Startpagina / Samenvattingen / Motorisch ontwikkelen samenvatting / newell-gedragstoestanden-kenmerken

Kijk op ontwikkeling: mijlpalen

9 belangrijke vragen over Kijk op ontwikkeling: mijlpalen

Hoe wordt metastabiliteit benut in motorisch leren?

Wanneer een systeem zich in metastabiliteit bevindt, staat het het meest open voor co-adaptie. Dit kan de meest functionele fase zijn voor het verbeteren van systeemprestaties.

Hoe wordt degeneracy benut in motorisch leren?

Degeneratie in complexe adaptieve systemen vormt de neurobiologische basis voor verschillende acties die nodig zijn om doelen te bereiken wanneer iemand zich bevind in informatierijke en dynamische omgevingen.

Hoe zijn constraints volgens Newell gecategoriseerd?

persoonsfactoren (motivatie)
taakfactoren (spelregels, materiaal)
omgevingsfactoren (licht, temperatuur, zwaartekracht).

Wat zijn de drie leerfasen volgens Newell?

Assembling a coordination pattern
Gaining control of a coordinative structure
Skilled optimization of control

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de eerste leerfase van Newell?

Samenstellen van een coördinatiepatroon uit verschillende mogelijke vrijheidsgraden van het systeem.

Positieve transfer: een al bestaand coördinatiepatroon wordt functioneel aangepast voor een andere taak.
Bifurbation en shift

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de tweede leerfase van Newell?

Het versterken van de stabiliteit van het coördinatiepatroon in de omgeving (Metastabiliteit)

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de derde leerfase van Newell?

Het verbeteren van efficiëntie en controle. Het vinden van de 'optimale' oplossing voor het beweegprobleem. Volledig stabiele coördinatiepatronen.

Wat is de relatie tussen controle van het bewegingssysteem en flexibiliteit van de bewegingsuitvoering?

De overvloed aan vrijheidsgraden heeft een oneindige flexibiliteit, maar het CZS heeft moeite met deze controleren in een dynamische omgeving. Bewegingsvrijheid wordt groter naarmate het leerproces vordert.

Hoe kan het perceptueel-motorische landschap worden opgevat als metafoor om leerprocessen te beschrijven?

Het perceptueel-motorische landschap representeert de verschillende gedragstoestanden van een persoon. Diepe dalen zijn stabiele gedragstoestanden en pieken zijn instabiele gedragstoestanden. Op een piek is er weinig verandering nodig om terug te vallen in een stabiele toestand, eenmaal daar is het lastig om er weer uit te komen. Hoe dieper het dal, hoe geautomatiseerde de beweging.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Motorisch ontwikkelen samenvatting

Bekijk samenvatting