De ontwikkelingstheorie van Jean Piaget

12 belangrijke vragen over De ontwikkelingstheorie van Jean Piaget

Op welke manier kan je bewuste bewegingssturing of de mate van automatische bewegingssturing tijdens motorisch leren en presteren meten?

  • Vragen aan de sporter waar hen op let en dan de bewegingsregels tellen
  • Kijken hoe de prestatie beïnvloed wordt door een dubbeltaak
  • Meten met EMG
  • Vloeiendheid van de beweging meten (vloeiend = automatisch)
  • Meten van EEG-activiteit

Met welke leermethoden wordt een meer impliciet leerproces uitgelokt?

In onderzoek:
  • Cognitieve secundaire taak
  • Onbewuste feedback

In praktijk:
  • Analogieën  

Welke methode (die een meer impliciet leerproces uitlokt) is het meest geschikt voor toepassing in de bewegingspraktijk?

Het toepassen van analogieën. Hierbij geeft de coach een korte instructie over het uitvoeren van de beweging, waarin veel taakregels vast liggen maar deze regels niet expliciet benoemd worden. De coach moet hierbij wel gebruik maken van goede metaforen die in veel detail overeenkomen met de beweging die daadwerkelijk uitgevoerd moet worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe komt het analogieën een meer impliciet leerproces uitlokken?

Omdat de onderliggende bewegingsregels niet expliciet worden benoemd, is er sprake van onbewuste verwerking. De aandacht ligt op het goed matchen van het metafoor aan de taak en niet aan de onderliggende bewegingsregels. Als je achteraf aan een sporter vraagt wat de regels zijn, kunnen ze je deze niet vertellen.

Hoe komt het analogieën een meer impliciet leerproces uitlokken?

Omdat de onderliggende bewegingsregels niet expliciet worden benoemd, is er sprake van onbewuste verwerking. De aandacht ligt op het goed matchen van het metafoor aan de taak en niet aan de onderliggende bewegingsregels. Als je achteraf aan een sporter vraagt wat de regels zijn, kunnen ze je deze niet vertellen.

Welke individuele kenmerken beïnvloeden de effectiviteit van expliciete en impliciete leermethoden?

Vermoeidheid en druk zijn negatieve kenmerken bij expliciet leren omdat ze de prestatie sterk negatief beïnvloeden. Deze factoren hadden echter bij impliciet geleerde taken geen (grote) invloed op het resultaat.

Welke uitdagingen liggen er voor wetenschappelijk onderzoek en de bewegingspraktijk op het gebied van expliciet en impliciet leren?

Goed onderzoek naar de manier van leren op de lange termijn kost veel tijd en geld, daarnaast is het lastig om dit te doen bij experts omdat dei een trainingsschema hebben met wedstrijden en daardoor niet het risico van een onderzoek willen nemen wat misschien de prestatie niet verbeterd.

Er is op dit moment vooral behoefte aan longitudinale (lange) onderzoeken naar de gevolgen van expliciet en impliciet leren op de lange termijn in de ontwikkeling van beginner naar expert. Slechts een klein deel van de sporters behaald ook de top, dat maakt dit ook erg lastig.

Wat is de interne focus van aandacht van een beweger?

Bij interne focus is de aandacht van de beweger gericht op het lichaam. Er is sprake van een interne focus wanneer de aandacht gericht is op de uitvoering van de bewegingen of op de mechanische en neurale processen die daaraan ten grondslag liggen.

Wat is de externe focus van aandacht van een beweger?

Bij externe focus is de aandacht gericht op het resultaat/het effect van bewegen en niet hoe je tot dat resultaat komt. Bij een externe focus is de aandacht gericht op het effect van de bewegingen op de omgeving

Hoe effectief is de externe focus van aandacht?

Voor effectiviteit is het essentieel om de externe focus op de juiste punten te richten, ervoor te zorgen dat de beweger hiertoe in staat is, en dit uiteindelijk kan vertalen naar een bewegingspatroon. Daarnaast is het bij expliciet leren belangrijk dat de beweger het patroon ook zonder externe informatie foutloos kan uitvoeren. Anders is er een gevaar voor feedbackafhankelijkheid.

Kun je onderbouwen hoe een externe focus van aandacht leidt tot efficiënte bewegingssturing?

Bij externe focus is er sprake van een meer geautomatiseerde controle van beweger. Door de aandacht van binnen het lichaam naar buiten het lichaam te brengen wordt de beweger effectiever en duurzamer. Dit komt doordat bij een focus op het resultaat het lichaam dat resultaat wil behalen. Bij een focus op het lichaam is de prestatie minder belangrijk en presteer je dus ook slechter.

Welke verklaring wordt er gegeven voor de positieve effecten van externe focus van aandacht?

Door je te richten op het behalen van het resultaat, ligt de focus minder op het lichaam waardoor je prestatie gericht blijft. Als je je enkel focust op je lichaam, wordt de prestatie minder belangrijk en presteer je ook slechter.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo