Startpagina / Samenvattingen / Motorisch leren Theorie H1 / practice-context-visueel

Motorisch leren Hoofdfase

50 belangrijke vragen over Motorisch leren Hoofdfase

Wat zijn de drie kernmerken van deliberate practice?

Nuttig oefenen
Niet zomaar eindeloos herhalen
Precies dat oefenen dat het meeste effect heeft

Wat zijn de drie specifiteitsprincipe?

Je oefent net buiten je comfortzone
De context lijkt zoveel mogelijk op die waarin je later moet presteren
Target skill en target context.

Veel oefenen en beurten maken, dit kan niet altijd, waarom niet ?

Sommige bewegingen zijn te complex waardoor er bewegingsvereenvoudiging nodig heeft.

Wat zijn de drie kenmerken bij doelbewust oefenen binnen LO?

Niet zomaar uren of beurten laten maken
Zoek naar een haalbare maar moeilijke oefenvormen
Vaardigheden moeten zoveel mogelijk lijken op de uiteindelijke doel-vaardigheid

Wat zijn de twee bekendste manieren om een oefensessie vorm te geven?

Massed practice en destributed practice

Wat zijn de drie kernmerken van massed practice?

Oefenen in langere aaneengesloten sessies
relatief weinig rust
voor het inslijpen van bewegingen

Wat zijn de twee kenmerken van distributed practice?

Oefenen in korte sessies
met langere of gelijke rust-werkverhouding

Wat zijn de drie kenmerken van variable practice?

Mix van beiden afhankelijk van doel
als basispatroon ontwikkeld is dan pas verschillende context condities ervaren
Vorm afhankelijk van type vaardigheid en doel context

Effectiviteit van random practice is afhankelijk van drie factoren?

Leeftijd van de leerling
Hoeveelheid ervaring van de leerlingen
Complexiteit van de motorische taak

Wat is constant practice?

Lage mate van verandering van uitvoering

Wat is varied practice?

Hoge mate van verandering van uitvoering

Leg het schema ontwikkeling met de effectiviteit van varied practice uit?

Door de parameters van de beweging te variëren in een oefensessie ontwikkelt de leerling een schema
Een schema is een set van regels die de relatie aangeeft tussen de actie van de leerlingen het bewegingsresultaat
Door de ontwikkeling van dit schema kan de leerling ook goed presteren in een nieuwe situatie

Hoe wordt de verstoring in het gewone bewegingspatroon bepaald?

Door variatie in taak en variatie in context

Wat is blocked practice ?

Lage mate van verandering van beweging

Waar is het practice kwadranten model in onder verdeeld?

In vier onderdelen:

Random practice
Blocked practice
constant practice
varied practice

Neem een vb van turnen: radslag --> Hoe zit deze oefening eruit als het in blocked-constant practice wordt geoefend?

De radslag wordt uitgevoerd in een arrangement

Vb turnen --> Hoe wordt turnen geoefend in constant-random?

Verschillende turnoefeningen ( koprol, salto, radslag) worden uitgevoerd in een arrangement

Vb turnen --> hoe wordt turnen geoefend in random - varied?

Verschillende turnoefeningen (koprol, salto, radslag) worden in verschillende soorten arrangementen geoefend

Hoe pas je random practice toe in je LO les?

Kies nog niet voor random practice als je leerling nog jong en onervaren is
Maar later de overgang van blocked naar random practice als de beweging nog complex is
Kies een handige organisatie. Random practice moet zo min mogelijk ten koste gaan van het aantal beurten maken

Hoe pas je varied practice toe in je LO les?

Houd ALTIJD de target context ( je uiteindelijke doel) in gedachten
Hanteer een methodische opbouw

Hoe houd je altijd de target context in gedachten?

varieer die parameters die de leerlingen in de target context ook moet kunnen variëren
varieer de parameters in die mate waarin ze ook worden gevarieerd in de target context

Wat is een handige methodische opbouw bij varied practice?

variëren van een parameter naar meer parameters
kleine mate van variatie naar grote mate van variatie
eerst een globaal beeld maken ( wat moet ik doen?) dan pas variatie

Wat zijn de nadelen van de methodiek massed practice (blocked/constant) voor het inrichten van de oefensessie?

Het veroorzaakt vermoeidheid en het is saai
men krijgt weinig tijd om te evalueren
Men kan niet cognitief dingen vergelijken

Wat zijn de voordelen van de methodiek Variable en distributed practice voor het inrichten van de oefensessie?

Zorgt voor een betere leerresultaat
Het blijft beter hangen (retentie)
Het is beter overdraagbaar (transfer)

Wat zijn de 4 onderdelen van visuele waarneming?

Visuele dominantie
Mono- en binoculaire waarneming
Centrale en perifere visuele waarneming
Verschil in beginners en experts

Wat is Optische stroomveld?

Geeft informatie over snelheid en afstand

Wat is het doel van een fout-analyse?

Het doel hiervan is transitie uitlokken

Wat is het stappenplan van deze fout-analyse om transitie uit te lokken?

Geleidelijke afzwakking van het bestaande bewegingspatroon
Bestaand beweegpatroon verstoren
Vervolgens een nieuw bewegingspatroon ontwikkelen

Wat als het bewegingspatroon behouden blijft?

Ingrijpen op het wezenlijke probleem
Vervolgens factoren identificeren en manipuleren, zo inzetten dat het leerproces bevorderd werkt

Wat zijn de stappen bij de leerfase model van Gentile?

Begrijp wat je moet doen ( vorm een idee van de beweging)
Open vaardigheid naar diversificatie, creativiteit, aanpassingsvermogen

Wat zijn de voordelen van traditioneel leren?

je doet het stapsgewijs
het is goed te controleren
het is meetbaar
Niveau is makkelijk aan te passen

Wat zijn de nadelen van traditioneel leren?

Lage succesbeleving
het is saai/ demotiverend
spelers hebben weinig basiskennis van het spel
Spelers kunnen geoefende technieken vaak niet en slechts matige beslisvaardigheden in context passen
Docent afhankelijkheid

Wat doet het centrale zicht?

Geeft details en kleur weer

Wat zijn de 4 kenmerken van centrale gezichtsvermogen?

midden van het visuele veld
Gericht op specifieke objecten
Geeft informatie over details van de objecten zoals vorm en grootte
Bewuste aansturing van spieren

Wat zijn de 4 kenmerken van perifeer gezichtsvermogen?

Buiten het centrale gezichtsveld
Gericht op de omgeving ( en het bewegen van ledematen)
Geeft informatie over beweging, snelheid
Snelle reacties en anticipatie

Wat zijn de twee kenmerken van het optische stroomveld?

Verandering van het centrale en perifere projecties op het netvlies als gevolg van beweging.
Perifere visuele informatie stroomt vanuit het punt waar de blik op gericht is.
Helpt bij het bewegen door een veranderlijke omgeving.

Als je zelf beweegt wat gebeurt er met de visuele waarneming?

De projecties, tijdens het bewegen, veranderen op het netvlies en ontstaat er een optische stroomveld.

Wat gebeurt er op het netvlies als je je beweging gaat timen?

De projectie dijt uit op het netvlies

Wat kunnen experts beter dan beginners?

Kunnen meer/beter gebruik maken van perifere waarneming
Nemen effectiever waar

Experts kunnen beter gebruik maken van perifere waarneming. Wat wilt dat zeggen?

Hoofd wordt stabiel gehouden, kleine verandering in optisch stroombeeld kunnen worden waargenomen.
Correcties kunnen sneller worden uitgevoerd

Experts kunnen effectiever waarnemen. Wat wilt dat zeggen?

Sneller visueel van de omgeving
Belangrijke informatie selecteren in korte tijd
Minder informatie nodig om een beslissing te maken
vroegtijdig signaleren en interpreteren visuele informatie

Ventrale en dorsale stroom in de sport. Hoe zit dat?

Ventrale stroom in de sport is het identificeren van een type bal
Dorsale stroom is het maken van een vangbeweging

Wat is de functie van dorsale stroom?

Het opmerken van objecten en bewegingen inde omgeving

Wat is zinvol lesgeven?

Observeren met behulp van kennis
Weloverwogen keuzes/aanpassingen maken
Goede keuzes maken
keuzes in bewegingsonderwijs onderbouwen

Op basis van wat maak je weloverwogen keuzes/aanpassingen?

Biomechanische aspecten van de beweging
Fysiologische aspecten van de beweging
Motorische leerfase
karakteristieke van de doelgroep

Wat zijn de onderdelen van bewegen bij BMS?

Balanceren
stoeien/vechten
gaan/lopen
springen/landen
rollen/duikelen/draaien
gooien/vangen/werpen/slaan
trappen/schieten
klimmen/klauteren
zwaaien/slingeren
bewegen op muziek

Wat zijn de onderdelen van COM (Condition of Movements)?

Agility: behendigheid
Flexibility: flexibiliteit
Stability: stabiliteit
Power: vermogen
Endurance: uithoudingsvermogen

Hoe kan je het beste differentiëren in je klas?

Je klas heeft een gemiddeld niveau, maar niet elke leerling is werkelijk gemiddeld, dus je maakt je lesvoorbereiding die voor iedereen past.

Motorisch iets leren kan voor iedereen hoe doe je dat?

Je maakt niet alleen gebruik van traditioneel leren, maar ook van de volgende manieren voor het onbewuste leren:

foutloos leren
observerend leren
differentieel leren
externe focus
dwingende leersituatie
Analogieën

Wat is coördinatie training?

Complexe bewegingen is een optelsom van aparte trainbare deelbewegingen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Motorisch leren Theorie H1

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding