Zo veel mogelijk plezier, veel autonomie; intrinsiek en informeel; spelend leren. 

• Developmental model of sport participation (DMSP). Welke van de twee zou het beste zijn, deliberate practice of deliberate play?

  Het DMSP bestaat uit drie routes. Volgens Côte et al. zou een combinatie van beiden het beste zijn.
  
  

  1. Recreatiesporten door diversificatie: early sampling and deliberate play
  2. Topsport door diversificatie: early sampling and deliberate play
  3. Topsport door vroege specialisatie: early specialization and deliberate practice.

• Traditioneel model motorisch leerproces (Fitts&Posner)

  Model dat leren beschrijft als een continu proces met graduele veranderingen in de manier waarop informatie verwerkt wordt als het leren vordert.
  
  Het model doet de volgende aannames:
  

  •  Het nuttig is om aan het begin van het leerproces de aandacht op de uitvoering te richten (interne focus van aandacht) en daarna op het resultaat (externe focus van aandacht)
  • Het nuttig is om aan het begin van het leerproces expliciete kennis aan te brengen en op het eind niet meer
  • De autonome fase bereikt wordt door het intensief herhalen van de beweging, zodat deze inslijten in het systeem van iemand.

• 2 HC2 - Dynamische Systeemtheorie en Niet-lineaire Pedagogiek

  Dit is een preview. Er zijn 54 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de coördinatie vanuit het perspectief van dynamische systemen?

  Coördinatie is een eigenschap die voortkomt uit elk individueel bewegingssysteem als reactie op beperkingen die vervuld moeten worden. Het ontstaat wanneer het bewegingssysteem zich vestigt in specifieke aantrekkerstoestanden binnen een landschap van variabele toestanden.

• Wat stelt het landschap van variabele toestanden voor in dynamische systemen?

  Het landschap vertegenwoordigt alle mogelijke perceptueel-motorische gedragingen die een systeem kan aannemen.

• Wat zijn de routes naar leren volgens dynamische systemen?

  • Bifurcaties: het aanleren van een volledig nieuw bewegingspatroon.
    
  • Shifts: het leren van een beweging die slechts licht is aangepast vanuit een bestaand patroon.

• Wat is de scanning-procedure en hoe werkt deze?

  De scanning-procedure is een techniek om het perceptueel-motorische landschap te onderzoeken. De deelnemer varieert opzettelijk een ordeparameter in stappen. Door het gedrag van de ordeparameter te monitoren, worden stabiele en onstabiele regio's in het landschap geïdentificeerd (gebieden met verschillende niveaus van variabiliteit).