Startpagina / Samenvattingen / Class notes - MTV1 / kenmerken-glucose-energie

Koolhydraten en energiewinning

31 belangrijke vragen over Koolhydraten en energiewinning

Koolstofverbindingen kunnen drie groepen bevatten noem ze op.

1. Ketongroep
2. Aldehydegroep
3. Hydroxylgroep

Noem de drie functies van koolhydraten.

1. Dienen als energiebron
2. Dienen als bouwstof
3. Onderdeel van glycoproteinen en glycolipiden

Koolhydraten kunnen als bouwstof gebruikt worden. Noem drie voorbeelden waarbij koolhydraten als bouwstof worden gebruikt.

1. Cellulose van planten
2. Basissubstantie voor bindweefsels van dieren
3. Te vinden in nucleinezuren

Hoe worden koolhydraten genoemd met 5 C-atomen?

Pentosen

Hoe worden koolhydraten genoemd met 1 suikermolecuul?

Mono-sachariden

Glucose is de belangrijkste monosacharide. Is glucose een trioos, penroos of een hexoos? En waarom?

Hexoos, bevat namelijk 6 C-atomen.

Glucose wordt in een lineair model weergegeven wat zijn de twee kenmerken hierbij?

1. De aldehyde of keton groep wordt bovenaan aangegeven.
2. Nummering van C-atomen van boven naar beneden

Glucose wordt in ringstructuur weergegeven. Wat is de kenmerk hierbij?

C-atoom dat uit de ring steekt krijgt de nummer 6.

Hoe ontstaat er een glycosydische binding?

Binding tussen twee monosachariden door condensatiereactie.

De OH groep aan de eerste C atoom is het meest reactief. Hoe wordt de binding genoemd als de OH groep zich bindt aan de 6de C atoom van een ander suikermolecuul?

1-6 glycosydische binding

Welke twee kenmerken heeft zetmeel?

1. Goed verteerbaar
2. Belangrijkste energiebron

Welke twee kenmerken heeft cellulose ?

1. Component van celwanden van planten
2. Onverteerbaar

Er is een groot verschil tussen zetmeel en cellulose. Dit komt omdat er twee soorten glucose moleculen zijn. Welke zijn dit?

1. De alpha glucose
2. De beta glucose

Aan welke kenmerk in een molecuul is te zien of er sprake is van een alpha of beta molecuul?

Aan de positie van de reactieve OH, zie afbeelding samenvatting voor ondersteuning.

Amylase in een enzym. Welke substraat is er voor amylose ?

Zetmeel

Dextraan versterkt de aanhechting van bacteriën op het tandoppervlak. Juist/onjuist?

Juist

Dektraan heeft een enzym waar die heel gevoelig voor is welke enzym is dit?

Dextranase

Wat zijn de twee kenmerken van lactose ?

1. Is een dimmer van glucose en galactose
2. Is cariogeen

Wat zijn de twee kenmerken van fructose ?

1. Zit in veel vruchten en honing
2. Heeft alleen een keton groep, geen aldehyde

Wat zijn de drie kenmerken van maltose ?

1. Is een dimeer van glucose
2. Is een alpha 1-4 binding
3. Ontstaat wanneer amylose zetmeel afbreekt

Noem de twee kenmerken van poly-alcoholen?

1. Is nauw verwant aan suikers
2. De aldehyde groep wordt vervangen door een hydroxylgroep

Sorbitol en xylitol zijn vervanging voor sucrose. Ze zijn wel zoet maar niet cariogeen. Ondersteun dit met drie punten.

1. Geen omzetting van dextraan door streptococcus mutant
2. Worden niet of nauwelijks gefermenteerd door orale bacteriën. Tijdens fermentatie kan zuur ontstaan die glazuur aantast
3. Stimuleerd speeksel aanmaak

Xylitol heeft nog meer voordelen dan sorbitol welke 4 zijn dit ?

1. Remt groei van streptococcus mutant
2. Bij sorbitol verandert de samenstelling van plaque toch waardoor er zuren worden gemaakt. Dit is bij xylitol niet het geval
3. Xylitol remt zuurproductie bij sorbitol. (alleen als ze gelijktijdig zijn toegediend
4. Vormt wateroplosbare dextranen, hierdoor minder aanhechting voor S. Mutant

Wat voor invloed heeft glycolisering op een lipide of eiwit?

Bepaalt functie voor lipide of eiwit.

Glycolisering bepaald de functie van eiwitten of lipiden. Noem 3 voorbeelden.

1. Hormonen die bepaalde suikerstructuren herkennen van glycolipiden
2. Bacteriën die specifieke suikerketens herkennen van glycolipiden en glycoproteinen
3. Bloedgroep wordt bepaald door suikerketens op rbc

Welke 3 bekende bloedgroepen zijn er?

A, B, H(0)

Noem twee voorbeelden die energie nodig hebben in ons lichaam?

1. Synthese van eiwitten
2. Opname voeding

Energie wordt verbruikt bij het doen van arbeid. Wat verstaan we onder arbeid?

Wanneer het kracht kost om een voorwerp te verplaatsen.

Wat is de formule van arbeid?

Arbeid = kracht x afgelegde weg

Voor welke vier onderdelen hebben organismen energie nodig?

1. Beweging
2. Groei
3. Transport
4. Synthese biomoleculen

ATP wordt gevormd uit ADP. Het kan bij ATP twee kanten opgaan. Benoem deze.

1. Dat er energie wordt opgeslagen doordat ATP wordt gevormd

2. Bij afbraak van ATP komt er energie vrij die gebruikt kan worden in cellen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

MTV1

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding