Algemene bepalingen zekerheidsrechten

52 belangrijke vragen over Algemene bepalingen zekerheidsrechten

Waaraan ontlenen het pand en hypotheekrecht hun maatschappelijke betekenis?

aan de rol die zij als kredietinstrument vervullen, als middel derhalve ter verkrijging van krediet

Bestaan er dan geen andere vormen van goederenrechtelijke zekerheid dan de rechten van pand en hypotheek?

die bestaan wel, denk aan eigendomsvoorbehoud, sale and lease back constructies, maar deze rechtsfiguren leiden niet tot de tsk van een beperkt recht

Waar in de wet treft men de bepalingen die zowel op het pand als op het hypotheekrecht van toepassing zijn?

afdeling 3.9.1 BW
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar in de wet vindt men de wettelijke bepalingen die enkel van toepassing zijn op het pandrecht?

afdeling 3.9.4 BW

Welk beginsel staat verwoord in artikel 3:277 BW?

paraitas creditorum = gelijkheid der se. alle se hebben een gelijk recht om zich naar evenredigheid van ieders vordering op de goederen van de schuldenaar te verhalen

Wat is het uitgangspunt bij persoonlijke zekerheid en wat bij goederenrechtelijke zekerheid?

persoonlijke: de vermogensash en bij goederenrechtelijke se heeft recht van parate executie binnen en buiten het faillissement van de schuldenaar en zij hebben voorrang bij de verdeling van de netto executieopbrengst

Welke voordelen biedt goederenrechtelijke zekerheid in de zin van beperkt zekerheidsrecht aan de se?

recht van parate executie en separatist

Welke partijen onderscheiden we bij het ontstaan van een pand of hypo recht?

pand of hypo gever = degene wiens goed met een pand of hypo wordt bezwaard; pand of hypo houder = de natuurlijke of rechtspersoon tg waarvan het recht wordt gevestigd; schuldenaar = degene tot zekerheid van wiens verplichtingen het pand of hypo recht wordt gevestigd

Op welke wijze ontstaat een pand of hypo recht?

door vestiging waaraan dezelfde eisen worden gesteld als voor een overdracht van het goed (3:98)

Waar in de wet vinden we de vestigingsformaliteiten voor pand en hypotheek?

in de artt. 3:260 jo 89 (hypotheek) en in 3:236 (openbaar pandrecht en 3:237 en 239 stil pandrecht

Wat moet men goed in het oog houden bij vestiging van pand of hypotheekrecht?

dat er naast de algemene vereisten ook nog specifieke vereisten in de wet worden gesteld

Wat is een positieve en een negatieve hypotheekverklaring?

positieve: schuldenaar en se komen overeen dat de schuldenaar op een nader door de se te bepalen tijdstip tot het verstrekken van goederenrechtelijke zekerheid zal overgaan. negatieve: de toezegging van een hypotheekgever dat hij het goed niet verder of opnieuw zal bewaren

Waaruit kan de verplichting tot zekerheidstelling voortvloeien?

uit ovk maar ook uit de wet. in sommige gevallen heeft men de keuzen tussen het verschaffen van persoonlijke en goederenrechtelijke zekerheid (6:51 lid 1 BW), maar ten alle tijden moet de aangeboden zekerheid zodanig zijn dat de se daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen

Welke kenmerken van pand en hypotheek kunt u afleiden uit 3:227?

het zijn zekerheidsrechten op goederen, het zijn beperkte rechten die voorrang scheppen

Wat is levering onder edvoorbehoud waarin de wet vinden we dit en waartoe is het beperkt?

het houdt in dat de levernacier eigenaar blijft (onder ontbindende voorwaarde) van de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak - 3:92 BW. een ed voorbehoud kan slechts worden bedingen mbt roerende niet registerzaken

Pand en hypotheek zijn zekerheidsrechten op goederen, wat houd dit concreet in?

dat een pand of hypotheekrecht dus zowel op een stoffelijk voorwerp als op een vermogensrecht kunnen rusten, zie ook de definitie van goederen 3:1 BW

Hoe noemt men een pand of hypotheekrecht dat op een zaak is gevestigd?

een zakelijk recht, het zijn absolute rechten op zaken (stoffelijke voorwerpen)

Wat houdt de vaststelling in van het feit dat pand en hypotheek beperkte rechten zijn?

dat alle in afdeling 3.4.2 opgenomen bepalingen ter zake van de overdracht van goederen van overeenkomstige toepassing zijn op de vestiging, overdracht en afstand van beperkte rechten op die goederen. een ander gevolg is dat de rechten van pand en hypo onder meer teniet gaan op de in artikel 3:81 genoemde wijzen

Wat kunt u opmaken uit 3:278 BW?

dat pand en hypo recht voorrang geeft bij verhaalsrecht

Wat kunt u concluderen uit 3:278?

dat pand en hypo de paritas creditorum doorbreken

Waarin kan de rechtvaardiging voor de preferente behandeling van pand en hypotheekhouder worden gevonden?

in het belang van een goed functionerend kredietverkeer; ondernemingen die in economische zin willen groeien zijn in de regel afhankelijk van externe financiering, van het aantrekken van vreemd vermogen. kredietverschaffing dient niet te leiden tot een overgang van de financiele risico's van de onderneming op de kredietverschaffer

De wetgever poogt op pand en hypo gelijkende figuren te weren, welk verbod is hierdoor mede ontstaan?

3:84 lid 3 fiduciaverbod. de onder het oude recht populaire rechtsfiguur waarbij goederen door de schuldenaar in eigendom tot zekerheid werden overgedragen aan de kredietverschaffer

Welke twee beginselen liggen ten grondslag aan het pand en hypotheekrecht?

de beginselen der specialiteit en openbaarheid

Wat houdt het beginsel der specialiteit in?

dat het goed waarop de goederenrechtelijke zekerheid komt te rusten bepaalbaar moet zijn. het houdt daarom nauw verband met het vereiste van bepaalbaarheid van de vordering waarvoor pand of hypo wordt gevestigd. niet alleen dient vast te staan voor welke vordering het recht van pand of hypo wordt gegeven maar ook op welk goed het pand of hypo recht wordt gevestigd

Wat kan men afleiden uit het beginsel der specialiteit?

dat een recht van pand of hypotheek op resp. alle (overdraagbare) niet registergoederen of registergoederen van de schuldenaar of de pand of hypo gever onmogelijk is

Is het recht van hypo deelbaar?

NEEN, 3:230

A geeft tot zekerheid van betaling van 200.000 euro twee van zijn beste renpaarden in pand aan B. kan pandgever Ana betaling van 100.000 euro teruggave van een van de paarden verlangen van B?

NEEN, omdat een gedeeltelijke voldoening van het verschuldigde immers geen invloed heeft op het bestaan van het pandrecht

A geeft tot zekerheid van betaling van 200.000 euro twee van zijn beste renpaarden in pand aan B. B komt voor nakoming te overlijden en de vordering die erflater B op A heeft wordt verdeeld over twee erfgenamen C en D, ieder voor de helft. kan A na betaling van 100.000 euro aan C afgifte van een der paarden verlangen?

NEEN, het pandrecht dient thans tot zekerheid voor de nakoming van zowel de vordering C-A als D-A. als A dit bedrag aan C betaald geldt wederom dat A geen afgifte van een van de paarden kan verlangen

Wat brengt de ondeelbaarheid van pand en hypotheek niet met zich mee?

dat het de pand of hypotheekhouder niet vrij zou staan slechts een deel van de verbonden goederen of een deel van het verbonden goed te executeren

Wat is rechtens indien voor dezelfde vordering niet slechts goederen van de schuldenaar mar ook van een derde zijn verpand of verhypothekeerd?

dan kan de derde van de pand of hypo houder verlangen dat hij eerst tot executie van de goederen van de schuldenaar overgaat (3:234) dit is een billijkheidsregel. aan de derde pand of hypotheekgever komt expliciet de bevoegdheid toe om van de pand of hypo houder een inbreuk op het beginsel van de ondeelbaarheid te verlangen

Op welk punt verschillen pand en hypotheek met name van elkaar?

pand kan uitsluitend op een niet registergoed, hypo op een registergoed worden gevestigd 3:227 lid 1 BW

Wat kunt u tav oz concluderen?

dat dit altijd registergoederen zijn

Wat kan artikel 5:29 inhouden?

dat bij een huis gelegen grond aanwast bijv door verdamping en dat het recht van hypo dat op het betreffende huis rust van rechtswege op de aanwas komt te rusten

Kan een bestanddeel zakenrechtelijk een zelfstandig leven leiden?

NEEN, het volgt als zodanig het lot van de hoofdzaak (eenheidsbeginsel). dit brengt mee dat een bestanddeel nimmer (los van de hoofdzaak) kan worden overgedragen dan wel met een beperkt recht kan worden bezwaard

Een motorfiets wordt van een nieuw zadel voorzien. wat is de juridische status van dit zadel na montage? en na demontage?

na montage is het zadel bestanddeel van de motor geworden. na demontage wordt het behoudens in geval van anders overeengekomen, wederom een zelfstandige (hoofd)zaak

Een pandrecht ontstaat in de regel door vestiging, echter kan dit nog op andere wijze ontstaan, welke?

op grond van de wet, een zgn wettelijk pandrecht 3:229 BW

Kan een hypotheek ogv zaaksvervanging ontstaan?

NEEN, dit i.t.t. pandrecht

Wat is rechtens wanneer een verhypothekeerd goed in vlammen opgaat?

dan komt de hypotheekhouder van rechtswege een pandrecht op de vordering toe die de eigenaar ten gevolge van de brand op zijn verzekeraar verkrijgt. vergelijkbaar is de situatie waarin het huis niet in vlammen opgaat maar deels door actievoerders wordt vernield. het huis is dan niet geheel tenietgegaan maar wel aanzienlijk in waarde gedaald en de zekerheid van de hypotheekhouder is dan dus afgenomen

Waarom is de bepaling van 3:227 enigszins misleidend?

omdat het ten onrechte de indruk wekt dat pand en hypotheekrecht alleen kan worden bedongen tot zekerheid voor de betaling van een geldsom en dat is dus niet het geval. het is voldoende als de vordering tot zekerheid waarvan het recht strekt tot een (opeisbare) geldvordering kan worden herleid)

Kunnen de rechten van pand of hypo op een toekomstige vordering worden gevestigd?

JA 3:231 lid 1 BW

Kredietverleners presenteren de geldleen (en de daarmee gepaard gaande rentepercentages) en het recht van hypotheek gemakshalve maar als een geheel. hoe zit dit juridisch?

in werkelijkheid hebben wij van doen met een verbintenis op grond van geldleen (en een daaruit voortvloeiend recht tot betaling) en het daaraan accessoire recht van hypotheek

Wat houdt economische ed overdracht in?

puur verbintenisrechtelijk er is geen sprake van een juridische levering

Kan een derdehypotheekhouder zich verzetten tegen executie door de hypotheekhouder wanneer de schuldenaar zijn verplichtingen jegens de hypotheekhouder niet nakomt?

NEEN, in beginsel niet. dit is ook logisch omdat de hypotheek immers strekt tot zekerheid van verplichtingen van de schuldenaar

Welke way of escape heeft de derdehypotheekgever ter voorkoming van executie?

lossingsrecht 3:269; door voldoening van de gezekerde schuld door de derdehypotheekgever vindt er van rechtswege subrogatie plaats (6:150 BW). de derehypotheekgever neemt de plaats in van de hypotheekhouder en is daarmee de nieuwe se geworden. 3:234 verschaft de derdehypotheekhouder nog een wijze om executie te voorkomen

Noem een wezenskenmerk van pand en hypotheekrecht?

het recht van parate executie (3:248 en 268). het geeft de se de bevoegdheid om tot openbare verkoop van het verbonden goed over te gaan zonder dat eerst conservatoir of executoriaal beslag behoeft te worden gelegd en een rechterlijk vonnis ter verkrijging van een executoriale titel behoeft te worden uitgelokt

Hoe worden se en pand/hypo houder in het executietraject aangeduid?

schuldenaar = geexecuteerde en pand/hypo houder = executant

Aan wie wordt een eventueel executieoverschot uitgekeerd?

aan de pand of hypo houder 3:253 en 270 lid 2 BW

Wat is een moratorium en waar in de wet vinden we dit?

een afkoelingsperiode voor verhaal door derden en dit vinden we in artikel 63a Fw. voor surseance van betaling geldt een vergelijkbare regeling 241a Fw

Wat is onderhandse verkoop?

doorgaande kan een hogere executieopbrengst worden verkregen door een onderhandse verkoop (verkoop uit de hand) van het verbonden goed. zowel de pand als hypotheekhouder kunnen een verzoek tot onderhandse verkoop indienen bij de voorzieningenrechter 3:251 en 268 lid 1 BW

Blijft bij de verdeling van de executieopbrengst de rangorde tussen de beperkt gerechtigden in stand?

JA

Op welke wijze gaat het recht van pand en hypotheek teniet?

in de regel door het tenietgaan van de vordering tot zekerheid waarvan het recht strekt. het zijn immers afhankelijke rechten en voorts beperkte rechten en de algemene wijzen van tenietgaan uit artikel 3:81 opgesomd zijn dan ook op pand en hypotheek van toepassing

Waarover handelt het arrest Heringa/Ties?

bepaalbaarheidsvereiste. de vordering waarvoor pand of hypotheek wordt gegeven moet voldoende bepaalbaar zijn 3:231 lid 2 BW. hieraan is in het algemeen voldaan indien de rechtsverhouding waaruit de vorderingen zullen voortvloeien met voldoende bepaalbaarheid is omschreven. aan het vereiste is voldaan als de pandakte zodanige gegevens bevat dat eventueel achteraf aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo