Samenvatting: Mth
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MTH
-
1 Protocollen
-
1.1 persoonlijke hygiene
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Handhygiene (handen wassen), wanneer? (5)
- voorafgaand aan fysiek patientencontact
- voorafgaand aan een schone / aseptische procedure
- na mogelijk contact met lichaamsmatrialen en vloeistoffen
- na fysiek patentcontact
- na fysiek contact met de omgeving van de patiënt
- voorafgaand aan fysiek patientencontact
-
Handen wassen: welke vorm heeft de voorkeur?
Handdesinfectie met alcohol heeft de voorkeur boven handhygiëne met water en zeep -
Protocol handhygiene met water en zeep
- Open kraan, prettige temp, water moet flink stromen
- maak handen goed nat en breng vloeibare zeep aan, met elleboog dispenser bedienen
- wrijf 10 seconden lang goed over elkaar, ook tussen vingertoppen en polsen
- spoel 10-20 seconden goed af
- droog alles goed met wegwerphanddoek ca 10-20 sec
- sluit kraan met elleboog of met wegwerphanddoek
- werp handdoek in container
- Open kraan, prettige temp, water moet flink stromen
-
Protocol handdesinfectie met alcohol
- Minimaal 3 ml alcohol uit dispenser aanbrengen met elleboog op droge handen
- wrijf handen, vingers en polsen zorgvuldig over elkaar tot alles droog is
- Minimaal 3 ml alcohol uit dispenser aanbrengen met elleboog op droge handen
-
1.2 bloeddruk meten
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke factoren hebben invloed op de bloeddruk? Hoe reguleert lichaam de bloeddruk?
- Kracht van samentrekken hart
- diameter van de slagaders waar bloed doorheen moet
- hoeveelheid bloed
- hoeveelheid zout
Lichaam regelt de druk door het verwijden of vernauwen van bloedvaten. Hierop zijn ook medicijnen voor bloeddrukregulatie op gebaseerd. - Kracht van samentrekken hart
-
1.3 glucosemeting
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Noem de waarden bij normaal, hoog en laag bij een nuchtere meting. Welke acties bij de verschillende waarden?
- Normaal: tussen
3,5-6,1 mol/l: GEEN actie - Verhoogd:
6,1-6,9: afspraak makenherhaling nuchtere meting in lab - Risico
Diabetes : > 7: direct overleggen metarts - Laag: <
3,5 :bloedsuiker verhogen door bvglas frisdrank
LET OP;WAARDES ZIJNINDICATIEF , KAN PER PERSOON VERSCHILLEN - Normaal: tussen
-
Noem de waarden bij normaal, hoog en laag bij een niet-nuchtere meting. Welke acties bij de verschillende waarden?
- Normaal: tussen
3,5-7,8 mol/l: GEEN actie - Verhoogd:
7,8-11: afspraak makenherhaling nuchtere meting in lab - Risico
Diabetes : > 11: direct overleggen metarts - Laag: <
3,5 :bloedsuiker verhogen door bvglas frisdrank
- Normaal: tussen
-
Wat is een duidelijk verschil tussen een hoge en een lage bloedsuiker?
Bloedsuiker van BV 12-15 na maaltijd geeft geen gevaar op de korte termijn. Kan wel indicatie zijn om behandeling aan te passen.
Bloedsuiker ineens BV 3 omlaag, van 4,5 naar 1,5 is levensgevaarlijk! -
Tekenen hyperglycemie (5 en ernstig verhoogd 5)
Hoog bloedsuiker:- dorst, veel plassen
- moe
- afvallen
- jeuk
- infecties
- toenemende zwakte
- suf (tot zelfs coma)
- moeilijk ademen
- uitdroging
- braken
-
Tekenen hypoglycemie (12 en 1 ernstig verlaagd)
Honger - zweten
hartkloppingen - gapen
duizelig - verward
- beven
rusteloos tintelingen handen, voeten, lippen- wazig,
dubbelzien hoofdpijn wisselend humeur
Ernstig verlaagd:- sufheid (tot zelfs coma)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden