Muziek zingen
81 belangrijke vragen over Muziek zingen
Niet muzikale redenen: Waar levert zingen een positieve bijdrage aan?
Niet muzikale redenen: Waar is zingen nog meer goed voor?
Er zijn allemaal redenen om te zingen met kinderen. Maar welke liederen zing je dan met hen, kun je daar fouten in maken? Wat is de basisformulering?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
2.4 zingen met jonge kinderen: Wat blijkt uit diverse onderzoeken?
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Wat is heel belangrijk in de samenleving en het onderwijs?
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Wat blijkt uit dat onderzoek over muziek invloed op taalontwikkeling?
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Wat biedt het zingen?
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Welke activiteiten horen bij een muziekles aan jonge kinderen?
spel
variaties op liedteksten etc.
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Het kennismaken met bepaalde woorden of het inoefenen ervan kan op allerlei manier, welke?
-Woorden uitbeelden en later laten terugkomen in een drama-activiteit.
-Het liedje kan elke dag enkele keren worden gezongen
-In de loop van de dag of week zijn de nieuwe woorden te gebruiken in andere activiteiten zoals tekenen, bewegen, spelen.
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Wat is vooral zinvol om te gebruiken tijdens muzieklessen?
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Je past de attributen effectief toe in de aanleerfase van het liedje. Wat houdt effectief toepassen in?
2.4.1: zingen, taalontwikkeling en woordenschat uitbreiding: Hoe werk je aan die 4 fasen?
2.4.2 repertoire: Wat zie je als je jonge kinderen observeert?
2.4.2 repertoire: Wat leren kinderen verder in hun eerste jaren van hun leven?
2.4.2 repertoire: Als het om de gezelligheid gaat zijn de eisen van liedkeus anders dan wanneer het gaat om de muzikale ontwikkeling van kinderen. Waar sluit je in dat laatste geval bij aan?
-Wordt er niet geschreeuwd
-Wordt er herhaald en iets nieuws geleerd
-Werk je samen met de kleuters aan het zo verzorgd mogelijk zingen van de liedjes.
2.4.2 repertoire: Waar moeten de kinderen aan wennen?
-Aan melodieopbouw
-Aan maat en ritme
2.4.2 repertoire: Wat valt onder het kenmerk eenstemmig?
2.4.2 repertoire: Wat valt onder het kenmerk kort?
2.4.2 repertoire: Wat valt onder het kenmerk beperkte omvang?
2.4.2 repertoire: Wat valt onder het kopje melodisch eenvoudig?
2.4.2 repertoire: Wat valt onder het kenmerk ritmisch eenvoudig?
2.4.2 repertoire: Wat valt onder het kenmerk veel herhalingen?
2.4.2 repertoire: Wat valt onder de term verbonden met beweging?
2.4.2 repertoire: Wat valt onder het kernmerk aansluiten bij de belevingswereld?
2.4.3 Hoe zingen JK: Wat zijn kermerkende verschillen JK?
-Jonge kinderen zingen voor zichzelf
-Jonge kinderen zingen zoals ze praten.
2.4.3 Hoe zingen JK: Wat valt onder het kenmerk JK zingen met de leraar mee?
2.4.3 Hoe zingen JK: Wat valt onder het kenmerk JK zingen voor zichzelf?
2.4.3 Hoe zingen JK: Wat valt onder het kernmerk JK zingen zoals ze praten?
2.4.4 hoe geef je leiding: Zingen in de onderbouw is meestal leerkracht gestuurd wat doet de leerkracht?
-verzint aanbiedingsvormen
-activeert de kinderen etc.
Daarbij kan ruimte zijn voor eigen inbreng van de kinderen.
2.4.4 hoe geef je leiding: Wat is enorm belangrijk?
2.4.4 hoe geef je leiding: Wat is de kunst bij die spontaniteit en wat zijn de sleutelwoorden hierbij?
2.4.5 de toonhoogte van kinderliedjes: Wat is erg belangrijk voor het ontwikkelen van de kinderstem?
2.4.5 de toonhoogte van kinderliedjes: Is de toonhoogte waarop leerkrachten graag zingen altijd de geschikte toonhoogte voor de kinderen?
2.4.5 de toonhoogte van kinderliedjes: Ook kinderen zingen het liefst in lagere regionen van hun stem, waarom?
2.4.5 de toonhoogte van kinderliedjes: Wat gebeurt er als kinderen die hoge tonen niet goed leren zingen?
2.4.6 leren overnemen van de toon: wat moet je niet doen?
2.4.7 lied aanleren: Hoe leer je een lied aan in de onderbouw?
2.4.7 lied aanleren: inleiding - je introduceert het lied door het in een betekenisvolle context te plaatsen, wat voor een contexten?
-gesprek
-drama activiteit
-spel
-bewegingsvorm
-naar aanleiding van een voorwerp dat je meeneemt breng je de kinderen in de juiste sfeer.
2.4.7 lied aanleren: Wat doe je nog meer bij de inleiding?
(ook al heb je het lied op hun niveau, je kan er niet vanuit gaan dat ze het gelijk snappen)
-Beperk niet alleen tot uitleggen. (juist de variatie in aanpak met aanschouwelijk materiaal, dramatiseren, associatiespelletjes etc. levert een grote bijdrage aan de taalontwikkeling.
2.4.7 lied aanleren: hoe kan je het digibord gebruiken bij de inleiding?
-visualisering van de inhoud
-een gesprek op gang te brengen.
2.4.7 lied aanleren: bij het aanleren geef je het goed klinkende voorbeeld wat is dat goed klinkende voorbeeld?
-in het juiste tempo
-duidelijk verstaanbaar
-zuiver
-in het correcte ritme
-met verzorgd stemgebruik
2.4.7 lied aanleren: Waarom kan het erg zinvol zijn om een opname van een lied te laten horen een paar keer (aanleren)?
2.4.7 lied aanleren: Waar moet je dan wel voor zorgen als de kinderen luister naar een opname?
2.4.7 lied aanleren: Wat zijn de stappen van het aanleren?
-Stel duidelijke vragen (kinderen luisteren gericht met behulp van duidelijke vragen: Hoe vaak zing ik dat woord? Welke regels lijken op elkaar?
-De kinderen voeren opdrachten uit (klap in je handen als ik dat woord zing)
-Ter afwisseling voeren de kinderen activiteiten uit (We gaan nu eerst de bakker helpen bij het broodbakken)
-Na verloop van tijd zingen ze mee, als de kinderen het lied goed kennen laat je ze alleen zingen.
2.4.7 lied aanleren: Wat blijkt uit onderzoek bij aanleren?
2.4.7 lied aanleren: Waarom lijk het in stukjes knippen van een lied minder goed te werken?
2.4.7 lied aanleren: wat doe je voordat de kinderen meezingen?
2.4.7 lied aanleren: waar zorg je voor als je ervoor kiest om een opname te laten horen?
2.4.7 lied aanleren: Uitbreiding: als de kinderen het lied goed kennen is er ruimte voor allerlei extra activiteiten zoals...?
-bewegingen
-(spelen op) instrumenten
Op die manier geef je aandacht aan allerlei andere aspecten van het muziekonderwijs. In bijv. dikke dikke olifant
2.4.8 brommer: In je klas zitten altijd kinderen die niet op de juiste toonhoogte meezingen. Meestal zingen ze te laag. Hoe noemen we kinderen die te laag zingen?
2.4.8 brommer: Wat zal je opvallen als je de moeite neemt om goed te luister naar het brommen?
2.4.8 brommer: De oorzaak van brommen kan heel divers zijn, wat kunnen oorzaken zijn? Een kind kan
-ongemotiveerd
-een minder adequate luisterhouding hebben
-zich te druk gedragen
-zelfs overmatig enthousiast zijn
2.4.8 brommer: Hoe komt het dat kinderen kunnen brommen?
2.4.8 brommer: Bij heel JK kun je nauwelijks spreken van brommen, waarom?
2.4.8 brommer: Waardoor lossen de meeste bromproblemen zich op?
2.4.8 brommer: In de onderbouw zingen de meeste brommers nog wel mee. Soms zelfs enthousiast waarom?
2.4.8 brommer: Het is belangrijk dat brommers hun enthousiasme behouden hoe, wat doe je dan tijdens een bromoefening?
2.4.8 brommer: Waar zijn de volgende muziekspelletjes voor?
-de concentratie van kinderen
-de coördinatie tussen gehoor en stembanden
2.4.8 brommer: Help je met de muziekoefeningen alleen de brommers?
2.4.8 brommer: Wat zijn die muziekspelletjes?
-Herkennen van geluiden, klankkleuren: verschillende kinderen zitten achter de kast met een instrument, welk instrument speelt er?
-Met bewegingen reageren op klanktegenstelling: de kinderen laten met hun lint zien hoe de bij vliegt, hoog of laag.
-Klanknabootsingen: de kinderen imiteren sirenes, dierengeluiden, spoken etc.
2.4.8 brommer: Het is goed om snel te signaleren bij welke kinderen het overnemen van de toon echt problemen oplevert. Wat voorkom je door hier in een vroeg stadium wat aan te doen?
2.4.8 brommer: Wat kan een hulpmiddel zijn om kinderen bewust te maken van toonhoogte verschillen?
2.4.8 brommer: Waar bestaat de rol van de leerkracht uit?
2.5 zingen met oudere kinderen: Wat blijkt uit onderzoek?
2.5.1 leidinggeven aan een groep: Waar zorg jij als leraar voor?
-tegelijk eindigen
-op dezelfde toonhoogte zingen
-in de maat blijven
-in het juiste tempo zingen
Met andere woorden je moet leiding geven aan het zingen'
-je schenkt aandacht aan de kwaliteit van het zingen
-je kiest de liederen uit
-je leert de liederen op een goede manier aan
2.5.1 leidinggeven aan een groep: één uitgangspunt bij het aanleren van een lied is van fundamenteel belang wat is dat uitgangspunt?
2.5.1 leidinggeven aan een groep: Je zingt niet mee, en ondersteunt waar nodig, en zodra ze het kunnen zingen ze zelf weer. Dit doe je op deze manier om 2 redenen, welke?
-Als je zelf meezingt, kun je nooit goed horen waar de kinderen fouten maken of waar het minder fraai klink. Het gevolg is dat de fouten inslijpen en dat er niet of nauwelijks aan de kwaliteit van het zingen wordt gewerkt.
2.5.2 zingen op de juiste toonhoogte: Wat gebeurt er als je een willekeurige toon kiest, op een hoogte die voor jouw prettig is?
2.5.2 zingen op de juiste toonhoogte: Waarom is te laag zingen slecht voor de ontwikkeling?
2.5.3 toonovernemen, inzet en tempo aangeven: Bij het overnemen van de toon kun je verschillende niveaus onderscheiden, welke zijn dat voor groep 5-8?
-De kinderen zetten in na het voorzingen van de toon
-De kinderen zetten in na een voorspel
-De kinderen zetten in na een instrumentale inleiding van een meezing-cd
2.5.3 toonovernemen, inzet en tempo aangeven: Wat is belangrijk in de praktijk van de basisschool?
2.5.3 toonovernemen, inzet en tempo aangeven: Hoe kun je realiseren dat kinderen tegelijk inzetten?
2.5.3 toonovernemen, inzet en tempo aangeven: Het is bij het instuderen geen probleem om te tellen , maar wat moet je je beseffen?
2.5.4 takteren en maatslaan: Als de kinderen zingen, blijf je het tempo aangeven door met je hand de maten aan te slaan. De eenvoudigste vorm van maatslaan noemen we takteren. Wat houdt dat in?
2.5.4 takteren en maatslaan: De maat slaan is een iets lastiger maar wel nauwkeuriger vorm van liedleiding. Wat doe je hierbij?
2.5.4 takteren en maatslaan: maatwisseling - Hoe sluit je een lied af?
2.5.5 liedleidingsgebaren maken: Met het liedleidingsgebaar geeft de leerkracht een aantal dingen aan, welke dingen?
-het tempo
-de maat
-de gewenste expressie
-en de verschillende inzetten bij een canon (of meezing-cd)
2.5.5 liedleidingsgebaren maken: Wat is het effect van liedleidingsgebaar?
2.5.5 liedleidingsgebaren maken: Wat zijn verschillende spelvormen om liedgebaren te oefenen?
-Zing de liederen met verschil in dynamiek en tempo. Maak verschil tussen zacht (kleine beweging), sterk (grote beweging), tussen crescendo en descrescendo, tussen snel en langzaam.
-Wacht wat langer met inzetten van een lied nadat de kinderen de begintoon van het lied hebben overgenomen. Maak het moment van inzetten extra spannend.
-Tv-spel en een radiospel zie blz. 53 voor uitleg.
2.6 aandacht voor de kwaliteit van het zingen: Wat is het belangrijkste hulpmiddel bij het werken aan de kwaliteit van het zingen?
2.6 aandacht voor de kwaliteit van het zingen: Wat gebruik je terwijl de kinderen zingen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden